| ||||||||||||
|
Wetgeving vanuit de overheid
De opeenvolgende ministeries probeerden door het instellen van verschillende commissies, werkgroepen en adviescommissies steeds in te spelen op de verschillende behoeftes die bestonden bij oorlogsgetroffenen, en advies uitbrachten over een betere uitvoering van de wetgeving. Ook vonden er langs deze weg op den duur versoepelingen en aanpassingen op de wetten plaats. Zo bleek bijvoorbeeld al snel na de inwerkingtreding van de Wbp dat er behoefte was aan een anti-hardheidsregeling, zodat ook mensen die in het buitenland verzet hadden gepleegd of die slachtoffer van represaillemaatregelen waren geworden, aanspraak konden maken op deze wet. Op 24 januari 1952 werd door een beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken de Wbp ook voor hen opengesteld. Bij dezelfde beschikking werd de Adviescommissie bijzondere uitkeringen opgericht, die de minister advies moest geven over welke personen voor de Wbp in aanmerking kwamen. Maar ook de Commissie Van Namen en de Commissie van advies inzake bijstand aan vervolgden adviseerden de minister over de toepassing van de oorlogswetten. De laatste gaf de minister bijvoorbeeld tot de totstandkoming van de Wuv advies over de toepassing van de Rijksgroepregeling oorlogsgetroffenen 1940-1945 en omtrent beslissingen op individuele aanvragen. De Begeleidingscommissie uitvoering Wuv hield zich vanaf 1986 bezig met de financiële verantwoording van de Wuv. De Adviesgroep protocollering medische causaliteitsbeoordeling had in 1990 tot taak richtlijnen voor het medisch onderzoek op te stellen dat in het kader van een aanvraag nodig is om een causaal verband te leggen tussen de invaliditeit of ziekte van nu en de oorlogservaringen van vroeger. Over dit medisch onderzoek kwamen regelmatig klachten van belangenorganisaties en individuele aanvragers. De Adviescommissie uitvoering wetten voor oorlogsgetroffenen buigt zich sinds 1998 over de mogelijkheden van vereenvoudiging van procedures in het kader van de uitvoering van de wetten voor oorlogsgetroffenen binnen het bestaande systeem van oorlogswetten. Dineke de Visser |
|||||||||||