1945-1948. De werkzaamheden - het registeren van de displaced persons, het eventueel verschaffen van nachtlogies en het verstrekken van kosteloze vervoerbiljetten naar de respectievelijke woonplaatsen - werden na sluiting van het Ontvangstcentrum Glanerbrug tijdelijk overgenomen door de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen. De werkzaamheden werden gestaakt, omdat er bijna geen displaced persons in Nederland meer arriveerden.
Oprichters
Bureau voor Evacuerings-, Repatriërings- en Verzorging van Oorlogsslachtofferszaken van het Militair Gezag
Aanleiding voor oprichting
Na de oorlog werd het Bureau voor Evacuerings- en Repatriërings- en Verzorging van Oorlogsslachtofferszaken van het Militair Gezag belast met de opvang en het binnenlands transport van de uit het buitenland teruggekeerde Nederlanders. Voor dit doeleinde werden er centra vlak bij de grens opgericht waar de repatrianten werden opgevangen, geregistreerd en medisch gekeurd. Indien de repatrianten gezond genoeg waren om naar huis te gaan, dan werden zij geplaatst in de kampen, de zgn. Verzamelplaats Vertrekkenen (V.V.). Hiervandaan werden de repatrianten naar hun woonplaats teruggevoerd. Na opheffing van het Militair Gezag en van het Bureau voor Evacuerings- en Repatriëringszaken, werd een aantal kampen op 1 februari 1946 overgenomen door de afdeling Repatriëring en Opsporing van het ministerie van Sociale Zaken. Deze afdeling werd vanaf dat moment verantwoordelijk voor de repatriëring, opvang in Nederland en doorvoer naar de woonplaatsen van de Nederlandse displaced persons uit heel Europa. De V.V. werd omgedoopt tot ontvangstcentrum. Eén van de ontvangstcentra was gevestigd in Glanerbrug bij Enschede.
Opvolger
Dienst der Invoerrechten en Accijnzen
Inrichting van de organisatie
Het hoofd van het ontvangstcentrum was L. Ascherman. In het ontvangstcentrum hield pater Winkel het algemeen toezicht. Totaal waren er 19 mensen werkzaam in het ontvangstcentrum, waaronder één personeelslid dat gestationeerd was bij de grenspost De Poppe. Vanaf 10 maart 1946 werd de personeelssterkte teruggebracht tot 10 man in verband met de terugloop van het aantal displaced persons. Op 31 augustus vond een verdere inkrimping plaats van het centrum. Begin 1947 waren er nog twee medewerkers over. Het hoofd van het centrum was vanaf 1 februari 1947 H.G. Dalenoort.
Positie binnen de organisatie
Het ontvangstcentrum was opgericht door het Bureau voor Evacuerings- en Repatriërings- en Verzorging van Oorlogsslachtofferszaken van het Militair Gezag. Na opheffing van het Militair Gezag werden sommige centra overgedragen aan de afdeling Repatriëring en Opsporing van vermiste personen van het ministerie van Sociale Zaken. Het klooster in Glanerbrug kwam op 1 februari 1946 in beheer van de afdeling Repatriëring en Opsporing. Het is het laatste ontvangstcentrum dat gesloten werd.
Taken
Taken van het ontvangstcentrum Glanerbrug
Ontvangst van de repatrianten: registratie, medische keuring, verschaffen broodmaaltijd, verstrekken gratis vervoersbewijs.
Ontvangst van teruggebrachte kinderen in het kader van de child-tracing.
Ontvangst van uit Duitsland teruggebrachte bagage en doorzending naar de plaats van bestemming.
Het ontvangstcentrum was gevestigd in het Redemptoristenklooster aan de Rijksweg in Glanerbrug. Er was een afgevaardigde van het ontvangstcentrum gestationeerd bij de grenspost De Poppe.
Inventaris van de archieven van de Regeringscommissaris voor Repatriëring (1942) 1943-1945 (1952); Afdeling Repatriëring en Opsporing, (1943) 1945-1952; Missie tot Opsporing van Vermiste Personen uit de Bezettingstijd, 1943-1952; Missie Willems, 1944-1948. Nationaal Archief (Den Haag 1991).
Ministerie van Sociale Zaken, Verslag van de verrichtingen gedurende het tweede halfjaar van 1945, met een terugblik op de daaraan voorafgaande periode (Den Haag 1946).
Ministerie van Sociale Zaken, Verslag van de verrichtingen gedurende het jaar 1946 (Den Haag 1947).
Omvang: 93 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 7-27)
Indices op toegang
De inventaris bevat een index met trefwoorden
Omvang
15.00 meter; 590 inventarisnummers. Het archief van het ontvangstcentra omvat 3 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Voor raadpleging van bescheiden die betrekking hebben op nog levende personen, en van de in de inleiding genoemde inventarisnummers (486 en 488), is toestemming van de directeur Nationaal Archief vereist. In de inventaris is een overzicht opgenomen welke dossiers beperkt openbaar zijn.
Verloren geraakt
Het is mogelijk dat een deel van het archief verloren is gegaan, omdat de inventariseerder in de inleiding van de inventaris vermeldt dat het archief van de gehele inventaris in de dozen 59-123 was opgeborgen. De dozen 1-58 zijn door de inventariseerder niet aangetroffen. Een andere mogelijkheid is dat de dozen opnieuw genummerd zijn en dat er dus geen archiefstukken verloren zijn gegaan.
Selectie en vernietiging
Er zijn bij de inventarisatie van dit archief geen dossiers van het Ontvangstcentrum Enschede/Glanerbrug vernietigd. De inventarisatie is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 1990.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van het ontvangstcentrum bestaat uit correspondentiedossiers. Minuten van uitgaande brieven uit het jaar 1948 ontbreken.
De correspondentie gaat met name over de verantwoording van de uitgaven van het ontvangstcentrum en meldingen van kinderen die alleen zijn aangekomen in het centrum.