Overleden Nederlanders in Azië Kaart van Zuid-Oost-Azië waarop de plaatsen zijn aangegeven waar Nederlanders zijn gesneuveld, overleden, begraven of vermist, met vermelding van aantallen voorzover die bij het Informatiebureau van het Rode Kruis bekend waren
De ODO is ingesteld door de directeur van het departement van Justitie N.S. Blom.
Inrichting van de organisatie
Hoofd:
C.D. v/d Harst (t/m september 1949).
J. Wetter (Van oktober t/m december 1949).
Afdelingen en bijkantoren
Afdeling Militaire Zaken.
Afdeling Opsporing (vanaf januari 1948). Intensief opsporingswerk in het bijzonder voor opsporingen in Batavia en Ommelanden.
Bijkantoor te Soerabaia.
Bijkantoor te Semarang.
Bijkantoor te Bandoeng.
Op Sumatra werd de ODO vertegenwoordigd door een afgevaardigde van het Rode Kruis in Medan en van de Gravendienst in Padang.
Reorganisatie per 1 oktober 1949. De bijkantoren te Soerabaia, Semerang en Bandoeng werden gesloten.
Positie binnen de organisatie
De ODO was een afdeling van het Kantoor Displaced Persons en viel onder de Dienst Sociale Zaken van het departement van Justitie. Begin 1947 is de ODO overgeheveld naar het departement van Sociale Zaken. Per 24 mei 1947 werd besloten om de ODO wederom bij het departement van Justitie onder te brengen.
Doelstelling
De ODO was belast met het verzamelen van betrouwbare gegevens over alle Nederlanders en Nederlandse onderdanen die na 7 december 1941 waren overleden of werden vermist.
Taken
Overnemen van de taak van belanghebbenden ten aanzien van het verkrijgen van de vereiste gegevens en het bekend stellen van deze aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand teneinde een inschrijving in het register van overlijden, gehouden door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Batavia, te doen bewerkstelligen.
Het verzamelen van gegevens omtrent vermiste personen en het inschrijven in de overlijdensregisters van de 'vermisten' met machtiging van de Landrechter. Onder de vermisten vallen ook bij scheepsrampen vermist geraakte zeelieden, marinepersoneel en passagiers. Daarnaast werden ook gegevens verkregen en verwerkt over andere Europeanen, Chinezen en Indonesiërs.
Het opsporen en registreren van graven van overleden mensen.
Het afgeven van vermissingsverklaringen.
Het afgeven van uittreksels van akten van overlijden.
Na de reorganisatie van 1 oktober 1949 zijn de eigenlijke opsporingswerkzaamheden stopgezet.
Inventaris van Collectie van de Indische Afdeling van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Amsterdam 2003).
De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding. Daarnaast zijn er bij de deelonderwerpen tevens korte inleidingen.
Omvang
ca 80 meter; 2034 inventarisnummers. Het deel betreffende de ODO omvat 2 meter aan archiefmateriaal (104 inventarisnummers).
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Alleen de inventarisnummers 368-509,1901, 1916-1918, 2413, 2415, 3085, 3217, 4527 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
Selectie en vernietiging
Geen verdere informatie over bekend
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van ODO bevat
Kopieën van verslagen, rapporten en processen-verbaal van getuigenverklaringen van de ODO. Deze verklaringen zijn alfabetisch geordend op naam van de getuigen.
Verzameld materiaal over de ODO.
Stukken over aangetroffen massagraven en oorlogsmisdrijven.
Het archief is niet compleet. Een deel van het archief van de
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
In het archief van de Algemene secretarie en de daarbij gedeponeerde archieven (2.10.14) zijn zowel in het deel dat zich bevindt bij de Arsip Nasional Republik Indonesia (ANRI) te Jakarta, Indonesië als bij het Nationaal Archief in Den Haag stukken afkomstig van de ODO aanwezig.
Omvang: 506 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz 19-57).
Indices op toegang
Van een aantal archieven zijn inschrijfmiddelen in de vorm van agenda's van ingekomen en uitgaande stukken bewaard gebleven. De daarin ingeschreven stukken zijn echter niet allemaal in de daar aangegeven volgorde in de inventaris terug te vinden. De reden hiervan is dat sommige archieven herordend of gedeeltelijk vernietigd zijn. Er is bij de desbetreffende agenda's wel aangegeven in welke inventarisnummers de stukken zich zouden kunnen bevinden.
Omvang
122 meter; 5038 inventarisnummers. Het gedeelte betreffende de ODO omvat 9 inventarisnummers (1934-1942).
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Deels openbaar, deels niet openbaar
Selectie en vernietiging
Gezien de bijzondere periode voor de Vaderlandse geschiedenis is zeer terughoudend opgetreden in het toepassen van de volgens de selectielijsten aangegeven vernietigingstermijnen. Alleen bij een klein aantal archieven op personeelsgebied heeft vernietiging op beperkte schaal plaatsgevonden. Verder zijn er alleen dubbelen verwijderd waarop zich geen aantekeningen bevonden.
Analytische beschrijving van het archief
In het archief zijn verschillende rapportages te vinden betreffende mensen die tijdens de Japanse bezetting zijn overleden. Een aantal rapporten gaat over specifieke gebeurtenissen waarbij Nederlanders zijn vermoord, zoals de "Madoera-affaire", de "Varkensmandenaffaire" en de moorden in de Simpangclub te Soerabaja.