Op 17 november 1944 maakte het College van Vertrouwensmannen - dat tot de terugkeer van de regering in Nederland als haar vertegenwoordiger optrad - per telegram aan de regering in Londen bekend dat een organisatie algemeene hulpverlening was gevormd. Deze organisatie kreeg na verloop van tijd de naam Nederlands Volksherstel. Op 9 juli 1945 werd de akte van oprichting van het Nederlands Volksherstel getekend.
Oprichters
mr. E.E. Menten, Regeringscommissaris voor Nederlands Volksherstel (namens 34 lastgevers)
dr. M.J. Prinsen, Raad-adviseur van het ministerie van Binnenlandse Zaken
mr. A.W. Schade van Westrum, hoofd-ambtenaar aan het ministerie van Handel en Nijverheid, waarnemend directeur van het Landelijk Bureau van Nederlands Volksherstel.
Aanleiding voor oprichting
Het Nationaal Volksherstel kwam aan het einde van de Tweede Wereldoorlog voort uit een samenwerkingsverband tussen sociaal-charitatieve organisaties (o.a. het Nederlandse Rode Kruis (NRK), het Interkerkelijk Overleg (IKO), en het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden) en diverse illegale verzetsorganisaties (o.a. de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO), het Nationaal Steunfonds (NSF)). Gevoelens van nationale saamhorigheid, die de vooroorlogse hokjesgeest zouden doorbreken, lagen ten grondslag aan het samenwerkingsverband, dat tot doel had na bevrijding gezamenlijk de verzorging van oorlogsgetroffenen te coördineren.
Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werk (NVMW)
Rechtsvorm
Stichting
Inrichting van de organisatie
In de akte van oprichting d.d. 9 juli 1945 is de inrichting van de stichting Nederlands Volksherstel als volgt beschreven:
Bestuur:
Aan het hoofd van de stichting stond de Bestuursraad bestaande uit ten minste veertig leden onder voorzitterschap van Prinses Juliana. De Bestuursraad voerde het oppertoezicht over de Stichting. De Bestuursraad werd gevormd door de voorzitter van den Raad van Beheer en door leden die waren aangewezen door de hierondergenoemde instellingen en organisaties. Tenzij hieronder anders is vermeld, wees elke instelling of organisatie één lid aan:
Het Interkerkelijk Overleg te ’s-Gravenhage, dat drie van zijn leden aanwees, evenals één lid, dat werd aangewezen door de Roomsch-Katholieke Kerk
De Stichting Het Leger des Heils in Amsterdam
De Federatie van Diaconieën in de Nederlandsche Hervormde Kerk te Utrecht
De Commissaris-Generaal voor de Parochiale Armbesturen te ’s-Gravenhage
De Conferentie van Gereformeerde Diaconieën
De Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo in Nederland te ’s-Gravenhage
De Aartsbisschoppelijke Hulpactie te Utrecht
De Nationale Hulpactie Roode Kruis te Tilburg
De Stichting Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden te ’s-Gravenhage
De Koninklijke Nationale Vereeniging tot Steun aan Miliciens (STAMIL) te Amsterdam
De Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van den arbeid voor Onvolwaardige Arbeidskrachten (A.V.O.) te Amsterdam
De Vereeniging “Het Nederlandsch Roode Kruis” te ’s-Gravenhage
De Nationale Federatie “Het Wit-Gele Kruis” te Utrecht
De Algemeene Nederlandsche Vereeniging “Het Groene Kruis” te Utrecht
De Nederlansche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose te ’s-Gravenhage
De Centraal Bond voor Inwendige Zending der Christelijke Philantropische Inrichtingen te Amsterdam
De Stichting “Het Nationaal Instituut” te Amsterdam
De Nationale Federatie voor de Geestelijke Volksgezondheid te Haarlem
De Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding te ’s-Gravenhage
De Stichting Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding te ’s-Gravenhage
De Vereeniging van Reclasseeringsinstellingen te Amsterdam
De Nederlansche Bond tot Kinderbescherming te Rotterdam
De Nederlandsche Federatie van Instellingen voor de Ongehuwde Moeder en haar Kind (F.I.O.M.) te ’s-Gravenhage
Nationale Commissie tot Uitzending van Nederlandsche Kinderen 1945 te ’s-Hertogenbosch
De Stichting Nederlandsche Jeugdgemeenschap te Amsterdam
De Groepen der Illegaliteit, welker vertegenwoordigers ten getale van ten minste vijf zullen worden aangewezen door den Grooten Raad der Illegaliteit te Amsterdam
De Vereeniging van Secretarissen van Armenraden te Amsterdam
De Vereeniging van Directeuren van Maatschappelijk Hulpbetoon te Haarlem
De Vereeniging van Secretarissen van Voogdijraden te ’s-Gravenhage
Nederlansche Bond van Boerinnen en andere plattelandsvrouwen, Federatie van Christelijke Vereenigingen van en voor vrouwen en meisjes, Christen Vrouwenbond, Bond van Sociaal Democratische Vrouwenclubs, Federatie van Roomsch-Katholieke Vrouwenbonden, Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers te Amsterdam, waarvan telkens één vertegenwoordigster zal worden aangewezen door het Nederlandsche Vrouwen Comité te Utrecht
De Stichting van den Arbeid te ’s-Gravenhage
Het Christelijk Nationaal Vakverbond te Utrecht
Het Roomsch-Katholiek Werklieden Verbond te Utrecht
Het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen te Amsterdam
De Eenheidsvakbeweging te Amsterdam
In de Bestuursraad konden eveneens vertegenwoordigers zitting nemen van die instellingen en organisaties op wier medewerking in de toekomst prijs zou worden gesteld. Een aantal leden met adviserende stem had in de Bestuursraad zitting. Deze personen werden aangewezen door:
de minister van Binnenlandse Zaken
de minister van Sociale Zaken
de minister van Financiën
de minister van Handel en Nijverheid
de directeur-generaal voor de Volksgezondheid, en indien nodig - door de Provinciale Comité’s van Nederlands Volksherstel en de Plaatselijke Comité’s in grotere steden
De stichting werd bestuurd door een Raad van Beheer. Deze Raad bestond uit ten minste zeven door en uit de Bestuursraad aan te wijzen leden. De voorzitter werd eveneens benoemd door de Bestuursraad. De Regeeringscommissaris voor Nederlands Volksherstel, dr. E.E. Menten, trad als eerste voorzitter op. De Raad van Beheer werd bijgestaan door een Algemeen Secretaris en door een Landelijk Bureau onder leiding van een directeur.
De werkzaamheden van de stichting werden verricht door diverse afdelingen: enerzijds door Provinciale Comité’s en anderzijds op gemeentelijk niveau door Plaatselijke Comité’s.
Doelstelling
‘De bevordering van de geestelijke en lichamelijke wederopheffing van het door het oorlogsgebeuren in nood verkeerend deel van het Nederlandsche Volk’.
Bevoegdheden
De Bestuursraad bepaalde de algemene beleidslijnen en bekrachtigde reglementen en reglementswijzigingen
De Raad van Beheer was verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken
Het Landelijk Bureau vertegenwoordigde de bestuursorganen tegenover de Provinciale Comité’s en Plaatselijke Comité’s in de dagelijkse werkzaamheden
Taken
De Stichting Het Nederlands Volksherstel tracht de doelstelling te bereiken door de navolgende middelen:
a. ‘Het coördineeren en in samenwerkend verband brengen van alle instellingen en organisaties van kerkelijken, semi-officiciëelen en particulieren aard, welke beoogen het wederopheffen van het door het oorlogsgebeuren in nood verkeerende deel van het Nederlansche Volk, zulks in contact en overleg met de betrokken overheidsdiensten;
b. Het bevorderen en steunen van den arbeid dier instellingen en organisaties, hetzij door geldelijken bijstand en subsidies, hetzij op andere wijze;
c. Het geven van adviezen en het doen van voorstellen aan evengenoemde instellingen en organisaties;
d. Het opwekken of het steunen van initiatieven, welke aan het doel der Stichting bevorderlijk kunnen zijn;
e. Het houden van of het medewerken aan inzamelingen van gelden, alsmede het regelen van de verdeeling daarvan;
f. Het medewerken aan inzamelingen van goederen en aan de verdeeling daarvan;
g. Andere wettige middelen, welke dienstig zullen worden geacht aan het herstel van een normaal volksleven en aan de verhooging van de geestelijke en moreele volkskracht.’
Het Nationaal Volksherstel was een organisatie die vanuit idealistische verwachtingen op sociaal gebied werd opgericht, maar die zich onvoldoende kon ontwikkelen als gevolg van conflicterende belangen, een gebrek aan (toegezegde) financiële steun van de overheid en een onvoldoende doordachte organisatorische opzet.
De Post: voorlichtingsblad van het landelijk Bureau van Nederlands volksherstel (’s-Gravenhage 1945 -…)
Leidraad betreffende de voorzieningen tot leniging van door den oorlog onstane nooden. Deel 1-5. Het Landelijk Bureau van Nederlands Volksherstel (z.p. 1946).
Richtlijnen Nederland’s Volksherstel (z.p. circa 1940).
Neij, R. en E.V. Hueting, Nederlands Volksherstel 1944-1947: een omstreden hulporganisatie in herrijzend Nederland (Culemborg 1988).
Voortgang zonder samenhang. Deel 1: De organisatie van het maatschappelijk werk (door R. Neij), deel 2: De permanente herstructurering in het welzijnswerk (door E. Hueting), deel 3: Aanhangsel (Naarden 1989).
Sandberg, H.W., Grote advies-commissie der Illegaliteit. Witboek over de geschiedenis van het georganiseerde verzet voor en na de bevrijding (Amsterdam 1950).
Omvang: 51 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-10).
Omvang
1,1 meter
Aantal inventarisnummers
287 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
foto
papier
Openbaarheid
volledige openbaarheid
Verloren geraakt
Onbekend
Selectie en vernietiging
Onbekend
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van het Nederlands Volksherstel (1944-1948) bevat:
stukken betreffende de oprichting en opheffing van de stichting
stukken betreffende de Bestuursraad
stukken betreffende de Raad van Beheer
stukken betreffende de (voorlopige) Commissie voor de organisatie van het Maatschappelijk Werk
correspondentie
financiële administratie, zowel voor als na de liquidatieperiode van Nederlands Volksherstel
stukken betreffende het ‘Eindverslag 1948’
referaten, nota's, periodieken en foto's
Archief van M. Tjeenk Willink
Het archief bevat geen persoonsdossiers.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Aan het archief van het Nederlands Volksherstel is het persoonlijk archief toegevoegd van bestuurslid mevrouw M. Tjeenk Willink.
In 1992 is het archief aangevuld met stukken die waren aangetroffen in de nalatenschap van A. Treurniet, archivaris-documentalist bij de Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn (NRMW).
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Onbekend
Opmerkingen
De collectie bestaat uit geschreven en gedrukte stukken en uit fotomateriaal die waren aangetroffen in de kelders van het voormalige hoofdkwartier van het landelijk particulier initiatief, de Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn (NRMW) aan de Eisenhowerlaan in Den Haag. Het betrof hier dozen en mappen met aselecte stukken, die de schoningsactie van het secretariaat in de jaren zeventig hadden overleefd. De toenmalige archivaris-documentalist van de NRMW, de heer A. Treurniet, heeft een deel van het archiefmateriaal kunnen redden door het thuis op te slaan. Treurniet stelde het materiaal voor nadere studie ter beschikking aan de onderzoekers R. Neij en E. Hueting en hij verzocht hen er een goede bestemming voor te kiezen. Het archief is overgebracht naar het Nationaal Archief.
Een relatief zelfstandig onderdeel van de collectie bestaat uit materiaal met betrekking tot de Staatscommissie Vervanging Armenwet, dat door de secretaris-generaal van Nederlands Volksherstel, mw. mr. M. Tjeenk Willink, als lid van deze commissie is verzameld. Omdat de voorstellen in de staatscommissie in nauwe samenhang met de ideeënvorming binnen Volksherstel zijn geconcipieerd, zijn de betreffende stukken aan de collectie toegevoegd.