De Nederlandse gezant in Londen, jhr. mr. E.M.F.J. Michiels van Verduynen, was gemachtigd door de minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, mr. M.P.L. Steenberghe tot de uitvoering van de Zeeschepenvorderingswet en de Wet behoud scheepsruimte. Michiels van Verduynen stelde daarop de Scheepvaartcommissie is.
Aanleiding voor oprichting
De minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, mr. M.P.L. Steenberghe, machtigde op 10 mei 1940 de gezant in Londen, jhr. mr. E.M.F.J. Michiels van Verduynen, tot de uitvoering van de Zeeschepenvorderingswet en de Wet behoud scheepsruimte. De Zeeschepenvorderingswet verleende de ministers van Economische Zaken en Defensie de bevoegdheid in geval van oorlog zeeschepen te vorderen en de Wet behoud scheepsruimte gaf de regering de zekerheid dat zij in geval van oorlog kon beschikken over voldoende scheepsruimte. Op 12 mei 1940 werd door Michiels van Verduynen een Scheepvaartcommissie ingesteld die hem zou adviseren bij de uitvoering van beide wetten. Op 22 mei werd deze commissie, inmiddels geheten de Netherland Shipping and Trading Committee, aangesteld door minister Steenberghe als beheerster (Custodian) van de schepen, ladingen en belangen die toe behoorden aan natuurlijke en rechtpersonen in bezet Nederland.
Opvolger
Directoraat-Generaal voor de Scheepvaart
Rechtsvorm
Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Ltd) per 1 juni 1940. Na de reorganisatie op 1 augustus 1944 werd de Shipping in overheidsdienst geplaatst en werd het een overheidsinstantie.
Inrichting van de organisatie
Inrichting van de organisatie (mei 1940 - 1 augustus 1944)
Netherland Shipping and Trading Committee mei 1940
L. Bohlken
D. Hudig, gedelegeerde van de Nederlandse Scheepvaartmaatschappij (voorzitter)
J.M. de Booy
P. Dijkstra, directeur van de Holland-Afrika Lijn en van de Holland-West-Afrika-Lijn (secretaris)
L.C.M. van Eendenburg
J.F. van Hengel
J. Olyslager
G.F. Ferwerda
D. Rahusen
M.D. Valstar, directeur van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij
Mr. C.C. Gischler, mede-eigenaar van het Van Ommeren's Scheepvaartbedrijf
Phs. van Ommeren
L. Bohlken
Taken van de commissieleden
D. Hudig, gedelegeerde van de Nederlandse Scheepvaartmaatschappij (voorzitter)
P. Dijkstra, directeur van de Holland-Afrika Lijn en van de Holland-West-Afrika-Lijn (secretaris)
Shipping & Technical Departement
L.C.M. van Eendenburg
Trade Departement
Mr. C.C. Gischler, mede-eigenaar van het Van Ommeren's Scheepvaartbedrijf
G.F. Ferwerda
Short Sea & Coastal Departement
L. Bohlken
Financial Departement
Phs. van Ommeren
Accounting Departement
Hr. Robinson
Inrichting van de organisatie
Afdeling Scheepvaart (Shipping)
Scheepvaartsecties
Deep Sea Section
Short Sea & Coastal section
Trawler Section
Scheepvaartafdelingen
Crew Department
Crew Insurance Department
Insurance Department
Technical Departement
Accounting and Financial Department
Afdeling Handel (Trade Section) onder leiding van mr. C.C. Gischler en G.F. Ferwerda (tot november 1943)
Office Administration Accounting and Financial Department
Internal Auditional and Investigation Department
Subcommissie te Parijs
Inrichting van de organisatie (1 augustus 1944 - 1945)
Directeuren van bewindvoering (directors of shipping)
6 directeuren van bewindvoering voor de visserij, grote en korte vaart
3 directeuren van bewindvoering voor de kustvaart
D. Hudig (voorzitter)
L. Bohlken
L.C.M. van Eendenburg
G.F. Ferwerda
C.C. Gischler (vice-voorzitter)
H. Meyer
J. Olyslager
Phs. van Ommeren
D. Rahusen
Administratie onder leiding van C.C. Gischler
Raad voor de Koopvaardij
De afwikkeling van de Nederlandse visserijzaken in Groot-Brittannië - het werk van de Trawler Section - kwam in de loop van 1945 in handen van de Bewindvoering Visserij Afdeling van het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening in Den Haag. De Bewindvoering Visserij in Londen is in augustus 1946 definitief geliquideerd. De Bewindvoering Koopvaardijvloot (Management Merchant Fleet) ging in juni 1945 over van het opgeheven Londense ministerie van Scheepvaart en Visserij naar het nieuwe Haagse ministerie van Scheepvaart. In de eerste helft van 1946 werd de Coastal and Short Sea Section te Londen geliquideerd.
Na de bevrijding wees de minister van Scheepvaart de Commissie voor Aangehouden Ladingen (COVAL) in Amsterdam aan als orgaan, dat de taak van de Netherland Shipping & Trading Committee in Nederland zou afmaken en met de belanghebbenden zou afrekenen. De Handelsafdeling in Londen werd agent van de COVAL. De Accounting Line Section van de Netherland Shipping & Trading Committee hield in het begrotingsjaar 1954-1955 op te bestaan, na een overeenkomst met de Engelse overheid.
Doelstelling
Beheerster (Custodian) van de schepen, ladingen en belangen die toe behoorden aan natuurlijke en rechtspersonen in bezet Nederland
Taken
Bevoegdheden van de Shipping (17 juni 1940)
De grotere scheepvaartondernemingen die hun zetel naar niet-bezet gebied hadden verplaatst, vielen in principe niet onder het beheer van de Netherland Shipping & Trading Committee. Wel dienden dergelijke rederijen verklaringen af te leggen, waarbij ze zich onderwierpen aan de regelingen van de Netherland Shipping & Trading Committee. Daarom werd de mogelijkheid geschapen om zogenoemde agentenvolmachten af te sluiten, waarmee de Netherland Shipping & Trading Committee ook als algemeen vertegenwoordigster kon gaan optreden van deze overgeplaatste rederijen. De grote lijnrederijen gaven geleidelijk akkoordverklaringen af aan de Netherland Shipping & Trading Committee, die aldus hun gevolmachtigde werd.
Ook werd vastgelegd, dat de Netherland Shipping & Trading Committee, als custodian en met gebruikmaking van art. 371 van het Wetboek van Koophandel, was gemachtigd om over te gaan tot lossing en eventuele verkoop van ladingen van Nederlandse schepen die waren afgemeerd in het Verenigd Koninkrijk of Nederlandse schepen die naar het Verenigd Koninkrijk onderweg waren.
Taken
Scheepvaartzaken.
Het in betaalde vaart houden van de door de Nederlandse regering aanvankelijk in gebruik gevorderde Nederlandse vloot (vanaf mei 1940).
Bewindvoering van de gevorderde vloot: het onderhoud, het bemannen en de verzekering der schepen, de zorg voor de naleving van bevrachtings- en huurovereenkomsten, het aanstellen van agenten voor de exploitatie der schepen en al datgene, wat een goed beleid vereist. De exploitatie der schepen voert bewindvoerster voor rekening van de Staat (vanaf 1 juni 1942).
Afwikkelen van de aangehouden en gestrande ladingen. De Shipping was de custodian van in Engeland en elders aangehouden ladingen met een Nederlandse bestemming en van in Engeland en elders gestand ladingen van Nederlandse eigendom.
Bemoeienissen met de vóór 10 mei 1940 door de Engelse overheid op verdenking van contrabande aangehouden voor Nederland bestemde ladingen (overname van de taak van Subcommissie I van de Commissie voor de Aangehouden Lading, COVAL).
Facturering van de door de Engelse regering uit de Nederlandse regerings- en particuliere ladingen overgenomen goederen.
Zorg voor gestrande ladingen, die ten gevolge van de oorlogstoestand Nederland niet hadden bereikt.
Opslag en verkoop van niet door de Engelsen overgenomen Nederlandse regerings- en particuliere ladingen.
Na de reorganisatie van 1 augustus 1944 kwam het formele beheer van de gevorderde schepen rechtstreeks onder de minister van Scheepvaart en Visserij te vallen. De Shipping bleef bestaan voor "de continuïteit in de administratie".
Het voeren van de administratie verband houdende met de exploitatie van de Nederlandse Koopvaardijvloot en Visserijvloot, waarvan het bezit is gevorderd.
Het aanhouden van een zodanig personeel, als voor het volvoeren van de genoemde taak en het dagelijks werk aan de bewindvoering verbonden wordt vereist.
De Crew Department behandelde alle zaken betreffende bemanningen, inclusief de administratie van de toewijzing van zeelieden aan schepen, regelingen inzake verblijf aan de wal, salarissen, toeslagen, behandeling van klachten. De administratie van ziekte, ongevallen en overlijden werd behandeld door de Crew Insurance department.
Inventaris van de archieven van de Commissie voor Aangehouden Lading (COVAL) en de Netherland Shipping and Trading Committee (NSTC), 1939-1957 (1966). Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst, (Den Haag/Winschoten 1995).
Omvang: 17 pagina's. De toegang bevat een summiere archivistische inleiding (blz 5-9)
Indices op toegang
In het papieren exemplaar, aanwezig op de studiezaal van het Nationaal Archief, is een klapper op persoonsnaam (inclusief de naam van het betrokken schip) opgenomen. Bij elke naam wordt verwezen naar het betreffende dossiernummer. Met behulp van de plaatsingslijst kan men vaststellen in welke doos het dossier is geborgen.
Dit archief bevat dossiers betreffende de nalatenschappen van zeelieden in dienst van de Nederlandse koopvaardij voorzover zij gedurende de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen. De stukken zijn afkomstig van drie instellingen. Vanaf 1945 was het ministerie van Scheepvaart en Visserij in Londen, Directoraat-Generaal voor de Scheepvaart Crew Insurance Department met de regeling van de nalatenschappen belast. Voor die tijd was dat een taak van de Netherland Shipping and Trading Committee (N.S.T.C.) te Londen. Ook de Stichting Zeerisico Londen had bemoeienis met de nalatenschappen. Dat men behalve de stukken van het D.G. Scheepvaart en N.S.T.C. ook stukken van Zeerisico in dit archief aantreft komt door de nauwe verstrengeling tussen Zeerisico en N.S.T.C.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archief is samengesteld door drie organisaties: de Directoraat-Generaal van Scheepvaart, de Netherland Shipping and Trading Committee (N.S.T.C.) te Londen en de Stichting Zeerisico Londen.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Zie ook: Inventaris van de archieven van de Commissie voor Aangehouden Lading (COVAL) en de Netherland Shipping and Trading Committee (NSTC), 1939-1957 (1966). Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst, (Den Haag/Winschoten 1995).
94.1 m (15 stalen kasten, 44 kaartendozen + 753 dozen)
Archiefordening
Onbekend
Informatiedrager
papier
Andere informatiedrager
De Londense Collectie Koopvaardij wordt op het ogenblik gedeeltelijk gedigitaliseerd. De medische dossiers worden niet gedigitaliseerd.
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
niet openbaar
Toelichting
De persoonskaarten zijn alleen raadpleegbaar met toestemming van hoofd afdeling Publieksinformatie en Collectiebeheer en door ondertekening van een archiefverklaring. De medische dossiers zijn niet openbaar.
Selectie en vernietiging
Geen verdere gegevens over bekend
Analytische beschrijving van het archief
De Londense Collectie Koopvaardij bevat alleen stukken over het gemilitariseerde deel van de koopvaardij. Stukken betreffende personeelsleden van voor of na die tijd bevinden zich niet in deze collectie. De collectie is nog steeds eigendom van het directoraat Goederenvervoer, maar is in beheer bij het NIMH.
De collectie bestaat uit gedetailleerde nota’s en staten van dienst van 30.000 Nederlandse en buitenlandse zeelieden die tussen 1940 en 1945 op Nederlandse transportschepen hun leven waagden voor de geallieerde zaak. De staten bevatten persoonsgegevens, gegevens omtrent waar men heeft gevaren, ziektegegevens, en gegevens omtrent vermissing, overlijden en desertie.
Op de achterkant van de kaarten staan gegevens over na-oorlogse nabetalingen (loon, pensioen etc.) aan de gemilitariseerde koopvaardijlieden.