| ||||||||||||
|
Ministerie van Binnenlandse ZakenNaamsafkorting
Ministerie van BZK
Toelichting op de periode van bestaan
1798 - heden Aanleiding voor oprichting
Na de inval door Duitsland in mei 1940 werden de Nederlandse ministeries in Londen voortgezet Voorloper
Inrichting van de organisatie
Ministers van Binnenlandse Zaken
Van Boeyen was tevens minister van Algemene Zaken gedurende het verblijf van de Nederlandse regering in Londen. Daarnaast was hij voor een periode minister van Defensie ad interim (12 juni 1941 tot 27 juli 1941) en minister van Oorlog ad interim (7 juli 1941 tot 15 september 1942).
Burger was gedurende de periode 11 augustus 1943 tot 31 mei 1944 minister zonder portefeuille, belast met het terugkeerbeleid (voorbereiding van het herstel van het bestuur na de bevrijding).
Inrichting van het departement per 1 mei 1941:
Inrichting van het departement omstreeks 1943:
Inrichting van het departement vanaf 3 juni 1944:
Plaatsvervangend hoofd: mr. H.P. Linthorst Homan
Positie binnen de organisatie
Het ministerie van Binnenlandse Zaken was één van de ministeries in ballingschap in Londen Taken
In de eerste jaren van de oorlog waren de activiteiten van het ministerie van Binnenlandse Zaken niet groot. Er was weinig contact met Nederland en de taken die Binnenlandse Zaken normaal had, konden niet uitgevoerd worden, omdat er geen 'binnenland' was. Taken van het departement per mei 1940:
Taken van het departement omstreeks 1943:
Taken van het departement vanaf 3 juni 1944:
Thema's
Doelgroep
Repatrianten
Plaatsen
Verwijzing naar andere archiefvormers
Literatuur
Website
Archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken: Bevolkingsregister en Burgerlijke Stand van Nederlanders in het BuitenlandBeginjaar
1940
Eindjaar
1945
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Inventaris Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
2.04.42 Omvang: 12 pagina's. De inventaris heeft geen inleiding Omvang
11,75 meter; 94 inventarisnummers Archiefordening
Alfabetisch Thematisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
niet openbaar Toelichting
Het gehele blok is tot 100 jaar na afsluiting van het jongste dossier niet openbaar Selectie en vernietiging
Geen verdere informatie over bekend Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat registers met namen van Nederlanders die tijdens de oorlog in het buitenland verbleven. Hierin staan ook geboortes en huwelijken vermeld. Dit deel van het archief is alfabetisch en op registratienummer geordend. Totaal zijn er 74 dossiers met registers van Nederlanders verblijvend in het buitenland. Daarnaast bevat het archief één dossier betreffende Nederlanders die naar Australië, de Nederlandse Antillen etc. zijn vertrokken. Tenslotte zijn er vier dossiers bevattende registers betreffende vermiste Nederlanders en drie dossiers betreffende gegevens van het overlijden van Nederlanders. Deze dossiers zijn alfabetisch geordend. Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
De bevolkingsregisters en de registers van de Burgerlijk Stand zijn afkomstig uit het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken te Londen. Na de oorlog zijn de registers overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief (= Nationaal Archief). Zie Nationaal Archief, Den Haag, Ministeries van Binnenlandse Zaken en Algemene Zaken te Londen, 1940-1945 (1946), nummer toegang 2.04.76. Archieven van de ministeries van Algemene Zaken en Binnenlandse ZakenPeriode
1940-1945 (1946)
Beginjaar
1940
Eindjaar
1945
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Toelichting
Er zijn diverse agenda's van ingekomen en uitgaande stukken van het ministeries van Algemene en Binnenlandse Zaken Kenmerk toegang
2.04.76 Omvang: 51 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 7-18) Omvang
7,5 meter; 378 inventarisnummers Archiefordening
Chronologisch Thematisch Informatiedrager
papier Andere informatiedrager
Bij dossier 268 behoort een doosje met 19 glasnegatieven van ontwerpen voor postzegels Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Voor raadpleging van stukken, jonger dan 75 jaar, met betrekking tot nog levende personen, is toestemming van de directeur van het Nationaal Archief vereist Verloren geraakt
In 1945 is het archief uit Londen overgebracht naar Den Haag. Het is onbekend hoe groot de omvang van de archieven na overbrenging naar Nederland was. Het is daarom ook niet bekend of een gedeelte van de archieven verloren is gegaan. Wel is bekend dat door de vermenging van de archieven van de ministeries van Binnenlandse en Algemene Zaken en de overdracht van taken tussen de twee ministeries het archief niet meer compleet is. Selectie en vernietiging
De archieven zijn twee keer geïnventariseerd. Een fragment-inventarisatie vond plaats in 1973 door het hoofd van het centraal archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er is daarbij ongeveer 20 meter archief vernietigd. De stukken die vernietigd zijn betroffen voornamelijk financiële stukken van de Huishoudelijke Dienst, de Internering en de Rijkspostspaarbank. Bij de tweede inventarisatie vanaf 1993 is nog een klein gedeelte vernietigd - 0,30 meter - op basis van de Lijst houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de archieven van het ministerie van Binnenlandse Zaken en in de onder dat ministerie ressorterende commissies en ambtenaren, vastgesteld in 1961 en gewijzigd op 14 juli 1967. Analytische beschrijving van het archief
Een groot deel van de tijd dat de Nederlandse regering in Londen was gevestigd, hadden de ministeries van Algemene en Binnenlandse Zaken dezelfde minister. Ook waren sommige ambtenaren bij beide ministeries actief. Daarnaast waren de taken van beide ministeries een enkele maal gewisseld. Door deze factoren is vermenging van het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het archief van het ministerie van Algemene Zaken opgetreden. In de inventaris is dan ook geen onderscheid aangebracht tussen het archief van het ministerie van Algemene Zaken en van Binnenlandse Zaken. Noch het ministerie van Algemene Zaken noch het ministerie van Binnenlandse Zaken hadden specifiek te maken met de repatriëring van Nederlandse onderdanen terug naar Nederland. Wel waren beide ministeries een periode verantwoordelijk voor de zorg voor vluchtelingen en oorlogsslachtoffers. Bij de uitvoering van deze laatste taak kwam het een aantal maal voor dat de departementen wel te maken kregen met de repatriëring van Nederlanders. In de hierna genoemde dossiers komt dit onderwerp aan bod:
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archief bevat een aantal gedeponeerde archieven:
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Direct na aankomst van het archief van de ministeries van Binnenlandse en Algemene Zaken in Nederland is een deel - 0,8m - afgesplitst en overgebracht naar het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (het huidige Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie). Een tweede deel is gelicht en toegevoegd aan het dynamisch archief van Binnenlandse Zaken vanwege de actualiteit van de stukken. Een laatste deel is toegevoegd aan het Kabinetsarchief van Binnenlandse Zaken. Het is onbekend wat de inhoud en de omvang van dit deel van het archief was. De archieven van het bevolkingsregister en de Burgerlijke Stand zijn in een aparte inventaris beschreven (zie Nationaal Archief, Den Haag, Bevolkingsregister en Burgerlijke Stand van Nederlanders in het Buitenland, 1940-1945, nummer toegang 2.04.42) Daarnaast is in 1954 een deel van het archief betreffende de Ministerraad overgedragen aan het ministerie van Algemene Zaken. Tenslotte zijn ook de zuiveringsarchieven afgesplitst van het oorspronkelijke archief en apart bewerkt. |
|||||||||||
|