Willem Charles Jean Marie (Bib) van Lanschot werd op 30 juni 1914 geboren in Vught. In 1946 trouwde hij met jonkvrouw Louise Marie van Meeuwen en zij kregen drie kinderen.
Van Lanschot koos in 1935 voor een militaire carrière nadat hem duidelijk was geworden dat een oorlog onvermijdbaar was. Hij schreef zich in bij de Koninklijke Militaire Academie en werd in 1938 luitenant bij het Eerste Regiment Huzaren in Amersfoort. Na de mobilisatie werd Van Lanschot verbindings- en inlichtingenofficier bij de staf van de Lichte Brigade in Noord-Brabant. In deze hoedanigheid deed hij mee aan de gevechten gedurende de oorlogsdagen in mei 1940. Na de capitulatie zette hij zijn strijd voort tegen de Duitsers. Hij werd actief lid van de Inlichtingendienst (ID). Als werkstudent - hij was rechten gaan studeren in Leiden - reisde hij als agent van een verzekeringsmaatschappij heel Nederland door terwijl hij tegelijkertijd militaire en economische inlichtingen verzamelde en de ID organiseerde.
Vanwege zijn activiteiten in het verzet werd hij door de SD in april 1942 gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Scheveningen. Daarna volgde de SD-gevangenis in Haaren - waar hij werd veroordeeld tot 'Nacht-und-Nebel-gevangene - kamp Amersfoort, concentratiekamp Natzweiler-Struthof en tenslotte concentratiekamp Dachau. Na de bevrijding van Dachau wist hij de Nederlandse gevangenen naar Nederland te repatriëren.
Tot 1949 bleef Van Lanschot in dienst van het ministerie van Defensie, waar hij onder andere de taak kreeg om vermiste personen uit de bezettingstijd op te sporen. Hij bleef zich echter zijn hele leven inzetten voor veteranen, militaire oorlogsslachtoffers en ex-politieke gevangenen. Hij was onder meer initiatiefnemer en voorzitter van het Comité Verzetsherdenkingskruis.
Na zijn militaire loopbaan kwam hij in 1949 in dienst van de N.V. Philips waar hij tot 1966 verschillende functies bekleedde. In 1966 stapte hij over naar het familiebedrijf de bank F. van Lanschot en wist deze op een dusdanige manier te reorganiseren dat er een nieuwe financiële structuur ontstond. Na zijn afscheid was de familiebank een internationaal grootaandeelhoudersbedrijf geworden.
Een opmerkelijke episode uit het leven van Van Lanschot was de oproep tot het vrijlaten van de 'Twee van Breda'. Als voorzitter van een comité van 19 prominente Nederlanders pleitte hij voor de vrijlating van de twee hoogbejaarde Duitse oorlogsmisdadigers. Ondanks de vele protesten tegen het comité en het pleidooi, besloot de Tweede Kamer tot vrijlating van Fischer en Aus der Fünten in het voorjaar van 1989. Hierna trad Van Lanschot uit de publiciteit. Op 17 augustus 2001 overleed Bib van Lanschot