In 1992 werd in Amsterdam het driedaags congres ‘Het ondergedoken kind’ gehouden. In 1995 kreeg dat een vervolg in het JMW-congres ‘Over Zwijgen gesproken’. Vervolgens besloot een groepje deelnemers de Vereniging Joodse OorlogsKinderen (JOK) op te richten. Daarbij speelde onenigheid binnen de sinds 1994 bestaande Vereniging ‘Het Ondergedoken Kind’ (HOK) ook een rol.
Rechtsvorm
Vereniging
Inrichting van de organisatie
Samenstelling bestuur sinds de oprichting van JOK:
Voorzitters:
P.M. Manasse (sinds 25 juni 2000)
Mevr. Bonn (van 13 oktober 1996 tot 25 juni 2000)
J.L. Walvisch (van 16 februari 1995 tot 13 oktober 1996)
Secretarissen:
E. Houtkooper-Barend (sinds 1 augustus 2001);
Mevr. R. Kats (van 16 februari 1995 tot 1 september 2001).
Penningmeesters:
W.J. Damman (sinds 1 juni 2003);
W.J.N. Waaijer ( van 16 november 1998 tot 1 juli 2001);
P.O. van Zuilekom (penningmeeter van 16 februari 1995 tot 12 november 1995).
Leden:
M.B. Cijs-Loonstijn (lid sinds 1 september 2002);
M.K. Loeb (lid sinds 1 september 2002);
B. Evers-Emden (lid sinds 1 augustus 2001);
H.L. Ellerbroek-de Vries (lid van 13 oktober 1996 tot 25 maart 1999);
W.J. Damman (li van 13 oktober 1996 tot 25 juni 2000);
E.E. Damman-Jesaijes (lid van 16 februari 1995 tot 28 juni 1998);
D. de Jong (lid van 16 februari 1995 tot 12 november 1995).
Doelstelling
JOK is een vereniging waar men elkaar kan ontmoeten voor de persoonlijke contacten en ervaringsuitwisseling. De vereniging JOK wil haar leden de mogelijkheid bieden, los van bestaande structuren, met en voor elkaar een sociaal en/of cultureel netwerk te vormen, waarin onderlinge vriendschap gegeven en ervaren kan worden.
Taken
het bieden van een netwerk van mensen die elkaar onderling steunen
verschaffen van informatie en behartigen van belangen van haar leden, waar nodig individueel
streven naar tolerantie, ook in eigen kring, en naar dialoog met de naoorlogse generatie
organiseren van activiteiten op het gebied van joodse cultuur en joodse traditie in de breedste zin, zoals lezingen, themamiddagen, rondleidingen etc.
contacten leggen en ervaringen uitwisselen met soortgelijke organisaties in binnen- en buitenland
actief zijn op maatschappelijk en politiek gebied door de samenleving ondermeer te attenderen op de gevolgen van gesignaleerde misstanden op het gebied van intolerantie, discriminatie, antisemitisme en racisme
Manasse, P.M., Het onderbrengen van Joodse oorlogskinderen. De rol van de Stichting Le-Ezrath Ha-Jeled 1945-1950 en de Gefusioneerde Joodse Instellingen voor Kinderbescherming 1950-1975 (Purmerend 2004)
Verder geeft de Vereniging sinds 1994 viermaal per jaar het blad Waffel uit. Ook onder de titels: Nieuwsbulletin ‘Waffel’, JOK verenigingsblad en Verenigingsblad waffel.
Algemene publicaties - een selectie:
Thijn, E. van, Achttien adressen (Amsterdam 2004).
Evers-Emden, B., Je ouders delen. Een eerste onderzoek naar de gevoelens van eigen kinderen in pleeggezinnen in de oorlog en nu (Kampen 1999).
Ridder, T. de en S. G. van der Veen (red.), Oorlogskinderen, toen en nu: aspecten van problematiek en behandeling (Utrecht 1997).
Evers Emden, B., Geschonden bestaan. Gesprekken met vervolgde joden die hun kinderen moesten ‘wegdoen’ (Kampen 1996).
Vrijenhoek, I., Oorlogskinderen: kinderen in Nederland tijdens de Duitse bezetting (Amsterdam 1995).
B. Evers-Emden en B.J. Flim, Ondergedoken geweest: een afgesloten verleden? Joodse ‘kinderen’ over hun onderduik, vijftig jaar later (Kampen 1995).
B. Evers-Emden, Geleende kinderen. Ervaringen van onderduikouders en hun joodse beschermelingen in de jaren 1942-1945 (Kampen 1994).
M. Arian, H. Dresden, W.D. Visser (red.), Conferentie Het Ondergedoken Kind. Conferentieverslag (Utrecht 1993).
T. de Ridder en E.M.A. Schneiders, Joodse onderduikkinderen van toen (Utrecht 1992).
B. Evers-Emden, Onderduikouders en hun Joodse ‘kinderen’ over de onderduikperiode. Interviews met mensen die Joodse kinderen bij zich lieten onderduiken en interviews met deze Joodse onderduikers (Utrecht 1988).
Anders dan de Vereniging HOK, is JOK een vereniging voor iedereen die kind was in de oorlog, geboren tussen 10 mei 1919 en 15 augustus 1945, met tenminste één Joodse ouder. JOK is er voor Joodse kinderen uit de onderduik, uit de Duitse en Japanse kampen, voor de kinderen van gemengd gehuwde of zgn. geariseerde ouders en ook voor hen, die als kind in de oorlog zogenaamd niets hebben meegemaakt omdat zij in het buitenland verbleven.
De inventaris is in 2008 door R. de Vos vervaardigd, en bevat zowel een historische als een archivistische inleiding.
Omvang
0,5 meter
Aantal inventarisnummers
28
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Toelichting
Bij het maken van de inventaris is zoveel mogelijk vastgehouden aan de originele structuur van het archief en is rekening gehouden met de structuur van de vereniging. Dit heeft geleid tot een inventarisstructuur bestaande uit twee rubrieken: 'bestuur' en 'leden'. In de rubriek 'bestuur' bevinden zich de correspondentie en de vergaderstukken. In de rubriek 'leden' bevinden zich stukken betreffende algemene ledenvergaderingen en ledenlijsten. Alle stukken zijn in principe chronologisch geordend. Waar de stukken alfabetisch geordend zijn is dit aangegeven.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
volledige openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar, met uitzondering van inventarisnummer 28 dat volledig openbaar is. Het archief wordt in 2060 in zijn geheel volledig openbaar.
Verloren geraakt
Niet bekend
Selectie en vernietiging
Tijdens de bewerking van het archief zijn de dubbelen vernietigd.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bestaat voor het grootste gedeelte uit correspondentie, zowel met leden en aanverwante organisaties, als tussen bestuursleden onderling. Daarnaast zitten er vergaderstukken in het archief, van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de werkgroepen.
Bronnen
Uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel, 14-07-2009.