Het betreft dossiers inzake het vooronderzoek door de Inspecteur-Generaal van de Scheepvaart in Den Haag naar scheepsrampen met Nederlandse schepen die hebben plaatsgevonden in het door de Duitse bezetter gecontroleerde gebied. Het gaat merendeels om de kustwateren van Nederland en Duitsland, Scandinavië en het Oostzeegebied. Het betreft circa 400 dossiers die chronologisch zijn geordend.
De dossiers bevatten meestal verklaringen van getuigen en een beschikking betreffende het al dan niet voortzetten van het onderzoek naar de scheepsramp. Indien er slachtoffers zijn gevallen, worden deze meestal met naam en toenaam vermeld. Niet alle scheepsrampen waren echter oorlogsgerelateerd.