De functie van Commandant der Zeemacht was tijdens de oorlog opgeheven. Na het einde van de oorlog werd de functie weer ingesteld. Op 9 oktober 1945 werd schout-bij-nacht P. Koenraad benoemd tot waarnemend Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië.
Aanleiding voor oprichting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ressorteerden de Nederlandse strijdkrachten in het Verre Oosten onder de bevelhebber der Strijdkrachten in het Oosten (BSO). Na de capitulatie werd de zelfstandige positie van de BSO ingeperkt en kwam hij onder opperbevel van de landvoogd te staan. Op 9 oktober 1945 benoemde de BSO vice-admiraal C.E.L. Helfrich schout-bij-nacht P. Koenraad tot waarnemend commandant Zeemacht in Nederlands-Indië .
Commandant Zeemacht in Nederlands-Indië/Commandant der Zeemacht in het Oosten/vlagofficier der Koninklijke Marine in Indonesië
9 oktober 1945 - 19 januari 1946 schout-bij-nacht P. Koenraad. Waarnemend Commandant Zeemacht in Nederlands-Indië.
25 januari 1946 - 30 september 1949 vice-admiraal A.S. Pinke. Van 19-24 januari 1946 waarnemend Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië. Vanaf 8 januari 1947 tevens hoofd van het departement der Marine in Nederlands-Indië. Met ingang van 3 september 1948 werd de naam van de functie veranderd in Commandant der Zeemacht in het Oosten.
1 oktober 1949 - 1 januari 1951 schout-bij-nacht/tijdelijk vice-admiraal F.J. Kist. Commandant der Zeemacht in het Oosten en hoofd van het departement der Marine in Indonesië. Na de soevereiniteitsoverdracht werd de naam van de functie gewijzigd in vlagofficier der Koninklijke Marine in Indonesië.
In de eerste maanden na de Japanse capitulatie bestond het hoofdkwartier van de Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië uit de volgende onderdelen.
Centraal commandement in Batavia
Port parties.
OAZ-schappen (Oudst Aanwezige Zeeofficier). Eerst onder de naam van Naval Officers in Charge en Marine Liaison Officers.
Maritiem Commando Grote Oost (MTCGO). Opgericht op 15 februari 1946.
Maritiem Commando Soerabaja (MTCS; Oost-Java, eilanden Madoera, Bali en Lombok, straat Madoera).
Positie binnen de organisatie
De Commandant der Zeemacht viel onder de minister van Marine en de bevelhebber der Zeestrijdkrachten in Den Haag. En zolang Groot-Brittannië het geallieerde opperbevel had in Nederlands-Indië stond de Commandant tevens onder het bevel van de Commander in Chief Allied Forces Netherlands Indies.
Na het vertrek van de Britten werd de Commandant der Zeemacht tevens benoemd tot hoofd van het departement van Marine in Nederlands-Indië en was verantwoording schuldig aan de luitenant-gouverneur-generaal.
Vanaf 5 mei 1950 werd de Commandant rechtstreeks onder de minister van Marine geplaatst.
Taken
De Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië was belast met de dagelijkse leiding over het maritieme gezagsherstel en had het bevel over het personeel en het materiaal van de Koninklijke Marine in het Verre Oosten. Hij was direct na de capitulatie van Japan verantwoordelijk voor:
Vorming van de voor in Nederlands-Indië bestemde Mariniersbrigade.
Optreden als adviseur van de luitenant-gouverneur-generaal en het opvolgen van diens aanwijzingen.
Daarnaast hield de Koninklijke Marine zich vanaf 1946 in Nederlands-Indië bezig met:
Patrouilleren van het gehele zeegebied in Nederlands-Indië ter onderschepping van de illegale scheepvaart, bestemd voor infiltratie propagandisten en terroristen, wapenvervoer, e.d.
Het uitoefenen van een blokkade van bepaalde gebieden, bv. van Java.
Het bevaren van riviermonden, speciaal de Oostkust van Sumatra, voor het tegengaan van ongecontroleerde uitvoer van Nederlands-Indische producten en onderdelen van Nederlands-Indische industrieën naar Malakka.
Het met spoed vervoeren van grotere contigenten troepen naar die plaatsen, waar een versterking van het leger plotseling noodzakelijk blijkt.
Het ondersteunen van landingen van de Nederlandse troepen, indien verwacht wordt dat op weerstand zal worden gestuit.
Het met de landingsdivisies en vertonen van de vlag verstevigen van het Nederlandse gezag c.q. herstellen van dit gezag indien het vertrouwen geschokt mocht zijn door nationalistische propaganda.
Het gelegenheid geven aan bestuursambtenaren en andere Nederlands-Indische autoriteiten voor het maken van inspectiereizen c.q. bezoeken aan verafgelegen bestuursposten.
Het opruimen van de duizenden verankerde, magnetische, akoustische en andere mijnen in Nederlands-Indische wateren.
Het regelen, organiseren, helpen in havens, die nog niet geheel door de burgerlijke instanties kunnen worden beheerd.
Vanaf februari 1947 waren de taken als volgt gedefinieerd:
Actief in de bestrijding van infiltratie in de onder Nederlands gezag staande gebieden.
Bescherming van de veilige vaart ter zee en bestrijding van zeeroof, beschietingen vanaf de wal en elk bewapend Republikeins schip.
Bestrijding van de invoer van wapens en militaire goederen.
Steunverlening aan het leger.
Bescherming van de economische belangen door controle op verboden in-, uit- en vervoer over zee.
De logistieke ondersteuningspunten in Australië (marinecommandement Australië) en Colombo (marinecommandement Colombo) lagen ook in het bevelsgebied van de Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië.
Inventaris van het archief van het ministerie van Defensie: Commandant Zeemacht in Nederlands-Indië, (1942-) 1945-1950 Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst (Den Haag/Winschoten 2000).
Archief van de Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië
Omvang: 236 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (pag. 7-25).
Omvang
31,25 meter; 2292 inventarisnummers.
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
foto
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
De inventarisnummers 9-11, 66-92, 94-97, 282-288, 306, 311, 341, 1579 en 2280 zijn tot het jaar 2010 beperkt openbaar. Ontheffing openbaarheidsbeperking na toestemming van de directeur van het Nationaal Archief.
Selectie en vernietiging
Het archief van de Commandant Zeemacht in Nederlands-Indië (CZMNI) is tussen 1997 en 1999 geïnventariseerd door de Centrale Archief Selectiedienst.
De archieven behorende tot de CZMNI werden gevormd tijdens "bijzondere omstandigheden": een feitelijke oorlogssituatie en de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië. Dit hield in dat ook in uitvoerende zin zeer terughoudend met vernietiging werd omgegaan. Als leidraad voor de vernietiging diende de vernietigingslijst voor het Ministerie van Defensie, vastgesteld in 1969 en gewijzigd en aangevuld in 1971, 1979, 1982, 1987 en 1994. Slechts routine-aangelegenheden werden ter vernietiging voorgedragen.
Uiteindelijk werd 31,25 meter archief van de CZMNI aangemerkt als te bewaren.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van de Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië bevat stukken in het kader van organisatie en administratie. Over het personeel, zowel militair als burger, zijn er bescheiden omtrent de personeelssterkte, werving en opleiding en onderzoek naar gedragingen. Met betrekking tot de taakstelling zijn er stukken over de Tweede Wereldoorlog; reisverslagen van schepen; het algemeen bestuur van Nederlands-Indië (het militair gezag, de onafhankelijkheid en oorlogsvoering); Japan; verrichtingen van het Korps Mariniers en het KNIL; vlootorders en instructies, voorlichtingsdienst, inlichtingendiensten en veiligheid; reisverslagen en politieke informatie c.q. rapportage (over internationale ontwikkelingen); de militaire liaison; scheepvaart, zeevervoer en luchttransport; operatierapporten en het diverse materieel (schepen, vliegtuigen, gebouwen etc.).
Het archief bevat stukken over het instellen van onderzoeken naar vermisten en het verstrekken van inlichtingen omtrent vermiste en/of gesneuvelde militairen. Daarnaast zijn er stukken over de (her)begrafenis van overleden militairen en de afwikkeling van de nalatenschappen. Inventarisnummer 342 bevat namenklappers van vermisten en overledenen en inventarisnummer 349 bevat lijsten en overzichten met opgaven van vermiste, gesneuvelde en overleden militairen.
De stukken die vallen onder de rubriek 'sneuvelen, vermissing, overlijden, graven, herbegraven en nalatenschappen' betreffen niet alleen de oorlogsperiode, maar ook de periode van de bersiapperiode tot de soevereiniteitsoverdracht.
Daarnaast bevat het archief een groot aantal dossiers over gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, zoals de ondergang van verschillende Nederlandse schepen en de afwikkeling van aangelegenheden met betrekking tot overleden, overlevend of vermist personeel van deze schepen (zie bv 1348), de toestand in interneringskampen, verslagen van oorlogsverrichtingen, stukken over overleden en vermiste krijgsgevangenen en marinepersoneel.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Als gedeponeerde archieven in het archief van de Commandant der Zeemacht zijn opgenomen:
Het archief van de Commandeur Soerabaja.
Het archief van de Marine Luchtvaartdienst in het Oosten.