Aanvankelijk stelde het NHI zich de coördinatie van de materiële en morele hulpverlening in Nederlands-Indië vanuit Nederland ten doel. Als gevolg van de naoorlogse politieke veranderingen in de kolonie werd de doelstelling breder geformuleerd en werd de hulp niet langer beperkt tot hulpverlening aan oorlogsgetroffenen in Nederlands-Indië.
In de statuten werd de doelstelling als volgt geformuleerd:
'steunverlening in den ruimsten zin des woords aan Indië, aan Nederlanders, Nederlandsche onderdanen en andere ingezetenen, die in Indië wonen of er na negentienhonderd veertig gewoond hebben, voorzoover dezen voor hulp in aanmerking komen en wel overal waar tengevolge van den oorlog en/of bezetting nood heerscht en de regeering dien nood niet of niet voldoende lenigen kan'.