Op het Congres van Wenen in 1815 waren afspraken gemaakt over de diplomatieke vertegenwoordiging. Er werd overeengekomen dat alleen de grote mogendheden ambassadeurs zouden uitwisselen. De kleinere landen zouden het moeten doen met gezanten, die een lagere status hadden dan ambassadeurs. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hier verandering in. Er kwamen meer landen met ambassades. Ook Nederland wilde graag ambassadeurs hebben in bepaalde landen. In 1935 werd de eerste poging ondernomen om een ambassade op te richten in Groot-Brittannië. De Britten waren hier echter geen voorstander van en bleven het voorstel weigeren. Pas toen op 7 mei 1942 de Verenigde Staten besloot om een Nederlandse ambassadeur te accrediteren, kwamen de Britten snel over de dam. Op 8 mei volgde de accreditatie van de Nederlandse ambassadeur in Groot-Brittannië. In de jaren daarna volgde de Sovjet-Unie, China, België en op 19 april 1945 Frankrijk. De Nederlandse gezant in Frankrijk Van Haersma de With werd gepromoveerd tot ambassadeur.
Voorloper
Gezantschap te Frankrijk
Inrichting van de organisatie
Het Nederlands gezantschap te Frankrijk werd in 1940 op last van de Duitse bezetter gesloten. De consulaten bleven vooralsnog open. Op 22 november werden echter ook deze Nederlandse diplomatieke posten gesloten. Om de Nederlandse belangen te kunnen blijven behartigen, werden er Offices Néerlandais opgericht. Deze waren gevestigd in de voormalige consulaten. Een jaar later werden ook deze Offices door de Duitsers gesloten. Alleen de werkzaamheden met betrekking tot de opvang van en hulpverlening aan Nederlandse vluchtelingen mochten nog voortgezet worden. Alle consulaire werkzaamheden mochten vanaf dat moment alleen nog maar uitgevoerd worden door vertegenwoordigers van Zweden. Het neutrale Zweden was al voor de oorlog door de Nederlandse regering verzocht de belangen van Nederland te behartigen in oorlogstijd, indien Nederlandse vertegenwoordigers dit niet meer mochten of konden doen.
In juli 1942 werd het Zweden verboden om nog langer de belangen van Nederland te behartigen. Daarnaast werd de zorg voor de Nederlandse vluchtelingen overgenomen door Franse ambtenaren. Eind 1942 werd het Bureau ter Behartiging van de Belangen van de Nederlanders in Parijs opgericht. Dit Bureau ressorteerde onder het Departement van Buitenlandse Zaken te Den Haag. Het Bureau stond onder Duits toezicht. Pas na de bevrijding van Parijs kon er opnieuw een gezant voor Nederland worden aangesteld. In oktober 1944 werd het gezantschap weer geopend. In 1945 werd de eerste ambassadeur benoemd en werd het gezantschap een ambassade.
Ambassadeurs/gezanten
F. Gerth van Wijk (gezant) (ca. september 1944-april 1945)
H.M. Haersma de With (1945)
Jhr.mr. A.W.L. Tjarda van Starkenborch Stachouwer (1 februari 1946-1 december 1948)
Mr. C.G.W.H. baron van Boetzelaer van Oosterhout (1 december 1948-1 december 1957)
Organisatie per 1 januari 1948
Chef de poste
Gevolmachtigd minister
Politieke afdeling
Economische afdeling
Consulaire afdeling
Positie binnen de organisatie
De ambassade ressorteert onder het ministerie van Buitenlandse Zaken
Taken
De taken van een ambassade zijn in het Reglement Buitenlandse Dienst (Koninklijk Besluit 13 oktober 1951, Staatsblad nr. 449) vastgelegd:
Het Koninkrijk in het buitenland vertegenwoordigen;
De buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk onderhouden door middel van contacten met de regering van de ontvangende staat;
De belangen van het Koninkrijk en van de onderdanen behartigen en beschermen buiten het grondgebied;
Het verzamelen en verstrekken van gegevens met betrekking tot het gastland die voor de regering en voor de bewoners van het Koninkrijk van belang kunnen zijn;
Buiten het grondgebied van het Koninkrijk de gerechtelijke, buitengerechtelijke en administratieve handelingen en werkzaamheden te verrichten welke krachtens internationale overeenkomsten en de wetten en voorschriften van het Koninkrijk aan diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn opgedragen of waartoe deze bevoegd zijn verklaard;
Het verrichten van alle andere door of vanwege de regering op te dragen werkzaamheden.
De werkzaamheden van de ambassades en consulaten zijn onder te verdelen in:
Politieke aangelegenheden
Economische aangelegenheden
Ontwikkelingssamenwerkingsaangelegenheden
Consulaire aangelegenheden
Pers- en Culturele aangelegenheden
De ambassade in Frankrijk heeft, in samenwerking met de Nederlandse Missie tot Repatriëring bij de Franse regering, zich na de oorlog beziggehouden met de repatriëring van duizenden Nederlanders.
Inventaris van de archieven van de Ambassade in Frankrijk te Parijs, 1943-1955; Consulaat te Parijs, 1945-1954; Nederlandse Missie te Parijs, 1932-1950. Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst (Den Haag/Winschoten z.j.).
Kersten, A.E., Buitenlandse zaken in ballingschap: groei en verandering van een ministerie, 1940-1945 (Alphen aan den Rijn 1981).
Gedane Buitenlands Zaken. Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein buitenland, ontwikkelingssamenwerking en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1945 - 1990 (1994)PIVOT-rapport nummer 103, Rijksarchiefdienst/PIVOT en het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Den Haag 2000).
Het archief van het gezantschap is nader toegankelijk door de aanwezigheid van agenda's en registers van ingekomen en uitgaande stukken. Daarnaast zijn er twee dossiers betreffende de inhoudsopgaven van stukken en dossiers van het geheime en gewone archief. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden, dat bij de inventarisatie de ordening van het archief en de beschrijvingen van de dossiers zijn gewijzigd.
Omvang: 42 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-9)
Omvang
12 meter; 500 inventarisnummers. Het archiefdeel van de ambassade omvat 260 inventarisnummers
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
foto
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het archief is beperkt openbaar. Een aantal stukken is in slechte materiële conditie. Inzage van deze dossiers is dan ook niet mogelijk.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat dossiers over de organisatie van de ambassade en de uitvoering van de taken die een ambassade heeft. Alle werkzaamheden die te maken hadden met repatriëring werden door de Nederlandse Missie voor Repatriëring bij de Franse Regering die aan de ambassade was verbonden gedaan. Dit archief is niet opgenomen in het archief van de ambassade. Dit verklaart ook het geringe aantal dossiers over dit onderwerp.
958 Stukken betreffende het Regeringscommissariaat voor Repatriatie/Nederlandse Missie bij de Franse regering, 1944-1947.
1051 Stukken betreffende de repatriëring van Nederlanders uit Frankrijk, 1944-1948.
1090 Stukken betreffende de behandeling van de problematiek rondom de repatriëring van Indonesiërs uit Nieuw Caledonië, 1943-1951.
Wel in het archief aanwezig zijn stukken over het onderhoud van Nederlandse oorlogsgraven in Frankrijk. Het dossiers bevat lijsten met namen van Nederlandse burgers en militairen begraven in Frankrijk.