| ||||||||||||
|
Algemene Secretarie van de Nederlands-Indische RegeringOprichtingsdatum
1816
Opheffingsdatum
juni 1950
Inrichting van de organisatie
Aan het hoofd van de Algemene Secretarie stond de Algemeen Secretaris met onder hem een aantal gouvernementssecretarissen, waarvan er één de functie van Eerste Gouvernementssecretaris had. Vóór 1942 kende de Algemene Secretarie een bureau-indeling, die er als volgt uitzag:
Organisatie van de Secretarie in september 1948:
Toen Nederlands-Indië een meer zelfstandige positie kreeg als gevolg van de Duitse bezetting van Nederland, werden in mei 1940 de staatkundige en politieke aangelegenheden ondergebracht bij een nieuw geformeerd Kabinet van de Gouverneur-Generaal. De directeur van dit Kabinet kwam naast de algemeen secretaris te staan. Samen met zijn adviseurs vormde de directeur de politieke afdeling van de Algemene Secretarie en nam hij als zodanig een belangrijk deel van de taak van de algemeen secretaris over. De functie van algemeen secretaris werd in de laatste periode achtereenvolgens vervuld door:
Departementen van de Secretarie (maart 1945):
Als eerste gouvernements-secretaris is mr E.O. baron van Boetzelaer vrijwel de gehele periode vanaf 1945 in functie geweest. Directeur van het Kabinet waren:
Direct onder de Algemene Secretarie ressorteerden de Regerings Voorlichtings Dienst, het Kantoor Algemene Personele Zaken, het Landsarchief en het Kantoor voor Japanse Zaken, dat in 1945 van de Dienst der Oost-Aziatische Zaken werd afgesplitst. De Algemene Secretarie handelde na de souvereiniteitsoverdracht de lopende zaken af en werd in juni 1950 opgeheven. Positie binnen de organisatie
De Algemene Secretarie maakte deel uit van de bestuurlijke organisatie van Nederlands-Indië. Doelstelling
Als administratief apparaat had de Algemene Secretarie tot doel de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië terzijde te staan in de uitoefening van zijn functie. Bevoegdheden
In de regeringsreglementen vanaf 1818 is nooit een artikel opgenomen betreffende de samenstelling, inrichting en bevoegdheden van de Algemene Secretarie. Slechts door de vermelding van de secretarissen in diverse artikelen werd zijdelings naar het bestaan van een secretarie verwezen. Vanwege het feit dat de gouverneur-generaal de volle verantwoordelijkheid voor het beleid in Nederlands-Indië droeg, werd de omvang van de taak van de Algemene Secretarie bepaald door de omvang van de taak van de gouverneur-generaal in de staatsinrichting. Deze constructie zorgde voor een zeer grote centralisatie van het Indisch bestuur. Taken
De Algemene Secretarie vormde een afspiegeling van de Indische administratie. Ieder besluit van enig belang kwam pas tot stand na raadpleging van de gouvernements-secretarissen en commiezen-redacteurs van de Algemene Secretarie. Hierdoor ontstond een tussenlaag tussen de departementshoofden en de gouverneur-generaal, die grote invloed kon uitoefenen op het regeringsbeleid. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de Raad van Departementshoofden als formeel medewetgevend orgaan dichter bij de gouverneur-generaal te staan. In de praktijk ging de groep adviseurs een zeer belangrijke rol ging spelen.
Doelgroep
Oorlogsgetroffenen uit Nederlands-Indië
Repatrianten
Landen
Plaatsen
Verwijzing naar andere archiefvormers
Literatuur
Archief van de Algemene Secretarie van de Nederlands-Indische RegeringPeriode
(1922) 1944-1950
Beginjaar
1944
Eindjaar
1950
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag. www.nationaalarchief.nl De inventarisnummers 1 t/m 1999 berusten bij het Arsip Nasional Republik Indonesia (ANRI) te Jakarta, Indonesië. Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
2.10.14 Omvang: 591 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 21-55). Indices op toegang
Agenda's, (namen- en zaken-)klappers, indicateurs, registers. Omvang
52,5 meter; 3682 inventarisnummers bij het Nationaal Archief. Archiefordening
Thematisch Informatiedrager
foto papier Andere informatiedrager
Het archief bevat tevens kaarten. Een deel van het archief is gedigitaliseerd en is op de website www.afscheidvanindie.nl te bekijken. De stukken die gedigitaliseerd zijn houden verband met de Japanse bezetting, de bersiapperiode en de dekolonisatie van Nederlands-Indië. Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het beperkt openbare gedeelte van dit archief (niet-openbaar categorie B) is alleen ter inzage na schriftelijke toestemming tot raadpleging. Deze toestemming kan worden verkregen d.m.v. een schriftelijk verzoek (per brief, inclusief onderzoeksopzet) aan de directeur van het Nationaal Archief t.a.v. het hoofd Onderzoek. Verloren geraakt
Van de complete chronologische registers van besluiten van de Luitenant Gouverneur-Generaal en series minuut-besluiten van de Algemeen Secretaris is slechts een klein gedeelte bewaard gebleven. Ook de ingangen, zoals klappers en agenda’s, zijn voor een deel verloren gegaan. Voor het raadplegen van het archief zijn deze vanwege het toegepaste rubriekenstelsel niet strikt noodzakelijk. Over het algemeen maakt het archief een vrij complete indruk: belangrijke lacunes werd tijdens de bewerking niet aangetroffen. Selectie en vernietiging
Het percentage stukken van de Algemene Secretarie, dat voor vernietiging werd voorgedragen aan de Directeur van het Arsip Nasional is zeer gering gehouden, ca. 5%. Het betreft dan voornamelijk stukken betreffende administratief-huishoudelijke kwesties van de Algemene Secretarie zelf. Uit het bij het Nationaal Archief berustende bestanddeel is vrijwel niets vernietigd. Wel zijn waar nodig doublures verwijderd en overgedragen aan het Arsip Nasional. Analytische beschrijving van het archief
Het archief van de Algemene Secretarie, dat berust bij het Indonesische Arsip Nasional in Jakarta en bij het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, bestaat uit enkele in Indonesië gevormde archiefbestanden, die vanwege de tijdsomstandigheden bijeengebracht en uiteengesplitst zijn. De volgende archiefbestanden zijn te onderscheiden:
Al voor de soevereiniteitsoverdracht waren in Indonesië maatregelen genomen om de daar berustende archieven te splitsen in delen die bestemd waren om aan de Verenigde Staten van Indonesië te worden overgedragen en delen die om diverse redenen daarvan uitgezonderd dienden te worden. Om ervoor te zorgen dat een goede bestuursvoering aan beide zijden gecontinueerd zou kunnen worden, moesten van de daarvoor in aanmerking komende bescheiden eventueel duplicaten worden gemaakt. Bij de Algemene Secretarie werd vanaf dat moment dan ook een afzonderlijke serie stukken gevormd met als kenmerk "HC/geh". Stukken met dit kenmerk moesten bij binnenkomst op de departementen ook daar als een aparte eenheid worden geregistreerd en bewaard. Gevolg van al deze bepalingen was dat er op de Algemene Secretarie een "tweede archief" werd gevormd met eigen agenda's en registers en dat door de diverse departementen en diensten de daarvoor in aanmerking komende bestanddelen werden afgesplitst en overgebracht naar de kantoren van de Algemene Secretarie en daar ter beschikking van de Hoge vertegenwoordiger van de Kroon werden gesteld. In het bijzonder betrof deze afscheiding stukken betreffende Nederlands Nieuw-Guinea, die uiteraard voor de Nederlandse regering van blijvend actueel belang waren. Toen het er naar uit begon te zien dat de verhouding tot de Verenigde Staten van Indonesië zodanig zou verslechteren, dat men voor het voortbestaan van deze staatkundige structuur moest vrezen, werden - in twee fasen - de aldus gevormde en bijeengebrachte bestanden naar Nederland overgebracht:
Het archief van de Algemene Secretarie is een belangrijke bron voor onderzoek betreffende het dekolonisatieproces van het voormalige Nederlands-Indië. Het archief bevat telegramseries, correspondentie, nota's, verslagen en rapportages met betrekking tot de staatkundige hervormingen in de periode 1945-1949. Het archief van de Algemene Secretarie bevat stukken betreffende de gehele organisatie. Met betrekking tot de nasleep bevat het archief stukken betreffende de evacuatie en repatriëring van Nederlanders uit Nederlands-Indië. Dit betreft niet alleen de repatriëring in het jaar na de bevrijding, maar ook in de jaren daarna tot aan de soevereiniteitsoverdracht. Voorts zijn er verzoeken om inlichtingen naar vermiste personen en rapportages over de toestanden in de kampen. Daarnaast zijn er diverse stukken betreffende krijgsgevangenen en geïnterneerden. Dossier 2227 bevat lijsten van overleden Nederlandse krijgsgevangenen en burgergeïnterneerden, opgesteld door het Nederlands-Indisch Rode Kruis en dossier 2988 bevat rapporten en verslagen betreffende de situatie op Java en de politieke stromingen aldaar, met een lijst van ontvoerde en vermoorde Nederlanders. Ook zijn er staten bevattende de persoonsregistratie van het interneringskamp Tjideng, opgemaakt door de Japanse kampadministratie in samenwerking met RAPWI (deels in Japans schrift) en archivalia afkomstig van de Japanse kampleiding van hetzelfde interneringskamp (zie onder andere 5247, 5248, 5249, 5251). Vrijwel geheel in Japans schrift. Persoonsdossiers
Ca. 25% van het archief bevat stukken van individuele personele aard en algemene personele regelingen. Deze dossiers konden wegens tijdgebrek tijdens de bewerkingsfase niet nader toegankelijk worden gemaakt en zijn zoveel mogelijk op jaar geordend. De personeelsdossiers en met name die van leidende ambtenaren bevatten veelal meer gegevens dan puur personele. Er zijn gegevens te vinden over de organisatie van de dienst, visies op ambtelijke kwesties, studieopdrachten en verslagen van dienstreizen. De scheiding tussen de individuele dossiers en de personele regelingen is in veel gevallen minder strikt. Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archief bevat:
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Een deel van het archiefbestand van de Algemene Secretarie (inventarisnummers 1 t/m 1999) berust bij het Arsip Nasional van de Republik Indonesia in Jakarta. Dit bestanddeel bevat voornamelijk het openbare archief van de Algemene Secretarie, een klein deel van het kabinetsarchief en het archief van de Nederlands-Indische Commissie voor Australië en Nieuw-Zeeland. Dit archiefdeel was bestemd om aan de Verenigde Staten van Indonesië te worden overgedragen. Van het archief van de Procureur-Generaal bestaat een summiere en voorlopige magazijnlijst. De archiefbestanden Van Roijen, Van der Plas en Blom zijn toegevoegd aan de reeds bij het Nationaal Archief berustende verzamelingen van deze archiefvormers. Aan het Centraal Archieven Depot van het ministerie van Defensie zijn archivalia overgedragen. Voor een opgave van de overgedragen bestanden wordt verwezen naar bijlage IX van deze inventarisreeks. Op het departement zijn met name uit het bestand "AS-1" (Algemene Secretarie Eerste Zending) stukken verwijderd, die deels zijn terechtgekomen in het archief van het Bureau Antecedentenonderzoek van het ministerie (BURAM). Via dit bureau zijn vervolgens stukken overgedragen aan de Binnenlandse Veiligheidsdienst. In de concordans is een specificatie van de naar BURAM en de BVD verhuisde stukken, voorzover dit te achterhalen was, opgenomen. Opmerkingen
Kort overzicht van het beheer van het in Nederland berustende archiefdeel: de eerste zending, voorheen bekend onder de naam "Algemene Secretarie Eerste Zending" of "AS-1", kwam in 1951 in Nederland aan. Van deze zending werd op het ministerie van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen een globale beschrijving gemaakt met opgave van de herkomst van de bundels. Enige tijd later werd er ook nog een klapper op vervaardigd. Op 6 juli 1953 werd de gehele zending overgedragen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de behartiging van de Uniezaken had overgenomen. De tweede zending, voorheen bekend onder de naam "Algemene Secretarie Tweede Zending" of "AS-2", werd in september 1952 naar Nederland verscheept. De inhoud bestond uit 1119 inventarisnummers, voorzien van een globale beschrijving, hoewel zonder vermelding van datum en herkomst van de bundels. Uit beide bestanden waren inmiddels de stukken die betrekking hadden op Nieuw-Guinea ter beschikking gesteld van de Directie Nieuw-Guinea van het ministerie van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen. Van deze bestanddelen werd later door de departementsambtenaar P. Nienhuis een aparte inventaris gemaakt, getiteld "Algemene Secretarie, Nieuw-Guinea". Bij deze inventarisatie werd niet gelet op de herkomst van de stukken, zodat meerdere archiefvormers in dit "archief" werd aangetroffen. Dit bestand werd ook wel aangeduid als "AS-3". De delen "AS-" en "AS-3" vielen onder het beheer van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De delen zijn in verschillende jaren - 1966 en 1983 - overgebracht naar het toenmalige Algemeen Rijksarchief. Tijdens de bewerking bleek dat in voorgaande jaren beheerders delen van de archieven hadden gelicht en samengevoegd met reguliere rapportages. Hoewel de situatie vanuit historisch en archivistisch oogpunt onjuist is, is een pragmatische keuze gemaakt en blijft het archiefbestanddeel 'Rapportage Indonesië één geheel. |
|||||||||||
|