| ||||||||||||
|
Organisatie van de repatriëring uit Nederlands-IndiëRepatriëringsdienst Indië Eind november 1945 werd besloten om een aparte organisatie op te richten voor de repatriëring uit Nederlands-Indië. Deze organisatie zou komen te ressorteren onder het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen. Per 10 december 1945 werd tussen de minister van Overzeese Gebiedsdelen, vertegenwoordigers van het Militair Gezag en de minister van Sociale Zaken overeengekomen dat de Londense repatriëringafdeling van het ministerie van Sociale Zaken overgeheveld zou worden naar het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen. Deze afdeling zou dan de repatriëringsdienst gaan vormen. Van Os van Delden van het Bureau voor Evacuerings-, Repatriërings- en Verzorging van Oorlogsslachtofferszaken en zijn rechterhand, luitenant-kolonel E.M.W. Quarles van Ufford, waren hiervan geen voorstander en vonden dat er een aparte organisatie voor de repatriëring uit Nederlands-Indië opgebouwd zou moeten worden. De repatriëringsafdeling van Sociale Zaken voldeed in de ogen van de beide heren niet. De belangrijkste reden voor hun standpunt was dat de repatriëringsafdeling zich met betrekking tot haar werkzaamheden tot dan toen slechts had bezig gehouden met de repatriëring van in Groot-Brittannië verblijvende Nederlanders, zoals echtgenotes van leden van de landmacht en de zogenaamde tweede reserve van de koopvaardij. Volgens Quarles van Ufford bestonden de activiteiten van deze afdeling “kortom uit werkzaamheden die niets te maken hadden met het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen”.[1] Wel hield de Londense repatriëringsafdeling zich bezig met de opvang en doorzending van repatrianten uit Nederlands-Indië die via Engeland naar Nederland reisden. Een tweede belangrijk bezwaar was dat de uit 23 personeelsleden bestaande Londense repatriëringsafdeling een te grote financiële belasting voor het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen zou zijn. Organisatie Ondanks protesten van de minister van Sociale Zaken over de gang van zaken en het aan de kant schuiven van zijn repatriëringsafdeling werd er een aparte repatriëringsdienst opgericht. Hoofd van deze Repatriëringsdienst Indië werd Van Os van Delden. Quarles van Ufford zou het Bureau Londen van de Repatriëringsdienst gaan leiden. De repatriëringsafdeling van Sociale Zaken, die per 10 december onder het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen was komen te vallen, kwam per 1 januari 1946 weer te ressorteren onder Sociale Zaken. De afdeling zou zich vanaf die datum alleen gaan richten op de repatriëring van Nederlanders verblijvend in Groot-Brittannië.[2] Mensen komend uit Nederlands-Indië kwamen voor rekening van het Bureau Londen van de Repatriëringsdienst Indië.
Karolien Verbrugge Bronnen[1] Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Repatriëring, nummer toegang 2.15.43, inventarisnummer 138. [2] NL-HaNA, SZ / Repatriëring, 2.15.43, inv nr. 138. [3] W. Willems, De uittocht uit Indië, 1945-1995 (Amsterdam 2001) 26. |
|||||||||||