Het Waarborgfonds Rechtsherstel is ingesteld bij wet van 15 januari 1948, Stbl. I 21.
Aanleiding voor oprichting
Na de bevrijding van Nederland kon de effectenbeurs, die in september 1944 was gesloten, niet direct worden heropend. Op 30 april 1946 gaf de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel een algemene vergunning af tot verhandeling van effecten welke aan bepaalde voorwaarden voldeden. Hierdoor werd het mogelijk de effectenhandel in alle ten beurze genoteerde fondsen te hervatten. Eén van de voorwaarden van de vergunning was dat bij de verkoop van een effect door de verkoper een zekere heffing aan het op te richten Waarborgfonds Rechtsherstel betaald diende te worden. Met deze inkomsten was het Waarborgfonds in staat gedupeerde oorspronkelijke effecteneigenaars een schadeloosstelling uit te betalen.
Inrichting van de organisatie
Directie
Mr. C.G. Polvliet, 12-06-1953 – 31-03-1954
Mr. P.J.H.J. Stulemeijer, 12-06-1953
Commissie van Toezicht
Voorzitters
Mr. L.O. van der Plas, 12-06-1953 – 31-12-1963
Mr. J.C.W.M. Huijsmans, 01-01-1964 – 28-02-1967
Mr. H.C. Oud, 01-03-1967
Leden
Mr. O.W. van Ewijk, 12-06-1953
D.J. Gerritsen, 12-06-1953 – 12-04-1956 (†)
Mr. G. Nauta, 12-06-1953 - 20-09-1967 (†)
Drs. G.L. Popken, 12-06-1953 – 19-11-1970 (†)
Mr. A. Rinnooy Kan, 12-06-1953 – 31-01-1959
Mr. J.C.W.M. Huysmans, 01-02-1959 – 31-12-1963
Met ingang van 12 juni 1953 werd de secretaris van de Afdeling Effectenregistratie benoemd tot directeur van het Waarborgfonds. Hij was verantwoording schuldig aan de Commissie van Toezicht.
Doelstelling
Schadeloosstellen van gedupeerde oorspronkelijke effecteneigenaars.
Bevoegdheden
Innen van heffingen op beurstransacties
Uitbetalen van een schadeloosstelling aan gedupeerde oorspronkelijke effecteneigenaars
Taken
Uitbetaling van een schadeloosstelling aan gedupeerde oorspronkelijke effecteneigenaren
Na juni 1953: uitvoeringsinstantie van het 'Plan Waarborgfonds 1953' namens de Raad voor het Rechtsherstel
Op 19 mei 1952 deed de Afdeling Rechtspraak van de Raad voor het Rechtsherstel in appèl uitspraak over 'regelmatig beursverkeer' door Lippmann, Rosenthal & Co., Sarphatistraat (Liro) ten tijde van de bezetting. Onder 'regelmatig beursverkeer' werd verstaan dat effecten tijdens de bezetting via een lid van de Vereniging voor de Effectenhandel (VvdE) in overeenstemming met de reglementen en gebruiken op de beurs waren gekocht. De Afdeling Rechtspraak stelde de gedepossedeerden (de oorspronkelijke effecteneigenaars) in het gelijk, hetgeen kon leiden tot aansprakelijkheid van banken en commissionairs. De uitspraak had een dag later een beursstaking tot gevolg. De VvdE motiveerde deze maatregel door te stellen dat de rechtsuitspraak tot een impasse zou leiden en de beurshandel onmogelijk maakte. Overleg tussen de minister van Financiën, Piet Lieftinck, de VvdE en de Commissie tot Bescherming der Aanspraken van Gedepossedeerden leidde in juni 1953 tot het 'Plan Waarborgfonds 1953'. Er werd afgesproken dat gedepossedeerden een vergoeding kregen van negentig procent van de waarde van de geroofde effecten, tegen overdracht door de gedepossedeerden van hun rechtsherstel- en schadevergoedingsaanspraken aan het Waarborgfonds. De kosten van dit plan bedroegen 139 miljoen gulden en werden opgebracht door de VvdE (3 miljoen gulden); het Waarborgfonds (32 miljoen gulden); de Liquidatie van Verwaltung Sarphatistraat (LVVS), als opbrengst uit de LIRO-boedel (78 miljoen gulden) en de Staat (26 miljoen gulden).
Doordat de door de gedepossedeerden overgedragen aanspraken ten dele bestonden uit vorderingen op de boedel van de LVVS, kreeg het Waarborgfonds een zeer grote vordering op deze boedel. De LVVS bleek niet tot een slotuitkering te kunnen komen. Vandaar dat het Waarborgfonds in 1956 de nauw verweven boedels van de LVVS en de Vermögensverwaltung und Renteanstalt (VVRA) heeft overgenomen tegen de verplichting deze boedels een definitieve uitkering te doen aan crediteuren. Dit aanbod is gedaan middels een publicatie in de Nederlandse Staatscourant. Bij gebreke van appèl is de regeling defintief geworden. In 1976 is het Waarborgfonds bij wet opgeheven.
Aalders, G., Berooid. De beroofde joden en het Nederlandse restitutiebeleid sinds 1945 (Amsterdam 2001).
Aalders, G., Roof. De ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1999).
Barendregt, J., Oorlogseffecten. Roof en rechtsherstel van joods effectenbezit (Amsterdam 2004).
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Eindrapport van de Begeleidingscommissie onderzoek financiële tegoeden WO-II in Nederland (Commissie-Scholten) (Leiden 1999).
Eindrapport van de Contactgroep Tegoeden WO II (Commissie-Van Kemenade) (Amsterdam 2000).
Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlogDeel X en XII (Den Haag 1980-1988).
Kersten, J.W., Theorie en praktijk van het naoorlogse rechtsherstel en beheer (Den Haag 1999).
Tammes, H.H., Rechtsherstel en praktijk inzake effecten (Amsterdam 1949).
Veraart, W., Ontrechting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van bezetting en wederopbouw (Rotterdam 2005).
Vries, Joh. de, Een eeuw vol effecten. Historische schets van de Vereniging voor de Effectenhandel en de Amsterdamse Effectenbeurs 1876-1976 (Amsterdam 1976).
Wentholt, W., Het aanbod van L.V.V.S. en de Beurs (Amsterdam 1950).
De vergaderstukken en correspondentie zijn chronologisch geordend. De dossiers zijn op onderwerp geordend.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
De openbaarheidsbeperkingen zijn nog niet vastgesteld.
Verloren geraakt
Niet bekend
Selectie en vernietiging
Na opheffing van het Waarborgfonds is het grootste gedeelte van het archief (ca. 250 meter) met machtiging van de algemene rijksarchivaris vernietigd.
Voor vernietiging is in aanmerking gekomen:
Ingebonden geaccepteerde overeenkomsten (1954-1960) betreffende uitkering van schadevergoeding door het Waarborgfonds aan vroegere bezitters van effecten (of hun rechtverkrijgenden) die aangifte hebben gedaan ingevolge artikel 45 of 46 van het Besluit Herstel Rechtsverkeer (KB E 100). De vroegere bezitters droegen hierbij aan het Waarborgfonds over alle rechten en aanspraken die zij terzake van de betreffende effecten konden doen gelden tegen de tegenwoordige bezitter van deze effecten.
Op nummervolgorde ingebonden afschriften Eigendomserkenning (1953-1954) die verleend zijn door de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel aan derden voor de door hen bij de Afdeling Effectenregistratie aangemelde effecten.
Op nummervolgorde geordende akten van cessies (1954) inzake de overdracht aan het Waarborgfonds Rechtsherstel van rechten en vorderingen terzake van genoemde effecten door vroegere bezitters van deze effecten die geleverd zijn door Rebholz Bankierskantoor in Amsterdam en tegenwoordige bezitters die niet worden erkend in het eigendom van deze effecten.
Bovendien zijn bescheiden vernietigd aan de hand van de lijst van de te vernietigen archiefbescheiden uit de archieven van het ministerie van Financiën en de daaronder ressorterende colleges, commissies en ambtenaren.
Analytische beschrijving van het archief
Uit de archieven van het Waarborgfonds Rechtsherstel zijn bescheiden geselecteerd die een volledig inzicht geven in het gevoerde beleid en de problematiek. Het archief bevat agenda’s, notulen en vergaderstukken; accountantsrapporten; correspondentie van de directie en de juridische afdeling van het Waarborgfonds. De archieven van het Waarborgfonds bestonden voornamelijk uit dossiers ten name van personen, die in het kader van de regeleling ‘Plan Waarborgfonds 1953’ in aanmerking waren gekomen voor een aanbieding door dit fonds. Ten aanzien van het selectiebeleid is echter gekozen voor de inventarisatie van de correspondentie van de directie en de juridische afdeling aangezien inzicht in de wijze van afdoening van zaken voldoende blijkt uit de vergaderstukken. Registers op ingediende Waarborgclaims en enige dossiers, onder andere betreffende de totstandkoming van het zogenaamde ‘Plan Waarborgfonds 1953’ en de aankoop van de boedels van de LVVS en de VVRA in 1956 zijn wel geselecteerd. Na de boedelovername van de LVVS en de VVRA behoorden de archieven van deze instellingen toe aan het Waarborgfonds, maar er is niet voor gekozen de archieven op te nemen omdat de LVVS en de VVRA een zelfstandig bestaan hebben geleid.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Niet bekend
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Het archief van het Waarborgfonds Rechtsherstel is gedeponeerd in het archief van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel.
Opmerkingen
Het archief van de Afdeling Effectenregistratie – waar het archief van het Waarborgfonds Rechtsherstel als gedeponeerd archief deel van uit maakt - is in bewerking. Archiefbestanden van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel afkomstig van het Nationaal Archief, het ministerie van Financiën en het Agentschap van het ministerie van Financiën worden geïntegreerd en van een toegang voorzien.
Bronnen
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
H.A.J. van Schie (Nationaal Archief), Inventaris van de archieven van de Raad voor het Rechtsherstel: Dagelijks Bestuur en Secretariaat, Afdeling Beheer, Voorzieningen voor Afwezigen en Voorzieningen voor Rechtspersonen, Afdeling Onroerende Goederen 1945-1967 (Den Haag 1997).