In augustus 1944 werden de Rijksbureaus, die met textiel te maken hadden, samengevoegd in het Rijksbureau voor Textiel. Hierdoor hield het Rijksbureau voor Wol en Lompen op te bestaan en werd het vervangen door de afdeling 'Kantoor Tilburg' van het Rijksbureau voor Textiel. De Sectie Confectie van het Rijksbureau voor Wol en Lompen en het Rijkstextielbureau werd de Sectie Confectie te Amsterdam.
Oprichters
Bij beschikking van de minister van Economische Zaken
Aanleiding voor oprichting
De Distributiewet 1939, de Wol- en Lompenbeschikking 1939.
De Rijksbureaus werden opgericht ten behoeve van de regeling en controle van de productie van wol en lompen en het houden van toezicht op de prijsvorming en prijsbeheersing. Onder andere wol en lompen werden aangewezen als distributiegoederen.
Voorloper
Kernbureau Textielproducten (1938-1939); Rijksbureau voor Wol (augustus 1939-september 1939)
Het Rijksbureau stond onder leiding van een directeur en Commissies van Bijstand per sectie. Algemeen voorzitter van de Commissies van Bijstand was: prof.dr. J. Wisselink
Directeur: Mr. B.J.M. van Spaendonck; Adjunct-directeur: Mr. J.B.G.M. Peters
Sectie Wol
Sectie Lompen
Sectie Confectie (1940, Amsterdam). Deze sectie was behalve een sectie van het Rijksbureau voor Wol en Lompen ook een sectie van het Rijks-textielbureau.
Afdelingen in 1943:
Secretariaat
Organisatie
Administratie
Economische afdeling
Controle
Beheer
Algemene Diensten
Personeel
Huisvesting
Positie binnen de organisatie
De directeuren van de Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid vielen formeel onder het gezag van de minister van Economische Zaken, na de Duitse bezetting onder de secretaris-generaal van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart als waarnemend departementshoofd. De Rijksbureaus kregen tijdens de bezetting steeds meer autonomie, vooral op het terrein van de productie, distributie en contacten met de Duitsers.
Bevoegdheden
De directeur weigert de inschrijving, indien naar zijn oordeel de aanvrager niet is te beschouwen als een onderneming in de zin van art 1.
De directeur is bevoegd om, in overleg met de Commissie van Bijstand, aan de inschrijving voorwaarden te verbinden.
De directeur is bevoegd bij het Rijksbureau ingeschreven onderneming te schorsen of te schrappen.
De directeur is bevoegd om bij inschrijving een inleggeld te vorderen van ten hoogste f. 100 per onderneming. Dit bedrag wordt bij liquidatie van de sectie terugbetaald.
De directeur is bevoegd nadere regelen te stellen met betrekking tot het gebruik, het verbruik, de bewerking of verwerking van wol en wollen weefsels. Hij kan daarbij het gebruik, het verbruik, de bewerking of de verwerking tot bepaalde doeleinden verbieden, dan wel uitsluitend tot bepaalde doeleinden, al dan niet voorwaardelijk, toestaan.
De directeur is bevoegd van de betaling van consentgeld, al dan niet onder door hem te stellen voorwaarden, gehele of gedeeltelijke dispensatie te verlenen.
Taken
De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid waren belast met de uitvoering van de Distributiewet 1939. Zij waren georganiseerd per bedrijfstak (op hoofdlijnen) en regelden de distributie van grondstoffen, hulpstoffen, halffabricaten en industriële producten. Ze verrichtten de volgende activiteiten:
In- en uitschrijven van ondernemingen.
Onderzoek naar voorraden en verbruik.
Verlenen van ontheffingen en vergunningen tot verwerking en verhandeling van distributiegoederen.
Vaststellen van prijzen.
Verlenen van in- en uitvoervergunningen.
Vorderen van voorraden.
Medewerken aan de afwikkeling van oorlogsgevolgen: arisering bedrijfsleven, evacuatie, recuperatie, oorlogsbuit, oorlogsschade, zuivering, vijandelijk vermogen, Marshallhulp.
Met betrekking tot joodse en vijandelijke ondernemingen registreerden de Rijksbureaus benoeming en ontslag van de Verwalter en de liquidatie van bedrijven. Ze bemiddelden bij verzoeken om vrijstelling van transport naar Westerbork van als onmisbaar opgegeven joodse werknemers. Ook werkten ze mee aan de al dan niet legale export van joodse voorraden naar Duitsland. Tenslotte werkten ze mee aan het rechtsherstel van joodse bedrijven welke door maatregelen van de bezetter waren getroffen.
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Centraal Bureau voor de Statistiek, Economische en Sociale Kroniek der Oorlogsjaren 1940-1945 (Utrecht 1947).
De distributie. Distributiewet 1939 en alle beschikkingen en besluiten verband houdende met deze wet (Zeist 1945).
Leeuw, A.J. van der, Overzicht van de bestaande verslagen betreffende het werk der Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid tijdens de oorlog 1939-1945 (Amsterdam 1953). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 58. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J. van der, De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid en het georganiseerde bedrijfsleven 1939-1945 (Amsterdam 1954). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 61. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J. van der, De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid onder Duits en Nederlands gezag (Amsterdam 1956). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 62. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J., van der, Huiden en leder 1939-1945. Bijdrage tot de economische geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1954).
Swarttouw, C.N.F., De textielvoorziening van Nederland gedurende den bezettingstijd, 1940-1945 (Amsterdam 1947)
Het archief van het Rijksbureau voor Textiel, Kantoor Tilburg 1939-1950 bevat circulaires, notulen en vergaderstukken, periodieke verslagen en algemene correspondentie, rapporten en nota’s, documentatie, presentie- en ledenlijsten. Verder bevat het stukken betreffende de instandhouding van de organisatie en stukken m.b.t. de taakuitvoering op basis van de Distributiewet 1939, uitvoering van product- en distributiebeschikkingen, uitvoering van aan het rijksbureau gedelegeerde taken, uitvoering van controle en oplegging van sancties.
Met betrekking tot oorlogsgetroffenen zijn de volgende archiefbescheiden te onderscheiden:
340 Circulaires betreffende sluiting en concentratie van bedrijven en liquidatie van joodse bedrijven.
453 Stukken betreffende de (vrijstelling van) tewerkstelling van overheidspersoneel in Duitsland in het kader van de Arbeitseinsatz.
473 Verklaringen van het niet of wel zijn van een joodse firma.
474 Circulaires van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart betreffende de benoeming en intrekking van benoemingen van bewindvoerders en beheerders op grond van de Verordening Verwijdering Joden.
550 Stukken betreffende de Arbeitseinsatz.
552 Stukken betreffende de opsporing, verdeling en verkoop van oorlogsbuit en de wijze van schadevergoeding door de Duitsers.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Rijksbureau voor Textiel, Kantoor Tilburg 1939-1950
Kernbureau textielprodukten, sectie Wol 1938-1939
Ondervakgroep Wollenstoffenweverij en Kaardgarenspinnerij 1947