Directeur L.F. Verwoerd tot 1946. Daarna werd hij opgevolgd door zijn adjunct-directeur J.G. Hilhorst.
De leden van het Kernbureau werden, met een enkele uitzondering, benoemd in de Commissie van Bijstand voor het Rijksbureau. De commissie werd al in oktober 1940, door de bezetter, opgeheven. In 1946 stelde de minister van Economische Zaken een nieuwe Commissie van Advies in bij het Rijksbureau voor Huiden en Leder. De leden waren benoemd door de minister en hadden een adviserende functie. Hilhorst was voorzitter van de commissie. De laatste vergadering van de commissie vond plaats op 25 april 1950.
Het Rijksbureau bestond grosso modo uit een directie, beheersafdelingen als Huiden, Leder, Schoenen, en ondersteunende afdelingen als Secretariaat en Algemeen Beheer. Sommige afdelingen waren nog onderverdeeld in secties. In 1948 werd ten gevolge van de fusie met het Rijksbureau voor Rubber een aparte afdeling Rubber ingesteld.
Positie binnen de organisatie
De directeuren van de Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid vielen formeel onder het gezag van de minister van Economische Zaken, na de Duitse bezetting onder de secretaris-generaal van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart als waarnemend departementshoofd. De Rijksbureaus kregen tijdens de bezetting steeds meer autonomie, vooral op het terrein van de productie, distributie en contacten met de Duitsers. Directeur Verwoerd hield geregeld contact met het departement, onder meer bij het oplossen van moeilijke of principiële kwesties.
Bevoegdheden
Het Rijksbureau kon op grond van wetgeving regels stellen ten aanzien van distributiegoederen:
Bepalingen dat een distributiegoed (niet) mag worden gekocht, verkocht, te koop aangeboden, afgeleverd, in voorraad gehouden.
Bepalingen voor het verbruik, gebruik, de verwerking of bewerking van een distributiegoed.
Bepalingen ten aanzien van het vervoer van een distributiegoed.
Mogelijkheid tot verplichte voorraadopgave door bedrijven.
Taken
In een rapport van de Accountantsdienst van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart uit 1944 werden de volgende algemene taken van het Rijksbureau voor Huiden en Leder vermeld:
De grondstoffendistributie voor de lederfabrikanten krachtens de Huiden- en Looistoffenbeschikking.
De distributie van leder en ledervervangende producten voor de lederverwerkende industrieën in den zin van de Lederbeschikking, de lederhandel en het ambacht.
De distributie van schoenen voor de handel.
De import van looistoffen ten einde de sub a genoemde voorzieningen te kunnen treffen.
In 1949 bleek uit een brief van Hilhorst aan het ministerie van Economische Zaken, dat de taken van het Rijksbureau waren:
Beleid en beheer in de Huiden-, Leder- en Rubbersector, uiteenvallend in:
De verdeling van grondstoffen, halffabricaten en eindproducten in het binnenland (distributie)
Het verkrijgen en behouden van inzicht in de Nederlandse productie, alsmede de stimulering daarvan;
In- en uitvoer.
Planning;
Een aantal met de bovenstaande 2 punten verband houdende administratieve taken.
Het Rijksbureau voor Huiden en Leder speelde ook een belangrijke rol op het gebied van de prijsbepaling. In de eerste jaren van het bestaan bereidde het bureau prijsregelingen voor en werden overtreding opgespoord, volgens de richtlijnen van de Gemachtigde voor de Prijzen en in overleg met het departement. Na medio 1943 liepen de bemoeienissen terug. Om de greep op handel en industrie te verstevigen vaardigde het Rijksbureau administratie-, calculatie- en fabricagevoorschriften uit, veelal via circulaires.
Het Rijksbureau had vóór en tijdens de bezetting vooral een adviserende en administratieve rol bij de uitvoer van goederen, vaak aangevuld met instemmingsrecht, het afgeven van vergunningen of verlenen van dispensaties op uitvoerverboden. De uitvoerregelingen ondergingen geregeld veranderingen, mede door Duitse interventies, en kenmerkten zich door ingewikkeldheid. Voor de invoer van huiden, leer en aanverwante producten was een vervoervergunning van het Rijksbureau nodig. Vanaf juni 1943 kon het Rijksbureau ook een vergunning volgens het Deviezenbesluit 1941 afgeven. De Centrale Dienst voor In- en Uitvoer bepaalde, in overleg met de Duitsers, het departement en het betrokken land, de contingenten. Binnen de toegewezen contingenten had het Rijksbureau speelruimte, onder meer bij de verdeling van de invoer over importeurs.
Rijksbureau voor de Distributie van Textielproducten door de Handel
Rijksbureau voor Genees- en Verbandmiddelen
Rijksbureau voor Hout
Rijksbureau voor Huiden en Leder
Rijksbureau voor IJzer en Staal
Rijksbureau voor Nonferrometalen
Rijksbureau voor Keramische Producten
Rijksbureau voor Oude Materialen en Afvalstoffen (ROMEA)
Rijksbureau voor Papier
Rijksbureau voor Rubber
Rijksbureau voor Tabak en Tabaksproducten
Rijksbureau voor Teerproducten
Rijksbureau voor Textiel
Rijksbureau voor Verwerkende Industrieën
Rijksbureau voor Wol en Lompen
Rijks-Textielbureau
Literatuur
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Centraal Bureau voor de Statistiek, Economische en Sociale Kroniek der Oorlogsjaren 1940-1945 (Utrecht 1947).
De distributie. Distributiewet 1939 en alle beschikkingen en besluiten verband houdende met deze wet (Zeist 1945)
Leeuw, A.J. van der, De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid en het georganiseerde bedrijfsleven 1939-1945 (Amsterdam 1954). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 61. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J. van der, Overzicht van de bestaande verslagen betreffende het werk der Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid tijdens de oorlog 1939-1945 (Amsterdam 1953). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 58. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J., van der, Huiden en leder 1939-1945. Bijdrage tot de economische geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1954).
Leeuw, A.J. van der, De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid onder Duits en Nederlands gezag (Amsterdam 1956). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 62. Interne publicatie van het RIOD.
Omvang: 32 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-14)
Omvang
9,1 meter
Aantal inventarisnummers
215 inventarisnummers
Archiefordening
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
volledige openbaarheid
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van het Rijksbureau voor Huiden en Leder bevat circulaires, periodieke verslagen, notulen en vergaderstukken, algemene correspondentie en nota’s aan de directie en notities van het secretariaat. Verder stukken betreffende de instandhouding van de organisatie en stukken over de taakuitvoering op basis van de Distributiewet 1939, uitvoering van aan het Rijksbureau gedelegeerde taken en uitvoering van controle en het opleggen van sancties.
Met betrekking tot oorlogsgetroffenen zijn de volgende archiefbescheiden te onderscheiden
114 Stukken betreffende de liquidatie van ondernemingen van joodse eigenaren, 1940-1944
116-117 Formulieren betreffende de benoeming van bewindvoerders over bedrijven van joodse eigenaren, alfabetisch op naam van bedrijf, 1941-1944
119 Lijsten van ondernemingen die geliquideerd zijn of waarvan de eigenaar gedeporteerd, vertrokken of niet bereikbaar is, 1942-1943
120 Lijsten van joodse bedrijven die bij het rijksbureau zijn ingeschreven of waarvan de inschrijving na de bevrijding werd hersteld, 1942-1946
180 Lijsten en verzoeken om vrijstelling van als onmisbaar opgegeven joodse werknemers in de huiden- en lederbranche, 1942
181 Stukken betreffende de bemoeienis met de arbeidsinzet en de tewerkstelling in Duitsland, 1943-1944
183 Stukken betreffende de hulpverlening aan oorlogsslachtoffers, 1940-1945
184 Stukken betreffende rechtsherstel voor en zuivering van bedrijven, 1941-1949
187 Accountantsrapporten betreffende (voormalige) joodse bedrijven die getroffen zijn door de Duitse bezetter, 1945-1946
188 Stukken betreffende het beheer van oorlogsbuit en vijandelijk vermogen, 1945-1947
189 Stukken betreffende het vergoeden van oorlogsschade aan bedrijven en het verkrijgen van reparatiebetalingen van Duitsland, 1945-1948
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Kernbureau 1939
Tijdelijk Rijksbureau voor Huiden en Leder 1944-1946