De Distributiewet van 1939. Het Rijksbureau werd opgericht om werkzaam te zijn op het gebied van regeling en controle van de productie van smeerolie en om toezicht te houden op de prijsvorming en prijsbeheersing.
Voorloper
Kernbureau Aardolieproducten
Inrichting van de organisatie
De dagelijkse leiding stond onder een directeur en een Commissie van Bijstand.
Directeur C. v.d. Pol, plv. directeur J.A. Lagas, Drs. J.L. Veldman, secretaris.
De organisatie bestond uit de volgende afdelingen:
De directeuren van Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid vielen formeel onder het gezag van de minister van Economische Zaken, na de Duitse bezetting vielen zij onder de secretaris-generaal van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart als waarnemend departementshoofd. De Rijksbureaus kregen tijdens de bezetting steeds meer autonomie, vooral op het terrein van de productie, distributie en contacten met de Duitsers.
Taken
De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid waren belast met de uitvoering van de Distributiewet 1939. Zij waren georganiseerd per bedrijfstak. Na inventarisatie van de importmogelijkheden, voorraden en behoeften, trachtte men met behulp van prijsvorming, fabricagevoorschriften en distributiebeschikkingen te komen tot een zo doeltreffend en rechtvaardig mogelijke verdeling en verspreiding van goederen onder (detail)handel en het publiek en van grondstoffen, productiemiddelen en verdere faciliteiten onder de fabrikanten en verwerkende industrieën.
De Rijksbureaus verrichtten de volgende activiteiten:
In- en uitschrijven van ondernemingen
Onderzoek naar voorraden en verbruik
Verlenen van ontheffingen en vergunningen tot verwerking en verhandeling van distributiegoederen
Vaststellen van prijzen
Verlenen van in- en uitvoervergunningen
Vorderen van voorraden
Medewerken aan de afwikkeling van oorlogsgevolgen: arisering bedrijfsleven, evacuatie, recuperatie, oorlogsbuit, oorlogsschade, zuivering, vijandelijk vermogen, Marshallhulp
Met betrekking tot joodse en vijandelijke ondernemingen registreerden de Rijksbureaus benoeming en ontslag van de Verwalter en de liquidatie van bedrijven. Ze bemiddelden bij verzoeken om vrijstelling van transport naar Westerbork van als onmisbaar opgegeven joodse werknemers. Ook werkten ze mee aan de al dan niet legale export van joodse voorraden naar Duitsland. Tenslotte werkten ze mee aan het rechtsherstel van joodse bedrijven welke door maatregelen van de bezetter waren getroffen.
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
De distributie : distributiewet 1939 en alle beschikkingen en besluiten verband houdende met deze wet (Zeist 1945).
Veldman, J.L., De voorziening van aardolieproducten in Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog, Rijksbureau voor Aardolieproducten (Den Haag 1949).
Leeuw, A.J. van der, Overzicht van de bestaande verslagen betreffende het werk der Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid tijdens de oorlog 1939-1945 (Amsterdam 1953). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 58. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J. van der, De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid en het georganiseerde bedrijfsleven 1939-1945 (Amsterdam 1954). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 61. Interne publicatie van het RIOD.
Leeuw, A.J. van der, De Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid onder Duits en Nederlands gezag (Amsterdam 1956). Notitie voor het Geschiedwerk nr. 62. Interne publicatie van het RIOD.
Archief van het Rijksbureau voor Aardolieproducten
Het archief van het Rijksbureau voor Aardolieproducten bevat circulaires, notulen en vergaderstukken, periodieke verslagen en algemene correspondentie. Verder stukken betreffende de instandhouding van de organisatie en stukken m.b.t. de taakuitvoering op basis van de Distributiewet 1939, uitvoering aan het rijksbureau gedelegeerde taken, uitvoeren van controle en opleggen van sancties.
Met betrekking tot oorlogsgetroffenen zijn de volgende archiefbescheiden te onderscheiden:
Registratie van joodse ondernemingen
61 Stukken betreffende de benoeming van bewindvoerders voor bedrijven op grond van de verordening tot verwijdering van joden uit het bedrijfsleven,