Bij de oprichting van de NAF in 1942 werd het vermogen van opgeheven vakverenigingen van werkgevers en werknemers en andere maatschappelijke organisaties, zoals politieke partijen en welzijnsorganisaties overgeheveld naar het Nederlandsch Arbeidsfront.
Na de oorlog had de regeringscommissaris die aangesteld was voor de liquidatie van het NAF, tot taak het in 1942 in beslag genomen bezit weer terug te geven aan de opgeheven bonden en hen in hun rechten te herstellen. Daartoe moest allereerst een inventarisatie gemaakt worden van de in de zomer van 1945 nog aanwezige boedel van het NAF. De inmiddels heropgerichte bonden, of de rechtsopvolgers van enkele van hen, dienden claims voor de teruggave van hun bezittingen in. Door talloze complicaties, met name de sinds 1942 plaats hebbende mutaties in de bezittingen van het NAF en de chaotische administratie van deze organisatie, duurde de afwikkeling van al deze vorderingen tot eind 1960.
De taak van het liquidatiebureau bestond vrijwel geheel uit administratief beheer van de boedel van het NAF en het geleidelijk retourneren van de eigendommen van de verschillende bonden, vaak nadat hierover door de Raad voor het Rechtsherstel was beslist. Vooral voor het effectenbezit van het NAF bracht dit een grote administratie mee, omdat van elk stuk de herkomst moest worden nagegaan.
Hacke werd door het Nederlandsche Beheersinstituut ook aangesteld als speciaal beheerder over de vermogens van voormalige personeelsleden van de NAF.