| ||||||||||||
|
Nederlands BeheersinstituutNaamsafkorting
NBI, N.B.I.
Oprichtingsdatum
9 augustus 1945
Opheffingsdatum
1 juni 1967
Toelichting op de periode van bestaan
Het NBI nam officieel op 9 augustus 1945 de werkzaamheden over van het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel, een onderdeel van de Staf Militair Gezag. Oprichters
Nederlandse regering in ballingschap in Londen Aanleiding voor oprichting
Het Nederlands Beheersinstituut (NBI) is opgericht krachtens art. 33 van het Besluit Vijandelijk Vermogen (Stb. E 133). Sinds de inwerkingtreding van dat besluit eind 1944 had de voorganger van het NBI het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel de taken van het NBI uitgeoefend. Opvolger
Minister van Justitie, hoofdafdeling Privaatrecht Inrichting van de organisatie
Directie in augustus 1945:
Michielsen werd in 1951 door J.J. de Vries vervangen en deze bleef tenslotte als enige directeur over. Om het grote aantal vermogens te kunnen beheren van personen die door oorlogsomstandigheden afwezig waren, van vijandelijke onderdanen of staten en landverraderlijke personen en organisaties, werd een omvangrijke organisatie opgezet. Het NBI had o.m. 2000 stafleden, 20.000 bewindvoerders en een onbekend, maar groot aantal beheerders in dienst. Het hoofdkantoor werd plaatselijk bijgestaan door Vertegenwoordigers van het NBI. Aanvankelijk waren dit Inspecteurs van de Belastingen, die de voorganger van het NBI het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel, hadden bijgestaan in de Adviescomissies Rechtsherstel en Beheer. Het aantal Vertegenwoordigers fluctueerde in de loop der jaren. Het grootste aantal vertegenwoordigingen in het land heeft 64 bedragen. Daar waar de werkzaamheden van de Vertegenwoordigers erg omvangrijk waren, werden aparte Bureaus van het Nederlands Beheersinstituut opgericht. Deze bevonden zich in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. In Nederlands-Indië, Willemstad, Curaçao en Paramaribo, Suriname alsmede in Brussel, Londen, Parijs en New York zijn bijkantoren van het NBI gevestigd geweest. De organisatie van het hoofdkantoor is in de loop van het bestaan van het NBI een aantal keren gewijzigd. Constanten in de organisatie waren de afdelingen Beheer en Juridische Zaken en sinds eind 1946 het Bureau Bijzondere Beheren. In 1948 was het hoofdkantoor als volgt ingericht: Directie
De afdeling Bureau Bijzondere Beheren was belast met het liquideren van eigendommen van de opgeheven Duitse (vijandelijke) en landverraderlijke organisaties en instellingen. Onder de Afdeling Bureau Bijzondere Beheren vielen de volgende afdelingen:
Positie binnen de organisatie
Het NBI was een afdeling van de Raad voor het Rechtsherstel. De Raad bestond uit zes afdelingen:
De samengevoegde Afdeling Beheer, Voorzieningen voor Afwezigen en Voorzieningen voor Rechtspersonen van de Raad voor het Rechtsherstel fungeerden als beleidsbepalend orgaan voor het NBI en hielden toezicht. Slechts voor de dagelijkse leiding was het NBI autonoom, in andere gevallen moest de voorzitter van de afdeling Beheer ingeschakeld worden voor actie of overleg. Tegen de besluiten, maatregelen, beschikkingen etc. van het NBI was beroep mogelijk bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad voor het Rechtsherstel. Op de toepassing van het Besluit E 133 oefenden de ministers van Justitie, van Financiën, van Handel, Nijverheid en Landbouw en van Koloniën toezicht uit. Bevoegdheden
Het NBI was belast met de uitvoering van een aantal wetsbesluiten en wetten op het gebied van het rechtsherstel en het vijandelijk vermogen. De belangrijkste wetsbesluiten waren het Besluit Herstel Rechtsverkeer E 100 en het Besluit Vijandelijk Vermogen E 133. De Raad voor het Rechtsherstel had bevoegdheden met betrekking tot de uitvoering van de wetsbesluiten gedelegeerd aan het NBI. Bevoegdheden voortvloeiend uit Besluit E100 (herstel rechtsverkeer):
Bevoegdheden voortvloeiend uit Besluit E133 (vijandelijk vermogen)
Bevoegdheden voorvloeiend uit andere wetten
Taken
De taken die uit de wetsbesluiten voortvloeiden waren op hoofdlijnen:
Beheer landverraderlijke en vijandelijke vermogens ‘Beheer’ bestond bij het NBI niet alleen uit beheren, maar het kon ook liquidatie omvatten. Liquidatie kon bijvoorbeeld plaatsvinden in het algemeen belang. In de praktijk was het niet eenvoudig om tot liquidatie over te gaan, speciale toestemming van de procureur-fiscaal (officier van justitie) of het ministerie van Financiën was vereist. De beheerders werden in de meeste gevallen benoemd door de Vertegenwoordigers van het NBI. Bij de uitoefening van hun taak waren ze gebonden aan strenge, door het NBI uitgegeven instructies en werden regelmatig door accountants gecontroleerd. Aan het beheer over landverraderlijke en vijandelijke vermogens kon een eind komen door ontvijanding (vijandelijk vermogen) of door buitenvervolgingstelling, of beschikkingen van tribunalen/kantonrechters, Bijzondere Gerechtshoven of de minister van Justitie (vermogens van politieke deliquenten). Beheer en afwikkeling van vermogensbestanddelen van onbekende eigenaren Het NBI was belast bij delegatie van de Raad voor Rechtsherstel met het beheer over zaken waarvan de eigenaar onbekend was. Het ging hier voornamelijk om roerende goederen, zoals effecten, sieraden en andere min of meer waardevolle voorwerpen. Bij dit type vermogensbestanddelen waren de oorspronkelijke eigenaren vaak wel bekend, maar niet de rechthebbenden. In 1951 heeft het NBI deze goederen zoveel mogelijk verkocht. De opbrengst is op verschillende rekeningen geboekt. De opbrengsten van goederen die vermoedelijk van vijandelijke of landverraderlijke herkomst waren, zijn in de daarop volgende jaren als vijandelijk vermogen afgestort. De opbrengsten van goederen van vermoedelijk joodse herkomst en van onzekere herkomst zijn op 17 maart 1971 door de staatssecretaris van Justitie, als rechtsopvolger van het NBI, in de Consignatiekas gestort. De Consignatiekas bevat geld dat in bewaring is gegeven aan het ministerie van Financiën. Sinds 1951 zijn bewindvoeringen met vermogens beneden de f. 100, waar het overlijden van de afwezige in de registers van de Burgerlijke Stand is ingeschreven en waarvan de rechthebbenden onbekend zijn, om praktische redenen opgeheven. Deze kleine vermogens zijn vervolgens beheerd door het NBI als vermogens van onbekende eigenaren. Ook deze vermogens zijn in 1971 in de Consignatiekas gestort. Specialistische Beheren Vermogensbestanddelen die een specialistische kennis vereisten, werden onder beheer gesteld van speciale beheerders, zoals: Provinciale Voedselcommissarissen, Staatsbosbeheer, Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid, Stichting Nederlands Kunstbezit. Ook riep het NBI enkele nieuwe lichamen in het leven: de Stichting Pleziervaartuigen, de Stichting Binnenvaartschepen, de Stichting Kust- en Zeeschepen, de Commissie Beheer Vijandelijke Octrooien en Merken, de Commissie voor het Beheer van het Vermogen van Vijandelijke Verzekeringsmaatschappijen, de Nederlandse Kastelenstichting en de Stichting Algemeen Beheer van Draf- en Renpaarden. Bijzondere vormen van beheer:
Bewindvoering voor afwezigen De bewindvoering voor afwezigen was gebaseerd op hoofdstuk V (art. 84-93) van het Besluit E 100. De NBI benoemde bewindvoerders voor afwezigen. Een afwezige was een natuurlijk persoon, wiens verblijfplaats onbekend was. Zo mogelijk benoemde het NBI een vermoedelijk erfgenaam tot bewindvoerder, maar vaak werden ook derden (notarissen, accountants, firmanten) benoemd. Ook kon het NBI zichzelf, d.w.z. een vertegenwoordiger van het NBI tot bewindvoerder benoemen. Aanvankelijk waren dat de Bureaus en Vertegenwoordigers van het NBI ten lande. Later, vanaf 1948 werden daartoe stichtingen in het leven geroepen, de Stichtingen Bewindvoering Afwezigen. In Amsterdam functioneerde vanaf 1945 al de Stichting Bewindvoering Afwezigen en Onbeheerde Nalatenschappen (BAON). Per 1 maart 1954 was het NBI niet meer bevoegd bewindvoerders voor afwezigen te benoemen en geschiedde dat weer door de rechtbank. ‘Bewind’ werd alleen over vermogens van afwezigen gevoerd waarvan het vermogen niet aan de staat zou toevallen (dus niet over vijandelijke en landverraderlijke vermogens. Over deze vermogens werd beheer gevoerd). Besturen van Rechtspersonen Het NBI was, bij delegatie van de Raad voor het Rechtsherstel, bevoegd tot het treffen van voorzieningen in het bestuur van rechtspersonen. Het NBI kon leden van een bestuur benoemen, ontslaan en schorsen. Deze bevoegdheid is vooral gebruikt om weggezuiverde bestuurders te vervangen of Duitse bestuurders te ontslaan en te vervangen. Maar ook voor afwezige joodse bestuurders heeft het NBI voorzieningen getroffen. Zelfs in die gevallen waarin een lichaam geen rechtspersoonlijkheid bezat, kon het NBI optreden door dat lichaam eerst tot rechtspersoon te verklaren. Met een bestuursvoorziening wilde men bereiken dat het bestuur van de rechtspersoon zo snel mogelijk werd aangevuld overeenkomstig de bepalingen in de statuten. Bovendien kon een door het NBI benoemde bestuurder onmiddellijk maatregelen nemen in het kader van het rechtsherstel, effectenregistratie, indienen van vorderingen wegens oorlogsschade en inleveren van waardeloze bankbiljetten in het kader van de geldzuivering. Thema's
Doelgroep
Verzetsdeelnemers Nederland
Vervolgingsslachtoffers Nederland
Burger-oorlogsgetroffenen Nederland
Verwijzing naar andere archiefvormers
Literatuur
Opmerkingen
Het archief van het Nederlandse Beheersinstituut is eigenlijk een complex van archieven. Te onderscheiden zijn: het archief van het Hoofdkantoor (toegang 2.09.49), bestaande uit min of meer zelfstandig opgezette delen; bij het NBI gedeponeerde archieven van zelfstandige beheerders en van Vertegenwoordigers; in beslag genomen administraties (toegang 2.09.16, inventaris); en de beheersdossiers (alfabetisch op naam van de eigenaar), samengesteld door de verschillende archiefvormers binnen het NBI (toegang 2.09.16, database). Archief van het Nederlandse Beheersinstituut; HoofdkantoorBeginjaar
1945
Eindjaar
1967
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag. www.nationaalarchief.nl Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
2.09.49 Omvang: 101 pagina’s. De inventaris bevat een uitgebreide historische en archivistische inleiding (blz. 13-21) en werd in 1996 vervaardigd door de Centrale Archiefselectiedienst. Indices op toegang
Omvang
54 meter Aantal inventarisnummers
1051 inventarisnummers
Archiefordening
Thematisch Toelichting
Er is een indeling gemaakt in vijf hoofdrubrieken: 1. Seriematig geordende bescheiden d.w.z. series stukken die meerdere onderwerpen behandelen 2. Rubriekmatig geordende bescheiden (met de code-aanduidingen A-ZZZ, waarin enkele grote series: de TH-, TL- en de V-series) 2.1 Organisatie NBI 2.2 Accountantscontrole 2.3 Wettelijke regelingen; Besluiten E 100 en E 133 2.4 Uitvoering Besluit Vijandelijk Vermogen E 133 2.5 Uitvoering Besluit Herstel Rechtsverkeer E 100 2.6 Uitvoering van het Besluit Rechtsverkeer in Oorlogstijd A6 2.7 Vereffening van organisaties uit de bezettingstijd 2.8 Uitvoering van de Markenwet H 251 3. Decentraal gevormde archieven van de afdelingen Comptabiliteit en het Bureau Bijzondere Beheren 4. Gedeponeerde archieven van vertegenwoordigingen, bureaus en specialistische beheerders van het NBI en van de Centrale Vermogensopsporingsdienst 5. Documentatie De volgende bescheiden zijn opgegaan in het geheel en zijn niet als zodanig terug te vinden in de indeling:
Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Raadpleging van stukken tot 2019 en deels tot 2042, na indiening schriftelijk gemotiveerd verzoek en invullen formulier, en na toestemming van de directeur Nationaal Archief. Voor publicatie van gegevens toestemming van het Ministerie van Justitie, behalve van gegevens uit bescheiden die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad of NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen). Selectie en vernietiging
Na 1 januari 1975 wenste men over te gaan tot integrale vernietiging van het archiefbestand (c. 4500 m'). Op een verzoek om advies aan de Algemene Rijksarchivaris is hierop negatief gereageerd. Voor de kort hierop volgende overdracht aan het Algemeen Rijksarchief is wel een en ander regulier vernietigd, zodat het totale bestand, beschreven in deze inventaris en in plaatsingslijst 2.09.16 ca. 2500 m bedraagt. Van de oorspronkelijke ca. 81 meter is 52 meter voor bewaring aangewezen. Als vreemd archief is afgescheiden 1,5 m, terwijl stukken betreffende individuele personen of bedrijven, omvang ca. 1 m, apart zijn gehouden. Derhalve komt 26,5 meter archief voor vernietiging in aanmerking, hetgeen neerkomt op een percentage van ca. 32. De selectie is uitgevoerd aan de hand van selectiecriteria die zijn opgesteld door de afdeling Dienstverlening van het Algemeen Rijksarchief en vastgelegd in de 'Eindproduktbepaling bewerking archieven van het Nederlandse Beheersinstituut 1945-1967', samengesteld door H.A.J. van Schie. Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat onder andere stukken met betrekking tot beleid, de uitvoering van de werkzaamheden, periodieke verslagen, stukken over beheerders en bewindvoerders, stukken over onderhandelingen met andere landen over Nederlandse aanspraken op vijandelijk vermogen en stukken over ontvijanding en Duitse gronden in Nederland. De afdelingen Comptabiliteit en Bureau Bijzondere Beheren hebben decentraal gevormd archief, d.w.z. een eigen administratie (vanaf blz. 82 in de inventaris). Daarnaast bevindt zich in het archief diverse gedeponeerde archieven van regiokantoren, de Stichting Pleziervaartuigen, de Stichting Beheer Vijandelijke Octrooien en Merken. Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Dossierarchief van het Nederlandse Beheersinstituut 1945-1967 (Beheersdossiers)Beginjaar
1945
Eindjaar
1967
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Inventaris Toegang gedigitaliseerd Toelichting
Kenmerk toegang
2.09.16 De inventaris bevat een korte historische en archivistische inleiding. In de inventaris is het bewaard gebleven gedeelte van de door het NBI in beslag genomen bedrijfsadministraties opgenomen, onder de inventarisnummers 523 - 1154 en 21522 - 21572. De beheersdossiers zijn opnieuw bewerkt in de jaren 1997 - 2001. Ze zijn toegankelijk via een database, en aanvraagbaar onder het toegangsnummer 2.09.16. Ze zijn genummerd 2000 - 6566 en 26001 - 205430. (De nummers 1155 - 1999 zijn komen te vervallen) Indices op toegang
Omdat een vermogen soms meerdere eigenaren had, betreft een dossier in die gevallen ook meer dan één persoon. Om deze stukken betreffende deze ‘tweede persoon’ te vinden, bestaat er een kaartregister, waarin naar het juiste dossier wordt verwezen. Dit kaartregister verwijst ook naar de op nummer opgeborgen dossiers. Omvang
2669,90 meter Aantal inventarisnummers
199394 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch Numeriek Toelichting
Het grootste gedeelte van de dossiers is alfabetisch op naam van de persoon of de instelling waarmee het NBI te maken heeft gehad opgeborgen in ca. 18.500 dozen. Een kleiner gedeelte is op dossiernummer opgeborgen, ca. 2.500 dozen. Het betreft hier hoofdzakelijk de dunnere dossiers. De ordening van de stukken ontbreekt: ze liggen veelal niet op chronologische volgorde. Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het beperkt openbare gedeelte van dit archief (niet-openbaar categorie B) is alleen ter inzage na schriftelijke toestemming tot raadpleging, te verkrijgen d.m.v. een schriftelijk verzoek (per brief, inclusief onderzoeksopzet) aan de directeur van het Nationaal Archief t.a.v. het hoofd Onderzoek. Raadpleging van stukken, jonger dan 50 jaar, na toestemming van de directeur Nationaal Archief. In twijfelgevallen pleegt directeur Nationaal Archief overleg met Justitie. Publicatie van gegevens na toestemming van Justitie, behalve van gegevens, die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad en NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen). Analytische beschrijving van het archief
Dit deelarchief bevat beheersdossiers en (delen van) in beslag genomen bedrijfsadministraties van vijandelijke en landverraderlijke organisaties. De beheersdossiers (alfabetisch op naam van de eigenaar) zijn samengesteld uit de archieven van de verschillende archiefvormers binnen het NBI. Het zijn vele duizenden dossiers betreffende individuele beheren en bewindvoeringen. Het grootste gedeelte van de dossiers betreft het beheer van vijandelijk en landverraderlijk vermogen. De volgende categorieën dossiers zijn te onderscheiden: Bewindvoeringsdossiers afwezigen De bewindvoeringsdossiers zijn gevormd door de vertegenwoordigers en bureaus van het NBI, die de bewindvoerders hebben benoemd. Na beëindiging van het bewind hebben deze vertegenwoordigers de dossiers ingeleverd bij het Hoofdkantoor van de NBI in Den Haag. Een standaard-bewindvoeringsdossier bevat de volgende stukken, ontvangen en opgemaakt door de vertegenwoordiger van het NBI in het ressort waar de afwezige het laatst gewoond heeft:
Op het hoofdkantoor heeft men stukken aan die dossiers toegevoegd, te weten:
De vermogensopstelling bevat de volgende gegevens:
De specificatie van het vermogen was in de regel niet erg gedetailleerd. Volstaan werd doorgaans met een globale specificatie en een totaal per categorie. Die categorieën waren de volgende:
Beheersdossiers vermogensbestanddelen onbekende eigenaren Deze dossiers verschillen niet veel van de bewindvoeringsdossiers. Slechts de afwikkeling verschilt: er vindt naast de beëindiging van de bewindvoering tevens een overboeking plaats van het liquidatiesaldo naar een rekening ‘Gelden van onbekende eigenaren’. Er bestaan geen overzichten van dit type vermogens, zodat ze niet eenvoudig te traceren zullen zijn. Beheersdossiers vijandelijk vermogen Daar de beheerders over vijandelijk vermogen ongeveer dezelfde bevoegdheden bezaten als de bewindvoerders, kan men gelijksoortige informatie in deze beheersdossiers. Wel zijn de verzoekschriften om ontvijanding zeer informatief, omdat daarin de argumenten worden aangedragen waarom men meende voor ontvijanding in aanmerking te komen. Men beschreef zijn activiteiten of zijn houding tijdens de bezetting, gestaafd met enkele getuigenverklaringen. Dossiers bestuursvoorzieningen rechtspersonen De dossiers staan alfabetisch opgesteld op naam van de rechtspersoon: vereniging, stichting, naamloze vennootschap. Omdat deze dossiers opgesteld staan tussen andere dossiers, zoals de beheers- en bewindvoeringsdossiers, is niet mogelijk een precieze opgave te doen van aantal en omvang van deze dossiers. Naar schatting gaat het om enkele duizenden met een gezamenlijke planklengte van ca. 70 meter. De dossiers zijn gevormd door vertegenwoordigers en bureaus van het NBI, die de bestuurders hebben benoemd. Een standaard-dossier betreffende bestuursvoorzieningen bevat de volgende stukken, ontvangen en opgemaakt door de vertegenwoordiger van het NBI in het resort waar de rechtspersoon gevestigd was:
Soms kunnen dossiers minder stukken bevatten, bv. indien een bestuurder slechts was benoemd om het bestuur aan te vullen overeenkomstig het bepaalde in de statuten. Meer en andersoortige stukken kan een bestuursvoorzieningsdossier bevatten als de rechtspersoon in processen verwikkeld is geraakt of in staat van faillissement is geraakt tijdens de duur van de bestuursvoorziening. Na beëindiging van het bestuur hebben deze vertegenwoordigers de dossiers ingeleverd bij het hoofdkantoor van het NBI in Den Haag. Daar heeft men stukken aan die dossiers toegevoegd, te weten:
Overig
In het deel "Bijzondere beheren" bevinden zich archieven van de volgende instellingen en bedrijven:
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
In beslag genomen administraties van roofinstanties, die in het archief van het NBI zijn opgenomen:
Archief van het Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Bureaus van het NBIBeginjaar
1945
Eindjaar
1967
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag. www.nationaalarchief.nl Toegang
Inventaris Inventaris met nadere toegangen Kenmerk toegang
2.09.49; Inventarisnummers 668-695 Inventaris van het archief van het Nederlands Beheersinstituut (NBI): Hoofdkantoor, (1944) 1945-1967. Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst (Den Haag/Winschoten 1996). Omvang: 101 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 13-21). Indices op toegang
Er is een alfabetische index. Aantal inventarisnummers
Inventarisnummers 668-695
Archiefordening
Chronologisch Thematisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Raadpleging van stukken tot 2019 en deels tot 2042, na indiening schriftelijk gemotiveerd verzoek en invullen formulier, en na toestemming van de directeur Nationaal Archief. Voor publicatie van gegevens toestemming van het Ministerie van Justitie, behalve van gegevens uit bescheiden die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad of NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen. Selectie en vernietiging
Na 1 januari 1975 wenste men over te gaan tot integrale vernietiging van het archiefbestand (c. 4500 m'). Op een verzoek om advies aan de Algemene Rijksarchivaris is hierop negatief gereageerd. Voor de kort hierop volgende overdracht aan het Algemeen Rijksarchief is wel een en ander regulier vernietigd, zodat het totale bestand, beschreven in deze inventaris en in plaatsingslijst 2.09.16 ca. 2500 m bedraagt. Van de oorspronkelijke ca. 81 meter is 52 meter voor bewaring aangewezen. Als vreemd archief is afgescheiden 1,5 m, terwijl stukken betreffende individuele personen of bedrijven, omvang ca. 1 m, apart zijn gehouden. Derhalve komt 26,5 meter archief voor vernietiging in aanmerking, hetgeen neerkomt op een percentage van ca. 32. De selectie is uitgevoerd aan de hand van selectiecriteria die zijn opgesteld door de afdeling Dienstverlening van het Algemeen Rijksarchief en vastgelegd in de 'Eindproduktbepaling bewerking archieven van het Nederlandse Beheersinstituut 1945-1967', samengesteld door H.A.J. van Schie. Analytische beschrijving van het archief
Archief van het Bureau Amsterdam (inv.nrs. 668-671)
Archief van het Bureau Den Haag (inv.nrs. 672-685)
Archief van het Bureau Rotterdam (inv.nrs. 686-695)
Archief van het Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Vertegenwoordigingen van het NBIBeginjaar
1945
Eindjaar
1967
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
Inventaris van het archief van het Nederlands Beheersinstituut (NBI): Hoofdkantoor, (1944) 1945-1967. Nationaal Archief/Centrale Archiefselectiedienst (Den Haag/Winschoten 1996). Omvang: 101 pagina’s. De inventaris bevat een uitgebreide historische en archivistische inleiding (blz. 13-21) en werd in 1996 vervaardigd door de Centrale Archiefselectiedienst. Indices op toegang
Een alfabetische index Aantal inventarisnummers
Inventarisnummers 696-740
Archiefordening
Chronologisch Thematisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Raadpleging van stukken tot 2019 en deels tot 2042, na indiening schriftelijk gemotiveerd verzoek en invullen formulier, en na toestemming van de directeur Nationaal Archief. Voor publicatie van gegevens toestemming van het ministerie van Justitie, behalve van gegevens uit bescheiden die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad of NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen). Selectie en vernietiging
Na 1 januari 1975 wenste men over te gaan tot integrale vernietiging van het archiefbestand (ca. 4500 m.). Op een verzoek om advies aan de Algemene Rijksarchivaris is hierop negatief gereageerd. Voor de kort hierop volgende overdracht aan het Algemeen Rijksarchief is wel een en ander regulier vernietigd, zodat het totale bestand, beschreven in deze inventaris en in plaatsingslijst 2.09.16 ca. 2500 m. bedraagt. Van de oorspronkelijke ca. 81 meter is 52 meter voor bewaring aangewezen. Als vreemd archief is afgescheiden 1,5 m., terwijl stukken betreffende individuele personen of bedrijven, omvang ca. 1 m., apart zijn gehouden. Derhalve komt 26,5 meter archief voor vernietiging in aanmerking, hetgeen neerkomt op een percentage van ca. 32. De selectie is uitgevoerd aan de hand van selectiecriteria die zijn opgesteld door de afdeling Dienstverlening van het Algemeen Rijksarchief en vastgelegd in de 'Eindproduktbepaling bewerking archieven van het Nederlandse Beheersinstituut 1945-1967', samengesteld door H.A.J. van Schie. Analytische beschrijving van het archief
Archieven van de Vertegenwoordigingen van het NBI
Archief van de Vertegenwoordiging Amersfoort
Archief van de Vertegenwoordiging Apeldoorn
Archief van de Vertegenwoordiging Arnhem
Archief van de Vertegenwoordiging Breda
Archief van de Vertegenwoordiging Delft
Archief van de Vertegenwoordiging Eindhoven
Archief van de Vertegenwoordiging Enschede
Archief van de Vertegenwoordiging Gorinchem
Archief van de Vertegenwoordiging Harderwijk
Archief van de Vertegenwoordiging Heerlen
Archief van de Vertegenwoordiging Leiden
Archief van de Vertegenwoordiging Middelburg
Archief van de Vertegenwoordiging Utrecht
Archief van de Vertegenwoordiging Vlaardingen
Archief van de Vertegenwoordiging Zuid-Limburg
Archief van de Vertegenwoordiging Zutphen
Archief van de Vertegenwoordiging Zwolle
Personeelsdossiers van het Nederlandse BeheersinstituutBeginjaar
1945
Eindjaar
1967
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Inventaris Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
Inventaris van het archief van het Nederlands Beheersinstituut (NBI): Personeelsdossiers, De inventaris is in 1985 vervaardigd door S.M. Pareira. Een korte inleiding is toegevoegd door H.A.J. van Schie. Omvang
44,30 meter Aantal inventarisnummers
354 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Hele blok niet openbaar. Raadpleging van stukken, jonger dan 50 jaar, na toestemming van de directeur Nationaal Archief. In twijfelgevallen pleegt directeur Nationaal Archief overleg Analytische beschrijving van het archief
In dit archief bevinden zich de personeelsdossiers van het NBI. De dossiers van de beheerders, bewindvoerders en bestuurders treft men hier niet aan. In de dossiers zitten getuigschriften, arbeidsovereenkomsten, loonstaten etc. Het bestand is niet compleet: in een aantal gevallen zijn de dossiers overgedragen aan overheidsorganen die ex-NBI-personeel in dienst genomen hebben. Ook zijn dossiers om onbekende redenen niet aanwezig of incompleet. Van het NBI-personeel in vaste dienst, beschikt het ministerie van Justitie over personeelsdossiers. |
|||||||||||
|