Het Nederlandse gezantschap bestond van 1814-1832. In 1832 werd het gezantschap opgeheven. Pas in 1894 werd er weer een Nederlandse gezantschap ingesteld in Zwitserland. In 1957 werd het gezantschap verheven tot ambassade.
Oprichters
Minister van Buitenlandse Zaken
Aanleiding voor oprichting
Het gezantschap Zwitserland was ingesteld bij Soeverein Besluit van 31 januari 1814. In 1832 werd het gezantschap echter weer opgeheven. Tot 1894 werden de diplomatieke belangen van Nederland behartigd door de Nederlandse consul-generaal in Zwitserland. Daarna werd er opnieuw een gezantschap opgericht.
Voorloper
Gezantschap te Zwitserland (1814-1832)
Consulaat-generaal in Zwitserland (1832-1984)
Opvolger
Ambassade te Zwitserland
Inrichting van de organisatie
Gezanten
Jhr.mr. F.G. van Panhuys (1909-1924)
Mr. W.J. Doude van Troostwijk (1924-1934), tevens gedelegeerde bij de Volkenbondconferenties
Mr. C. Ridder van Rappard (1934-1937)
A. Loudon (februari 1938-november 1938)
Mr. E.N. van Kleffens (1939)
Jhr.mr. H.P. Bosch van Drakestein (1939-1940), tijdelijk zaakgelastigde
Jhr.mr. J.J.B. Bosch Ridder van Rosenthal (1940-ca. 1952)
Mr. A.W.C. baron Bentinck van Schoonheten (ca 1952-1956)
Positie binnen de organisatie
Het gezantschap ressorteerde onder het ministerie van Buitenlandse Zaken
Taken
De taken van een ambassade zijn in het Reglement Buitenlandse Dienst (Koninklijk Besluit 13 oktober 1951, Staatsblad nr. 449) vastgelegd:
Het Koninkrijk in het buitenland vertegenwoordigen.
De buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk onderhouden door middel van contacten met de regering van de ontvangende staat.
De belangen van het Koninkrijk en van de onderdanen behartigen en beschermen buiten het grondgebied.
Het verzamelen en verstrekken van gegevens met betrekking tot het gastland die voor de regering en voor de bewoners van het Koninkrijk van belang kunnen zijn.
Buiten het grondgebied van het Koninkrijk de gerechtelijke, buitengerechtelijke en administratieve handelingen en werkzaamheden te verrichten welke krachtens internationale overeenkomsten en de wetten en voorschriften van het Koninkrijk aan diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn opgedragen of waartoe deze bevoegd zijn verklaard.
Het verrichten van alle andere door of vanwege de regering op te dragen werkzaamheden.
De werkzaamheden van de ambassades en consulaten zijn onder te verdelen in:
Politieke aangelegenheden
Economische aangelegenheden
Ontwikkelingssamenwerkingsaangelegenheden
Consulaire aangelegenheden
Pers- en Culturele aangelegenheden
Afdeling Repatriëring
Tijdens de oorlog was er een afdeling repatriëring aan het gezantschap verbonden. Deze afdeling hield zich bezig met de repatriëring van de Nederlandse displaced persons in Zwitserland. Hoewel repatriëring gewoonlijk ook een taak van een gezantschap is, werd er vanwege de omvang van de werkzaamheden een aparte afdeling opgericht.
Het archief van het gezantschap is nader toegankelijk door de aanwezigheid van agenda's en indicatoren van ingekomen en uitgaande stukken. Agenda's zijn registers waarin in chronologische volgorde gegevens worden vastgelegd betreffende het inkomen, afdoen en uitgaan van archiefbescheiden. Indicateurs zijn agenda's waarin bovendien het dossier staat vermeld waarin de brief of het telegram is opgeborgen. De agenda's en indicateurs zijn door middel van de klappers (alfabetische indices met namen) weer nader toegankelijk. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden, dat bij de inventarisatie de ordening van het archief en de beschrijvingen van de dossiers zijn gewijzigd.
Omvang: 63 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 7-13)
Omvang
47 meter, 929 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Toelichting
Het archief van de diplomatieke vertegenwoordiging te Bern over de jaren 1945-1955 is in 1968 overgebracht naar het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Het archief was geordend via het agendastelsel-dossierstelsel. Alle ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken werden in chronologische volgorde ingeschreven in de agenda. Als extra toegang gold de alfabetisch ingerichte klapper. Tot 1950 werd gebruik gemaakt van een cijfercode met een onderverdeling in letters. Na 1950 is het archief opnieuw opgezet aan de hand van een decimale code. Deze indeling werd in 1952 gewijzigd. Als nadere toegang gold de klapper.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Voor publicatie van gegevens, tussen 75 en 50 jaar oud, met betrekking tot nog levende personen uit de inventarisnummers 505, 506, 512, 518, 522, 561, 609, 610, 714, 720-722, 724, 742, 743, 752-754, 756 en 762 is toestemming van de directeur van het Nationaal Archief vereist. Raadpleging van de inventarisnummers 453, 495 en 857 na toestemming vooraf van de directeur van het Nationaal Archief.
Selectie en vernietiging
Een deel van het archief is reeds voor de overbrenging in Bern vernietigd. Het resterende archief bestond uit 32 strekkende meter, waarvan tijdens de inventarisatie 14 meter is vernietigd, waardoor tevens enkele oorspronkelijk aanwezige ordeningscodes zijn komen te vervallen. In 1961 is een deel van het gezantschapsarchief te Bern vernietigd. Het overgebrachte archief bestond uit 20 meter. Tijdens de inventarisatie is hiervan 9 meter vernietigd.
De vernietiging vond plaats op basis van de Lijst, houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in de archieven van de Nederlandse vertegenwoordigers in het buitenland (1960).
In de inleiding van de inventaris is een overzicht opgenomen van het soort dossiers dat vernietigd is.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van het gezantschap geeft een volledig beeld van de werkzaamheden die het gezantschap heeft uitgevoerd. Specifieke dossiers betreffende de repatriëring van Nederlanders zijn te vinden onder het hoofdstuk Militia/vluchtelingen van het gewoon archief van het gezantschap (1914-1945). Daar bevinden zich ook bescheiden met gegevens over (overleden) Nederlanders in concentratiekampen en Nederlandse vluchtelingen verblijvend in Zwitserland. Tevens zijn er dossiers op naam van vluchtelingen.
Daarnaast is er onder hoofdstuk Volkenrecht en internationaal van het archief van het gezantschap (1945-1954) een dossier met namenlijsten van bevrijde Nederlanders en een dossier betreffende de vrijlating van Nederlanders uit het concentratiekamp Theresienstadt aanwezig. Tevens is er een dossier over de personen Raden Bagous, Bhimo Jodjana en G. Mehr overleden in het concentratiekamp Buchenwald.
Het archief bevat eveneens bescheiden betreffende roofgoed (effecten en waardepapieren), de bescherming van Nederlandse eigendommen in het buitenland en informatie over internationale aspecten van het naoorlogse rechtsherstel.
Stukken van de afdeling repatriëring zijn niet aangetroffen, omdat deze afdeling viel onder de Regeringscommissaris voor Repatriëring van het ministerie van Sociale Zaken. Het archief van de afdeling is later ook overgebracht naar het ministerie van Sociale Zaken.