Bij beschikking van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 maart 1947, nr. 25660-1904 G.S. werd op 1 april 1947 de Directie Verre Oosten (DIRVO) te Batavia opgericht.
Op 27 december 1949 vond de souvereiniteitsoverdracht aan Indonesië plaats. DIRVO werd begin 1950 opgeheven. De overgebleven taken en werkzaamheden werden door het Hoge Commissariaat der Koninkrijk der Nederlanden in Indonesië overgenomen.
Oprichters
Minister van Buitenlandse Zaken: mr. C.G.W.H. baron van Boetzelaer van Oosterhout
Aanleiding voor oprichting
De Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende nationale en internationale ontwikkelingen hadden tot gevolg dat de overzeese gebiedsdelen, in het bijzonder Indonesië, in toenemende mate bij aangelegenheden van internationale aard werden betrokken. Er ontstond behoefte aan een dienst in Indonesië die buitenlandse aangelegenheden op deskundige wijze kon behandelen. Met de oprichting van DIRVO werd in deze behoefte voorzien.
Opvolger
Hoge Commissariaat der Koninkrijk der Nederlanden in Indonesië
Inrichting van de organisatie
T. Elink Schuurman, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, chef der directie (8 mei 1947-1949)
dr. J.G. de Beus, gevolmachtigd minister, chef der directie (1949-1950)
Mr. H.T. Eschauzier, eerste gezantschapssecretaris, sous-chef (27 juni 1947)
Jhr. mr. J.A. de Ranitz, eerste gezantschapssecretaris (7 september 1948-1950)
C.Th.R. van Baarda, tweede gezantschapssecretaris (2 juli 1948-1950)
Mr. Th.T. Valck Lucassen, tweede gezantschapssecretaris (1947-1948)
Mr. R.Ph. Brouwer, gezantschapsattaché (1947-1948)
mr. R.S.N. baron van der Feltz, gezantschapsattaché (19 maart 1948-1950)
mr. J.G.N. de Hoop Scheffer, gezantschapsattaché (1949-1950)
J.J. Ypma, kanselier der eerste klasse (1947-1948)
DIRVO werd ondersteund door adminstratief personeel bestaande uit een kanselier, archiefmedewerkers, secretaresses, stenotypistes, personeel voor de mailkamer, een chauffeur, een bode en een loper.
DIRVO onderhield een nauwe samenwerking met de directie Politieke Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Een bureau voor Indonesische Zaken maakte onderdeel uit van de directie Politieke Zaken. Dit bureau werkte intensief samen met verschillende afdelingen van het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen.
De chef van DIRVO kreeg een gelijke zelfstandigheid toegekend als de chef van de directie Politieke Zaken in Den Haag. De geografische ligging van Batavia leidde tot de bepaling dat in geval van zeer dringende aangelegenheden de chef een grotere zelfstandigheid zou bezitten van het hoofd van een departementale directie in het algemeen.
Positie binnen de organisatie
DIRVO is ingesteld als een speciaal agentschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken. DIRVO vormde op administratief en organisatorisch niveau een belangrijk onderdeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag, maar werd gevestigd in Batavia. DIRVO onderhield speciale betrekkingen met Luitenant-Gouverneur-Generaal dr. H.J. van Mook en de Indische adminstratie.
DIRVO kreeg instructies van verschillende instanties. Voor wat betreft de behandeling van aangelegenheden die door buitenlandse instanties waren voortgebracht, had de directie zich te richten naar het inzicht van de Gouverneur-Generaal of diens plaatsvervanger.
De verhouding tot het Departement van Overzeese Gebiedsdelen werd geregeld door de bepaling dat de minister van Buitenlandse Zaken de minister van Overzeese Gebiedsdelen zou informeren over de aangelegenheden die mede tot de verantwoordelijkheid van deze bewindsman behoorde.
Taken
Aan DIRVO werden de volgende taken opgedragen:
de dagelijkse werkzaamheden op het terrein van het buitenlands beleid
het onderhouden van contact met de in Nederlands-Indië werkzame consulaire zendingen van buitenlandse mogendheden
het bijstaan in zaken van de Indische regering, waarin het buitenlands beleid betrokken was, telkens wanneer die bijstand werd gevraagd. Het verstrekken van inlichtingen aan de Indische regering hoorde daar ook bij
het adviseren bij diplomatieke benoemingen op consulaire posten bij nabijgelegen mogendheden en gebieden
het bevorderen van de indienstneming en opleiding van voor de buitenlandse dienst geschikt geachte Indonesiërs en andere Nederlandse onderdanen niet-zijnde Nederlanders
het bevorderen van een snelle en doeltreffende coördinatie en distributie van gegevens op buitenlands politiek en economisch gebied met die Nederlandse diplomatieke en consulaire zendingen, waarvan de berichtgeving voor Nederlands-Indië van belang was
In 1947 werden naar aanleiding van de opheffing van het kantoor van de Nederlandse Militaire Missie te Batavia de voorlichtingswerkzaamheden en de economische en financiële aangelegenheden overgeheveld naar DIRVO. In 1949 werd in verband met de souvereiniteitsoverdracht de Codekamer, verantwoordelijk voor het telegramverkeer, formeel ondergebracht bij DIRVO. Hierdoor bleef de Codekamer een Nederlands orgaan.
Hoge Commissariaat der Koninkrijk der Nederlanden in Indonesië
Literatuur
Publicaties betreffende het archief van de instelling of persoon
Bremer-Hoppentocht, T. e.a., Inventaris van het archief van de Directie Verre Oosten te Batavia van het ministerie van Buitenlandse Zaken (1944) 1947-1950 (1955) Centrale Archiefselectiedienst/Nationaal Archief (Winschoten/Den Haag 1995).
Publicaties van de instelling of persoon
Organisatie en reorganisatie van het Departement van Buitenlandse Zaken. Ministerie van Buitenlandse Zaken (Den Haag 1950).
Publicaties over de instelling of persoon
Ditzhuyzen, R.E. van, Tweehonderd jaar Ministerie van Buitenlandse Zaken (Den Haag 1998).
Archief van de Directie Verre Oosten te Batavia van het ministerie van Buitenlandse Zaken
Omvang: 55 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-15).
Omvang
19 meter
Aantal inventarisnummers
595 inventaris nummers
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Thematisch
Toelichting
DIRVO ordende de archiefbescheiden volgens een zelf vervaardigde code. Deze code bestond uit letters, die tezamen rubrieken vormden, met daaronder een onderverdeling in cijfers. Bij de inventarisatie van het archief is geprobeerd deze lettercode te gebruiken voor het inventarisschema, maar daar is vanaf geweken omdat in de praktijk bleek dat deze toepassing niet goed functioneerde.
Tijdens de inventarisatie zijn verzamelbeschrijvingen gemaakt wanneer er sprake was van series, facetdossiers, deeldossiers en verzameldossiers. In de verzamelbeschrijvingen zijn de deelbeschrijvingen of chronologisch of alfabetisch geordend.
Informatiedrager
foto
papier
Openbaarheid
niet openbaar
Verloren geraakt
Tijdens de bewerking werd vastgesteld, dat een aantal dossiers dat wel vermeld stond in de dossierinventaris, niet in het archief aanwezig was. Het was niet bekend waar deze dossiers zich bevonden of dat deze al vernietigd waren.
Selectie en vernietiging
Bij de bewerking van het archief is gebruik gemaakt van de Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in de archieven van de Nederlandse vertegenwoordiging in het buitenland, vastgesteld bij beschikking van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 februari 1960, no. APA-25691 en van de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 5 april 1960, no. 69502. Voor zover bekend is niet eerder uit het archief vernietigd.
Er is op dossierniveau geselecteerd. Dossiers van historisch belang zijn bewaard, ook wanneer deze volgens de selectielijst vernietigd konden worden.
In totaal is 12,5% van het archief vernietigd. Het te bewaren gedeelte bedroeg na bewerking 19,5 meter.
Analytische beschrijving van het archief
De Directie Verre Oosten (DIRVO) in Batavia fungeerde als agentschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken. DIRVO werd in 1947 ingesteld en in verband met de souvereiniteitsoverdracht in 1950 opgeheven.
Het archief bevat stukken betreffende de organisatie en taakuitvoering en een grote reeks dossiers. In de reeks bevinden zich dossiers die betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog en de directe nasleep daarvan. Enkele onderwerpen zijn:
de regeling van de repatriëring van diverse groepen personen
de regelingen voor het verlenen van financiële hulp aan Nederlanders of Indonesiërs
de regeling met betrekking tot gevonden oorlogsbuit uit de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië
de advisering over en de hantering van de te volgen gedragslijn omtrent vijandelijke vermogens
de bemiddeling bij de afwikkeling van schadeclaims van geleden oorlogsschade door personen en bedrijven uit diverse landen
de regeling van de oorlogsschulden tussen Nederlands-Indië en Australië
Het archief bevat geen persoonsdossiers.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Er bevinden zich noch originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief, noch gedeponeerde archieven
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Dossiers die buiten de cesuur 1947-1950 vielen, zijn overeenkomstig het bestemmingsbeginsel afgescheiden. Deze dossiers zijn gevoegd in het archief van Hoge Commissariaat.
Uit het archief zijn de dossiers betreffende de affaire Westerling en de Schmidt-/Jungslägeraffaire gelicht en toegevoegd aan het archief van het Hoge Commissariaat. N.B. Deze dossiers hebben geen betrekking op het onderwerp 'Sociale Zorg en Rechtsherstel Oorlogsgetroffenen WOII, 1942-heden' .