| ||||||||||||
|
Directie van Handel en NijverheidOprichtingsdatum
1940
Opheffingsdatum
1965
Toelichting op de periode van bestaan
Op 8 mei 1940 werd het ministerie van Economische Zaken, twee dagen voor de inval van de Duitsers, opgesplitst in een ministerie van Landbouw en Visserij enerzijds en een ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart anderzijds. Vijf dagen later week de minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart mr. M.P.L. Steenberghe met de rest van de Nederlandse regering naar Londen uit. In mei 1944 ging men in Londen over tot een departementale herindeling. Tengevolge hiervan werd de naam van het Londense ministerie gewijzigd in ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw. Deze wijziging bleef ingevolge het Koninklijk Besluit van 9 november 1944, Stb. E 141 ook na de terugkeer van de regering van kracht. In 1946 werd de naam van het ministerie weer gewijzigd in ministerie van Economische Zaken. Inrichting van de organisatie
Indeling van de Directie Handel en Nijverheid (juli 1942) Directeur-Generaal is de secretaris-generaal van het Departement Handel, Nijverheid en Scheepvaart, Dr. H.M. Hirschfeld. Plaatsvervangend Directeur-Generaal is Dr. T.P. van der Kooy.
Eind 1942 waren er 500 personen werkzaam op het departement in Den Haag. Na de bevrijding Onder het Directoraat-Generaal voor Handel en Nijverheid ressorteerden (in 1948):
Positie binnen de organisatie
Onderdeel van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart Bevoegdheden
De Directie van Handel en Nijverheid was het centrale beleidsorgaan op het gebied van handel, industrie, middenstand, prijzen en distributie en statistiek. Vanaf 1933 was het ministerie van Economische Zaken primair verantwoordelijk voor de buitenlandse handelspolitiek: in de periode daarvoor was dat het ministerie van Buitenlandse zaken. Taken
De Directie van Handel en Nijverheid was van 1935-1945 het centrale beleidsorgaan dat was belast met de regelgeving en uitvoering van wetten op het gebied van handel, industrie, middenstand, prijzen, distributie en statistiek. Bestrijding van overcapaciteit in de verschillende bedrijfstakken gedurende de jaren dertig bracht de directie in aanraking met de problematiek van joodse vluchtelingen. Deze werden beschouwd als een bedreiging voor de werkgelegenheid en voor de gevestigde middenstand, waardoor beperkingen aan toelating en vestiging onvermijdelijk geacht werd. Tijdens de oorlog werd de directie van Handel en Nijverheid door de Treuhänder verplicht, de namen van bedrijven die in handen waren van 'vijanden' en joden, door te geven aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken, aan het ministerie van Financiën, aan het Nederlandse Clearinginstituut en aan de Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid. Thema's
Doelgroep
Vervolgingsslachtoffers Nederland
Burger-oorlogsgetroffenen Nederland
Landen
Plaatsen
Verwijzing naar andere archiefvormers
Literatuur
Archief van de Directie van Handel en Nijverheid; Ministerie van Economische ZakenBeginjaar
1905
Eindjaar
1944
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag Toegang
Eenvoudige toegang Toelichting
Plaatsingslijst Kenmerk toegang
2.06.001
Omvang: 478 pagina’s. De plaatsingslijst bevat geen inleiding. Omvang
335,95 meter Aantal inventarisnummers
7737
Archiefordening
Numeriek Thematisch Toelichting
De dossiers staan geplaatst op nummervolgorde. De beschrijvingen in de inventaris staan grotendeels geordend volgens de archiefcode van het ministerie van Economische Zaken. Informatiedrager
papier Openbaarheid
volledige openbaarheid Analytische beschrijving van het archief
Het archief bestaat uit vier deelarchieven: a. Ministerie van Economische Zaken, Directie van Handel en Nijverheid 1906-1943; b. Minister M.P.L. Steenberghe; c. Directeur-generaal en later Secretaris-Generaal Dr. H.M. Hirschfeld; d. Commissies. Het archief is volgens de standaard archiefcode geheel op onderwerp geordend. Verreweg het meest omvangrijk is de rubriek 'Economische aangelegenheden', waarin onder meer stukken over de industrie, de dienstverlening, de binnen- en buitenlandse handel, de distributieregeling en de instelling en het functioneren van de rijksbureaus. Tot het specifiek oorlogsgerelateerde materiaal behoren stukken over joodse vluchtelingen en de Nederlandse arbeidsmarkt in de jaren '30, de economische verdedigingsvoorbereiding, de instelling en het functioneren van de rijksbureaus, de Algemene Vorderingswet 1939 en het Vorderingsbesluit 1940, de zorg voor oorlogsslachtoffers mei 1940 (mobilisatie middenstanders, schade in oorlogsgebieden), Duitse bezettingsmaatregelen zoals de inkwartiering van Duitse militairen en het vorderen van goederen, uitsluiting van joden uit het openbare en economische leven (Magazijn de Bijenkorf, Hollandia Fabrieken Kattenburg & Co, Zwanenburg's Fabrieken, Organon, Van den Bergh's Koninklijke Fabrieken, marktkooplui, handelaren in oud-metaal, veehandel, makelaars), de Nederlandse industrie en opdrachten van de Duitse bezetter, het afvoeren van machines en materiaal, de sluiting van bedrijven i.v.m. de toenemende schaarste, de organisatie ven het bedrijfsleven (de organisatie Woltersom), distributie en de evacuatie van bedrijven en instellingen uit het westen van Nederland in de laatste jaren van de bezetting. Met betrekking tot oorlogsgetroffenen zijn de volgende archiefbescheiden te onderscheiden: A. Ministerie van Economische Zaken, Directie van Handel en Nijverheid 1906-1944
Personeel van het departement
Beheer van joodse en vijandelijke vermogens
Maatregelen ten opzichte van joden en joodse ondernemingen
Zorg voor joodse vluchtelingen
Zorg voor getroffenen bij oorlogsgeweld
Stukken met betrekking tot de Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid 1.826.486.07.1 t/m A.2-1.826.486.07.992 Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid B. Minister M.P.L. Steenberghe
C. Directeur-generaal en later Secretaris-generaal Dr. H.M. Hirschfeld
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
|
|||||||||||
|