Door de toenemende Nederlandse handelsbelangen in de havenstad Haifa en de groei van het aantal reizigers en bedevaartgangers dat Jeruzalem jaarlijks bezocht, werd besloten tot de oprichting van consulaire posten in deze steden. In 1899 werd nog een derde diplomatieke post geopend in Jaffa.
Opvolger
Nederlands Informatie Kantoor Jeruzalem
Inrichting van de organisatie
Zolang Palestina onder Turks bewind stond vielen de drie Nederlandse vice-consulaten onder het consulaat-generaal van Nederland in Syrië. In 1923 werden de bepalingen van het Britse Volkenbondmandaat voor Palestina van kracht en vielen de (vice-)consulaten onder het mandaat van het Nederlandse gezantschap te Caïro.
Jeruzalem
Periode
Diplomatieke vertegenwoordiger
Bijzonderheden
Periode
Werkgebied
Vice-consulaat
1890-1923
Sandjak Jeruzalem
E.M.J. Schoemann
Duister
J.G.A. Benzinger
Duitser
A. Einsler
Duitser
-1919
Spaanse consul
Waarnemend
1919-1923
Consulaat
1923-1942
Jeruzalem, vanaf 1932 Transjordanië, en vanaf 1937 Ramallah, Jericho, Bethlehem, Hebron en Beersheba
J.H. Kann (consul)
1923-1927
Mr. S.A. van Vriesland (consul-generaal)
1927-1939
Nederlandse consul te Tel Aviv
Waarnemend
1940-1942
Consulaat-generaal
1942-1950
Geheel Palestina en Transjordanië
Jhr. H.P.J. Bosch van Drakenstein (consul-generaal)
1942-1943
Ir. C.M. Dozy (consul-generaal)
1944
H.D. Bornstein (consul)
Waarnemend
1945-1947
Dr. J.A. Nederbragt (consul-generaal)
1948-1950
Gezantschap
1950-1957
Israël en Transjordanië
Dr. J.A. Nederbragt (gezant)
1950
Jhr. mr. M.P.M. van Karnebeek (gezant)
1950-1953
Israël en wnd. consul-generaal voor Jordanië (tot 1951) Arabisch Jeruzalem
G.W. Boissevain (gezant)
1954-1957
Ambassade
1957-
Jhr. J.Q. Bas Backer (ambassadeur)
1958-1960
Haifa
Periode
Diplomatieke vertegenwoordiger
Bijzonderheden
Periode
Werkgebied
Vice-consulaat
1869-1933
Haifa, Sandjak Acre en Nabloes
Franse vice-consul
Waarnemend
A. Parodi
Italiaan
S. Catoni
Fransman, waarnemend
Leden van de Catoni familie
Fransen, waarnemend
Consulaat
1933-
Noord-Palestina, inclusief Jenin en Nabloes
A. Palmer-Givan (honorair consul)
Brit
1933-1943
A.D. van Gelder (vice-consul)
1933-
Positie binnen de organisatie
De consulaten ressorteren onder het ministerie van Buitenlandse Zaken
Taken
Taken van de consulaten
Uitvoeren van de Nederlandse wet in het buitenland.
Inlichten en voorlichten over mogelijke ontplooiing Nederlandse economische activiteiten.
Opmaken en verstrekken van documenten met betrekking tot individuen, zoals het uitgeven van paspoorten, visa en bewijzen van onvermogen.
Verrichten van buitengewone handelingen, zoals het onder curatele stellen en het aanwijzen van voogden.
Verlenen van bijstand aan degenen die daar volgens de Armenwet aanspraak op kon maken.
Afwikkelen van nalatenschappen.
Opmaken van notariële akten.
Uitvoeren van de werkzaamheden inzake scheepvaartzaken.
In de agenda's zijn de ingekomen en uitgaande stukken en telegrammen genoteerd. Deze stukken worden chronologische ingeschreven in de agenda's en krijgen een doorlopende nummering. De agenda's geven daardoor een nadere toegang tot de rest van het archief.
Daarnaast zijn er twee dossiers met inhoudsopgaven van de bij de consulaten van Haifa en Jeruzalem indertijd aanwezige stukken en dossiers.
Omvang: 18 pagina's. In de inventaris staan aanwijzingen voor de gebruiker van het archief vermeld (blz. 5-7)
Omvang
0,7 meter; 67 inventarisnummers (2046-2112)
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het archief is beperkt openbaar.
Selectie en vernietiging
Geen verdere informatie over bekend
Analytische beschrijving van het archief
Het archief is gevormd door het consulaat van Haifa en het consulaat van Jeruzalem. Er is bij de ordening van het archief geen onderscheid gemaakt tussen deze twee consulaten. Hierdoor is niet duidelijk welk dossier van welk consulaat afkomstig is.
Het grootste gedeelte van het archief is gevormd in de tijd na 1942. Archiefbescheiden uit de periode tussen 1934 en 1942 zijn nauwelijks aanwezig.
In het archief zijn vier dossiers te vinden die betrekking hebben op Nederlandse oorlogsgetroffenen en de nasleep van de oorlog:
Inv.nr. 2107: Lijsten met namen van Nederlanders die in het concentratiekamp Buchenwald gevangen hebben gezeten, 1940-1941.
Inv.nr. 2108: Stukken betreffende de op 10 juli 1944 in Palestina aangekomen Nederlanders vanuit het concentratiekamp Bergen-Belsen, 1944.
Inv.nr. 2092: Stukken betreffende de nalatenschappen van Nederlanders die zijn omgekomen in de concentratiekampen Sobibor, Auschwitz en Westerbork, 1945-1954.
Inv.nr. 2106: Stukken betreffende de afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, 1949-1954.