| ||||||||||||
|
Bureaus van de Financieel Attaché te New York en Washington van het ministerie van FinanciënOprichtingsdatum
1 januari 1944
Toelichting op de periode van bestaan
Het Bureau van de Financieel Attaché te New York werd op 1 januari 1944 opgericht. Bij de oprichting van dit Bureau werden de taken van de Subcommissie voor Financiën van het Nederlandsche Scheepvaart en Handel-Comité (NSTC), de Subcommissie voor Administratiekantoren van het NSTC en de adviseur van de minister van Financiën overgenomen door het Bureau. Het Bureau van de Financieel Attaché te New York werd per 1 december 1958 opgeheven. De taken met betrekking tot de afhandeling van rechtsherstelzaken werden overgenomen door het Bureau van de Financieel Attaché te Washington. Aanleiding voor oprichting
Het personeel van de Nederlandse Ambassade te Washington was niet berekend op de veelomvattende taak die de uitvoering van het Koninklijk Besluit A 1 (de veiligstelling van de buitenlandse bezittingen van Nederlanders in bezet gebied) met zich meebracht. Aangezien bij de Subcommissies voor Financiën en Adminstratiekantoren in New York wel voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar was, werd besloten een 'technisch' attaché te benoemen met als standplaats New York. Inrichting van de organisatie
Financieel Attaché te New York:
In een ongedateerd document (medio 1944) werd de organisatie te New York als volgt geschetst:
De medewerkers werden terzijde gestaan door ondersteunend personeel. Vertegenwoordiger van de Raad voor het Rechtsherstel in de Verenigde Staten van Amerika:
Het personeel van het Bureau van de Financieel Attaché te New York werkte op arbeidscontract met de ambassade. De Financieel Attaché en de beleidsmedewerkers waren in dienst van het ministerie van Financiën of van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Positie binnen de organisatie
De bureaus van de Financieel Attaché te New York en Washington ressorteerden onder het ministerie van Financiën. Doelstelling
Taken
Het Bureau van de Financieel Attaché te New York nam in 1944 de taken van de Subcommissie voor Financiën van het Nederlandsche Scheepvaart en Handel-Comité (NSTC), de Subcommissie voor Administratiekantoren van het NSTC en de adviseur van de minister van Financiën over. Deze rechtsvoorgangers hadden de volgende taken: tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de handelsafdeling van het Gezantschap te Washington belast met de uitvoering van het (KB) Koninklijk Besluit A1 op het westelijk halfrond. Dit KB was in mei 1940 door de Nederlandse regering te Londen uitgevaardigd om de buitenlandse bezittingen van Nederlanders in bezet gebied veilig te stellen. De Amerikaanse regering had echter alle Nederlandse tegoeden bevroren door middel van de Trading with the Enemy Act. Het KB A1 werd niet door de Amerikaanse regering erkend aangezien het KB zonder parlementaire goedkeuring tot stand was gekomen. In de praktijk vond tussen Amerika en Nederland overleg plaats over het al dan niet toestaan van transacties van Nederlandse geblokkeerde rekeningen. Amerika heeft het KB A1 pas in 1953 erkend. Voor de uitvoering van de advies- en onderzoekstaak inzake de status van diverse Nederlandse financiële belangen, werd het personeel van de handelsafdeling van het Gezantschap bijgestaan door enkele leden van het Shipping and Trading Committee (NSTC) te New York. Dit NSTC was voortgekomen uit het initiatief van een aantal comités dat zich na de Duitse inval in Nederland vanuit New York inzette voor de behartiging van de opengevallen Nederlandse belangen. In juli 1940 waren de diverse comités gereorganiseerd tot een een aantal NSTC-subcommissies, overeenkomstig de instelling van de Nederlandse Scheepvaart & Handelscommissie te Londen. In juli 1940 werd een adviseur van de minister van Financiën naar Amerika uitgezonden. Zijn taak bestond onder andere uit het inlichten van de gezant over het standpunt van de regering ten aanzien van de uitvoering van het KB A1. Eind 1943 kwam de functie van adviseur van de minister van Financiën te vervallen en werden de taken overgenomen door de nieuw benoemde Financieel Attaché te New York. Per 1 januari 1944 werd het Bureau van de Financieel Attaché operationeel. Na 1945 werd de afhandeling van effectenregistratie en rechtsherstelzaken de belangrijkste taak van het Bureau van de Financieel Attaché te New York. Van hieruit werd vanaf 1946 de effectenregistratie in de Verenigde Staten van Amerika gecoördineerd. De registratie in de Verenigde Staten van Amerika ving aan in augustus 1946 en eindigde officieel op 1 december 1946. De registratie werd echter stilzwijgend verlengd tot mei 1948. Hierdoor werden houders van effecten die fysiek niet eerder in staat waren geweest een aanmelding te doen in de gelegenheid gesteld dit alsnog te doen. Na 31 december 1951 was het niet meer mogelijk een na-aanmelding te doen via het Bureau van de Financieel Attaché te New York. In 1952 werden dossiers en kaartsystemen naar de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel te Amsterdam gezonden, voorzover het individuele effecten betrof. De stukken werden vermengd met de daar aanwezige archieven. Het Bureau van de Financieel Attaché te New York heeft eveneens werkzaamheden verricht voor de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten (CRBE). Deze Commissie legde zich toe op het eigendomsrechtsherstel van verkochte en geroofde effecten die zich in het buitenland bevonden. Medio 1958 liep de afhandeling van rechtsherstelzaken in Amerika ten einde. Het bureau in New York werd opgeheven en de resterende werkzaamheden werden sindsdien vanuit Washington uitgevoerd. A.F.M. van der Ven werd vanuit New York overgeplaatst naar Washington en benoemd tot Financieel Attaché. Naast de afhandeling van lopende rechtsherstelzaken had een andere taak van de Financieel Attaché te Washington eveneens een directe link met de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Deze taak betrof de behandeling van problemen met betrekking tot het vijandelijk vermogen en soortgelijke kwesties ontstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het spitste zich toe op het zoeken van overeenstemming met het Departement of Justice (Office of Alien Property) over claims van de ene op de andere regering en het afwikkelen van reeds getroffen schikkingen. De andere taken van de Financieel Attaché te Washington hielden verband met de bevoegdheden van de minister van Financiën en het financiële beleid van Nederland. De afhandeling van de rechtsherstelzaken duurde tot 1974. Thema's
Doelgroep
Vervolgingsslachtoffers Nederland
Burger-oorlogsgetroffenen Nederland
Plaatsen
Archief van de Bureaus van de Financieel Attaché te New York en Washington van het ministerie van FinanciënBeginjaar
1940
Eindjaar
1974
Vindplaats
Nationaal Archief, Den Haag. www.nationaalarchief.nl Toegang
Inventaris met nadere toegangen Toegang gedigitaliseerd Kenmerk toegang
2.08.75 Inventaris van de archieven van de Bureaus van de Financieel Attaché te New York en Washington van het Ministerie van Financiën, 1940-1974. Centrale Archief Selectiedienst/Nationaal Archief (Winschoten/Den Haag 2006). Omvang: 188 pagina's. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 9-23). Indices op toegang
Voor een deel van het archief van de Subcommissie voor Financiën (gespecificeerd naar inventarisnummer(s)) zijn twee indices gemaakt: een naam-index en een zaken-index. Het archief van het Bureau van de Financieel Attaché te New York bevat een aantal indicateurs van ingekomen en uitgegane brieven. Omvang
26,6 meter Aantal inventarisnummers
3438 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch Thematisch Anders Toelichting
De oorspronkelijke structuur van het archiefgedeelte van de Subcommissie voor Financiën waarbij de stukken werden geordend per Amerikaanse bank en op naam van de rekeninghouder is zoveel mogelijk in stand gehouden, dan wel hersteld. De correspondentie is verschillende wijzen geordend: alfabetisch en chronologisch. Informatiedrager
papier Openbaarheid
beperkte openbaarheid Toelichting
Het archief is deels openbaar, deels beperkt openbaar. Verloren geraakt
Het archief van de voormalige Subcommissie voor Administratiekantoren werd in 1958 naar de Nederlandsche Bank NV in Amsterdam verzonden. Uit onderzoek is gebleken dat dit archief niet langer in beheer is bij de Nederlandsche Bank. Het is niet bekend waar het archief zich momenteel bevindt. Het is niet bekend waar de archiefstukken zich bevinden die destijds naar de Belegging- en Garantiemaatschappij voor Duplicaten van Buitenlandse Effecten (BELGA) zijn gestuurd. Selectie en vernietiging
Uit het archief zijn enkele categorieën stukken vernietigd. Bij deze selectie is rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die aan het ontstaan van het archief ten grondslag lagen. In de inventaris (bijlage 3) is de lijst van vernietigde archiefbescheiden gespecificeerd. Analytische beschrijving van het archief
Het archief van de Bureaus van de Financieel Attaché te New York en Washington en hun rechtsvoorgangers bestaat uit verschillende collecties:
Om de structuur te behouden is ervoor gekozen om de verschillende archiefdelen in één format te beschrijven.
Het archief van de Subcommissie voor Administratiekantoren van het NSTC over de periode 1940-1943 bevat agenda's en notulen van vergaderingen en enkele briefwisselingen met de ambassade. Het archief van de adviseur van de minister van Financiën over de periode 1940-1943 bevat correspondentie, notulen van vergaderingen en stukken die betrekking hebben op de organisatie en het personeel. Met betrekking tot de taakuitvoering van de adviseur van de minister van Financiën bevat het archief onder andere bescheiden betreffende de controle op de financiën van Nederlandse overheidsinstanties in de Verenigde Staten van Amerika, het onderhouden van contacten met banken waar de Nederlandse regering een rekening had, de advisering inzake financiële en economische zaken, en het bijstaan van de ambassade en het NSTC met de uitvoering van het KB A1. Het archief van het Bureau van de Financieel Attaché te New York over de periode 1944-1958 bevat bescheiden die betrekking hebben op de organisatie en de personele bezetting, de financiën en de uitoefening van de functie van de Financieel Attaché (belangenbehartiging in oorlogstijd, bij herstel en wederopbouw, de vertegenwoordiging in rechtsherstelzaken). Met betrekking tot de vertegenwoordiging in rechtsherstelzaken bevat het archief stukken inzake de effectenregistratie ingevolge KB E 100 in de Verenigde Staten van Amerika, zoals lijsten van geopponeerde en gedepossedeerde effecten. De correspondentie is voorzien van een codering (R, S, D, DD) ter onderscheiding van de verschillende werkzaamheden. Het archief bevat eveneens bescheiden betreffende de duplicatenactie. Het archief van het Bureau van de Financieel Attaché te Washington over de periode 1958-1974 bevat bescheiden die betrekking hebben op de organisatie en de personele bezetting, de financiën en de taakuitvoering van het Bureau. Het Bureau van de Financieel Attaché te Washington had onder meer tot taak intercustodiale geschillen te beslechten. Intercustodiale geschillen waren geschillen tussen Nederland en verschillende andere landen over met elkaar strijdige aanspraken op buiten Duitsland gelegen Duits vermogen. Het archief bevat eveneens documentatie betreffende de teruggave van vijandelijk vermogen. Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archief van de Bureaus van de Financieel Attaché te New York en Washington en hun rechtsvoorgangers bevat archivalia van de:
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Het archief van de Subcommissie voor Handel bevindt zich in het archief van de NSTC te New York en het archief van de NSTC te Londen. Beide archieven zijn raadpleegbaar in het Nationaal Archief: Het archief van de voormalige Subcommissie voor Administratiekantoren werd in 1958 naar de Nederlandsche Bank NV in Amsterdam verzonden. Uit onderzoek is gebleken dat dit archief niet langer in beheer is bij de Nederlandsche Bank. Het is niet bekend waar het archief zich momenteel bevindt. De 'rechtsherstel-collecties' werden in 1958 verstuurd naar de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten (CRBE) en de Belegging- en Garantiemaatschappij voor Duplicaten van Buitenlandse Effecten (BELGA). De archiefstukken die betrekking hadden op de Effectenregistratie zijn vermoedelijk opgenomen en vermengd met het archief van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel. De CRBE heeft de archieven uit New York gescheiden gehouden van het eigen archief. Bij de opheffing van de CRBE is met de overdracht van het eigen archief het gedeelte van de 'rechtsherstel-collecties' uit New York meegestuurd naar het Agentschap van het ministerie van Financiën te Amsterdam. Dit archiefdeel is in 1981 overgebracht naar het ministerie van Financiën in Den Haag en aansluitend overgedragen aan het Nationaal Archief in Den Haag. Het is niet bekend waar de archiefstukken zich bevinden die destijds naar de Belegging- en Garantiemaatschappij voor Duplicaten van Buitenlandse Effecten (BELGA) zijn gestuurd. Opmerkingen
In de inleiding van de inventaris wordt verwezen naar bijlagen. Deze bijlagen ontbreken in de digitale versie, maar zijn wel opgenomen in de gedrukte editie. De gedrukte editie is raadpleegbaar op de studiezaal van het Nationaal Archief. |
|||||||||||
|