De Commissie werd formeel bij besluit d.d. 20 september 1999 ingesteld, met terugwerkende kracht tot en met 1 april 1999. Het mandaat werd tweemaal verlengd, als laatste tot januari 2005.
Als direct gevolg van de grote vraag naar informatie worden de werkzaamheden door Bureau Herkomst Gezocht onder leiding van dr. R.E.O. Ekkart tot op heden voortgezet.
Oprichters
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW), dr. F. van der Ploeg
Aanleiding voor oprichting
Eind jaren ’90 van de vorige eeuw stond het teruggavebeleid van tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofde kunstvoorwerpen (inter-)nationaal in de belangstelling. Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW), drs. A. Nuis, gaf op 2 oktober 1997 opdracht tot een proefonderzoek naar de herkomst van voorwerpen in de Nederlandse Kunstbezit-collectie (NK-collectie). Doel was vast te stellen voor welke voorwerpen de collectieregistratie van het Instituut Collectie Nederland (ICN) geen informatie verschafte over de voormalige eigenaren, en om na te gaan of deze ontbrekende informatie was aan te vullen met gegevens uit onder andere het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD), het archief van de Stichting Nederlandsch Kunstbezit (SNK) en het archief van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Het resultaat werd in april 1998 gepubliceerd in Herkomst Gezocht, Rapport van het proefonderzoek naar de herkomst van de onder beheer van het Rijk gebleven uit Duitsland gerecupereerde kunstwerken. Kabinet-Kok I nam de aanbevelingen uit het rapport betreffende verder onderzoek over. Dit onderzoek werd verricht door Bureau Herkomst Gezocht. De begeleiding van dit onderzoek was in handen van de Commissie-Ekkart.
In de beginfase van haar werkzaamheden werd de begeleidingscommissie ondersteund door drie ambtelijke waarnemers, die enkele commissievergaderingen bijwoonden:
Drs. C.J. Ruppert, toenmalig projectleider Tegoeden WO II van het ministerie van Financiën
Drs. G.C. Lodder, toenmalig plaatsvervangend directeur Directie Cultureel Erfgoed van het ministerie OCW
Drs. R.H.C. Vos, toenmalig directeur ICN
Positie binnen de organisatie
De begeleidingscommissie ressorteerde onder het ministerie van OCW.
Taken
De commissie werd ingesteld met een tweeledige taak:
‘het onderzoek te begeleiden naar de herkomst van de kunstvoorwerpen die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog onder het beheer van het Rijk zijn gekomen
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op grond van de resultaten van dat onderzoek te adviseren over het ten aanzien van zodanige kunstvoorwerpen te voeren beleid’
In de eerste fase heeft de commissie zich vooral beziggehouden met het toezicht op en de voortgang van het onderzoek van Bureau Herkomst Gezocht, vervolgens eveneens met de voorbereiding van aanbevelingen aan de regering.
Na overleg met toenmalig staatssecretaris van OCenW, dr. F. van der Ploeg, werd besloten tot een gefaseerde advisering, waarbij prioriteit werd verleend aan het onderzoek naar het tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren particuliere kunstbezit. Een tweede reeks aanbevelingen, die betrekking had op de bezittingen van kunsthandelaren, volgde in een later stadium van het onderzoek. Tijdens de laatste fase van het onderzoek werden de adviezen over de dan nog resterende algemene vragen geformuleerd.
Tussen oktober 1999 en september 2004 heeft de begeleidingscommissie in deelrapportages de tussentijdse resultaten van het onderzoek van Bureau Herkomst Gezocht gepresenteerd. In 2001 werd de website www.herkomstgezocht.nl operationeel, waarop alle gepubliceerde informatie, onder andere in een database, beschikbaar werd gesteld. De beleidsaanbevelingen van de commissie werden in april 2001, januari 2003 en in september 2004 gepubliceerd. Tegelijk met de slotaanbevellingen verscheen in december 2004 de eindrapportage in een kleine oplage in rapportvorm. Twee jaar later verscheen de eindrapportage in een grotere, tweetalige oplage samen met de eindredactie van het herkomstonderzoek van alle kunstwerken op cd-rom.
Het archief van Bureau Herkomst Gezocht is een dynamisch archief. Het archief is niet geïnventariseerd. De archiefbescheiden van de Begeleidingscommissie Bureau Herkomst Gezocht zijn eveneens niet geïnventariseerd.
Omvang
Het archief van de Begeleidingscommissie Bureau Herkomst Gezocht maakt deel uit van het niet geïnventariseerde archief van Bureau Herkomst Gezocht. Het archief heeft een omvang van 18 verhuisdozen; 4 dozen met hangmappen; circa 2 meter ordners en 40 hangmappen.
Archiefordening
Numeriek
Thematisch
Informatiedrager
CD Rom
foto
papier
server
Openbaarheid
niet openbaar
Verloren geraakt
Er zijn geen archiefdelen verloren geraakt.
Selectie en vernietiging
Het archief is nog niet bewerkt
Analytische beschrijving van het archief
De archiefbescheiden van het proefonderzoek Herkomst Gezocht, Bureau Herkomst Gezocht en de Commissie-Ekkart zijn niet geïnventariseerd. De neerslag van het proefonderzoek Herkomst Gezocht is opgenomen in het archief van Bureau Herkomst Gezocht. In dit format is één analytische beschrijving gegeven van de neerslag van het handelen van deze archiefvormers.
Het archief bevat:
notulen, vergaderstukken en verslagen van Bureau Herkomst Gezocht en de Commissie-Ekkart
ingekomen en uitgaande stukken van Bureau Herkomst Gezocht en de Commissie-Ekkart. Bureau Herkomst Gezocht heeft onder andere met particulieren, kunsthandelaren, veilinghuizen en musea gecorrespondeerd
financiële administratie
een reeks dossiers waarin van elk object uit de NK-collectie per nummer de herkomstgeschiedenis is gedocumenteerd en geordend
documentatie (waaronder brochures en inventarissen)
Het archief bevat geen persoonsdossiers.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Er bevinden zich noch originele archivalia van andere archiefvormers noch gedeponeerde archieven in dit archief.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Archiefbescheiden die betrekking hebben op de Begeleidingscommissie Bureau Herkomst Gezocht (Commissie-Ekkart) maken deel uit van het nog niet geïnventariseerde archief van Bureau Herkomst Gezocht. Dit archief bevat eveneens bescheiden van het proefonderzoek Herkomst Gezocht.
Eindrapportage Commissie Ekkart (blz. 14): ‘De voorstellen van de commissie waren (…) gericht op een omkering van de bewijslast, waarbij de ervan van vroegere joodse eigenaren niet meer behoefden te bewijzen dat een verkoop onvrijwillig was, maar de Nederlandse overheid in voorkomende gevallen het bewijs van het tegendeel diende te leveren.’
Slotaanbevelingen Begeleidingscommissie Herkomst Gezocht (blz. 6): ‘Het herkomstonderzoek heeft geen enkel voorwerp opgeleverd waarbij aanwijzingen bestaan voor herkomst uit bezit van een andere vervolgde bevolkingsgroep dan de joodse gemeenschap’.