Op 8-6-1945 werd de Bank onder beheer gesteld. Op 2 oktober 1959 werd de slotuitkering gepubliceerd. De BNA was in liquidatie tot 1962.
Oprichters
Die Bank der Deutschen Arbeit
Aanleiding voor oprichting
Die Bank der Deutschen Arbeit (DBA) zou in Nederland eigenlijk Lippmann, Rosenthal & Co. overnemen. De bezetter had echter andere plannen met Lippmann. Als tegemoetkoming mocht de DBA in 1941 in Amsterdam een dochterbank opzetten. Dit werd de Bank voor Nederlandschen Arbeid.
Inrichting van de organisatie
Directeur J.F. Kutzleb. Toen in 1942 het Nederlands Arbeidsfront f. 100.000 investeerde in de Bank voor Nederlandschen Arbeid, werd tot mededirecteur benoemd de Nederlander jhr. J.J.L. Hesselt van Dinter.
De Duitser R. Lenzer, was voorzitter van de raad van commissarissen. Andere commissarissen waren H. Reitbauer, H.H Garbrecht en F. Hohrmann.
Het personeel bestond uit 80 personen: in Amsterdam 61, in Rotterdam 13 en in Utrecht 6.
Na de oorlog
Door de Militaire Commissaris in het District Amsterdam werden C.A. Blazer en A. Harms op 8 juni 1945 benoemd tot bestuurders met bevoegdheid van beheerder op basis van het Besluit Herstel Rechtsverkeer E100. Op 6 juli 1946 werd de bank als vijandelijk onderdaan aangemerkt (E133, art. 35) en kwam de bank onder beheer te staan.
Positie binnen de organisatie
De bank was eigendom van de Bank der Deutschen Arbeit.
Doelstelling
Het doel der vennootschap is het verrichten van alle bank-, commissie- en agentuurzaken, het deelnemen in syndicaten en consortia, het voeren van directie of beheer over andere zaken, zo van vennootschappen als van particulieren en het waarnemen van commissariaten, de administratie van vermogens en waarden van derden, voorts al wat tot het bedrijf van bankier of commissionair behoort en het afsluiten van alle daartoe betrekkelijke credieten en andere financiële operaties, het deelnemen in andere vennootschappen of ondernemingen, in het algemeen het doen van alle handelingen op financieel-, commercieel- en industrieel gebied, met uitzondering echter van het levensverzekeringsbedrijf.
Bevoegdheden
De vennootschap trad op als vertegenwoordigster van de moedermaatschappij.
Taken
De Bank voor Nederlandschen Arbeid, oorspronkelijk bedoeld als bank voor werknemersorganisaties, werd tijdens de bezetting tevens ingeschakeld bij de liquidatie van joodse bedrijven. Deze liquidatie was opgedragen aan de Omnia Treuhand G.m.b.H., die ten name van het merendeel van deze bedrijven een rekening opende bij de Bank voor Nederlandschen Arbeid. Op deze rekening werd de opbrengst van de zaak gestort en de te verrekenen schulden en de beheers- en liquidatieskosten werden ten laste van die rekening gebracht. Zodra de liquidatie beëindigd was, gaf de Omnia opdracht de rekening af te sluiten en het saldo over te maken naar Lippmann Rosenthal & Co. Sarphatistraat op een rekening van de joodse eigenaar. Van een groot aantal bedrijven was bij de bevrijding de Omnia-rekening nog niet afgesloten. Deze rekeningen zijn blijven staan op naam van die bedrijven.
De Bank verleende krediet aan de volgende categorieën cliënten:
Nieuwe eigenaren van geariseerde joodse ondernemingen
Bedrijven die over onvoldoende middelen beschikking hadden om belangrijke orders in verband met de Duitse oorlogsvoering te financieren
De bank heeft zich beperkt tot het deposito- en credietbedrijf; effecten en valuta-afdelingen kwamen niet tot ontwikkeling. Creditgelden werden verkregen van drie Duitse instanties, de Vermögensverwaltungs- und Renteanstalt, Omnia Treuhand G.m.b.H. en de Niederländische Aktiengesellschaft für Abwicklung von Unternehmungen (NAGU). Verder waren de NSDAP, de NSB en haar nevenorganisaties klanten van de bank.
Na de oorlog
Na de bevrijding zijn bij de door het Nederlandse Beheersinstituut aangestelde beheerders van de Bank voor Nederlandschen Arbeid voor een bedrag van ca. f. 6,9 miljoen aan vorderingen ingediend. Uiteindelijk hebben de beheerders een uitkering kunnen doen van circa 52%.
Aalders, G., Berooid. De beroofde joden en het Nederlandse restitutiebeleid sinds 1945 (Amsterdam 2001).
Aalders, G., Roof. De ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1999).
Bockxmeer, J.M.L. van, P.C.A. Lamboo; H.A.J. van Schie, Archieven Joodse oorlogsgetroffenen: overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Veraart, W., Ontrechting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van bezetting en wederopbouw (Rotterdam 2005).
Inventaris van het dossierarchief van het N.B.I. Nederlandse Beheersinstituut (in beslag genomen administraties) 1945-1967 (Den Haag 1989).
Inventarisnummers 539-541 en 31601-31604 hebben betrekking op de Bank voor Nederlandschen Arbeid.
Indices op toegang
Database
Omvang
Het op de Bank voor Nederlandschen Arbeid betrekking hebbende gedeelte bedraagt 0,8 meter.
Aantal inventarisnummers
7 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch
Chronologisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
Het beperkt openbare gedeelte van dit archief (niet-openbaar categorie B) is alleen ter inzage na schriftelijke toestemming tot raadpleging, te verkrijgen d.m.v. een schriftelijk verzoek (per brief, inclusief onderzoeksopzet) aan de directeur van het Nationaal Archief t.a.v. het hoofd Onderzoek. Raadpleging van stukken, jonger dan 50 jaar, na toestemming van de directeur Nationaal Archief. In twijfelgevallen pleegt directeur Nationaal Archief overleg met Justitie. Publicatie van gegevens na toestemming van Justitie, behalve van gegevens, die naar hun aard openbaar zijn (kranten, brochures, publicaties Raad en NBI, in openbaar uitgesproken vonnissen).
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat stukken afkomstig van de Bank voor Nederlandschen Arbeid zelf, stukken afkomstig van de beheerders van de bank en stukken afkomstig van het Nederlands Beheersinstituut betreffende de bank.
Archief van de Beheerders van de Bank voor Nederlandschen Arbeid
539-540 Accountantsrapporten over de periode 1941-1948 en 1949-1957
541 Correspondentie van de Bank voor Nederlandschen Arbeid met Omnia Treuhand, 1941-1942
541 statuten van de Bank uit 1944
541 Rapporten van de beheerders van de bank, 1945, 1952, 1955, 1956
541 Correspondentie van de bestuurders van de Bank, 1949-1962
541 Aantekeningen inzake controle van het Dossier Bank voor Nederlandschen Arbeid door de Centrale Accountantsdienst, 1951
541 Lijst van ‘Saldo Guthaben der Gläubiger der Bank voor Nederlandschen Arbeid N.V., Amsterdam am 31. Oktober 1954’
541 Saldo-overzichten 1950-1957
541 Lijsten 51-108 van erkende crediteuren, die ter inzage hebben gelegen ter verificatie volgens advertenties in de Nederlandse Staatscourant 1950-1957
541 Lijst van erkende crediteuren per 31 oktober 1957
Archief van het NBI (Hoofdkantoor en Bureau Amsterdam)
31601 Correspondentie van het Bureau Amsterdam betreffende de Bank voor Nederlandschen Arbeid, 1945-1954
31602 Accountantsrapporten over 1945-1954
31603 Correspondentie van de beheerders van de Bank voor Nederlandschen Arbeid met het NBI, met een aantal zakendossiers, 1945-1959
31604 Rapporten van de beheerders van de Bank voor Nederlandschen Arbeid, 1945, 1952, 1955, 1956
31604 Statuten van de Bank voor Nederlandsche Arbeid uit 1944