Met betrekking tot het naoorlogse rechtsherstel lag de doelstelling van de organisatie in de uitvoering van het rechtsherstel in waardepapieren.
Taken
Na 1945 is het Agentschap nauw betrokken geweest bij de naoorlogse geldzuivering, de betaling van belasting met staatsschuld en het naoorlogse rechtsherstel, met name op het gebied van de effectenregistratie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren door de Nederlandse regering in Londen al voorzieningen getroffen met betrekking tot de vergoeding - na beëindiging van de Tweede Wereldoorlog - van ten gevolge van de bezetting geleden materiële en immateriële schade. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog zijn door de regering verschillende instanties in het leven geroepen die tot taak hadden het rechtsherstel uit te voeren. Ook het Agentschap, specifiek ten aanzien van het rechtsherstel van waardepapieren, heeft hierin een rol gespeeld. Aanvankelijk fungeerde het Agentschap als depothouder voor ingeleverde en gerecupereerde effecten en als uitvoeringsinstantie voor beslissingen van andere organistaties, voornamelijk met betrekking tot effecten. Echter, toen de secretaris van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, tevens hoofd van het Centraal Afwikkelingsbureau Duitse Schadeuitkeringen (Cadsu) in 1960 werd benoemd tot agent van het ministerie van Financiën kwam een aantal activiteiten van deze organistaties bij het Agentschap terecht. De agent was van 1960 tot 1976 tevens directeur van het Waarborgfonds Rechtsherstel. In 1961 werd de agent benoemd tot secretaris van de Commissie Duplicaat Effecten. Ook werd de administratie van de Belga door de agent gevoerd. Tevens was de agent tot ongeveer 1987 belast met de afwikkeling van de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten. In 1966 werd bij het Agentschap het Afwikkelingsbureau voor Effectenzaken uit de oorlog ingesteld. Dit bureau werd belast met de afwikkeling van het Cadsu en zou werkzaamheden gaan verrichten in verband met de naderende opheffing van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel. In 1971 is de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel bij wet opgeheven. Taken en bevoegdheden, met uitzondering van die tot het geven van beslissingen over het eigendom, zijn overgegaan op de minister van Financiën, aan wie ook de zorg over de archiefbescheiden is opgedragen. De minister heeft de agent van het ministerie van Financiën belast met deze taken en bevoegdheden.
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998).
Omvang: 62 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 5-12).
Indices op toegang
Het archief is ongenummerd na publicatie van het besluit met de vermelding van de inventarisnummers met beperkte openbaarheid. Voor de niet meer corresponderende inventarisnummers is een concordantie aangemaakt van de in de publicatie genoemde nummers naar de bedoelde inventarisnummers in deze inventaris.
Omvang
14 meter
Aantal inventarisnummers
740 inventarisnummers
Archiefordening
Alfabetisch
Numeriek
Thematisch
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
beperkte openbaarheid
Toelichting
De openbaarheid van een aantal inventarisnummers is beperkt tot het jaar 2030. Een enkel stuk kan in slechte staat verkeren, wat tot gevolg heeft dat het niet geraadpleegd kan worden.
Verloren geraakt
Niet bekend
Selectie en vernietiging
De niet-oorlogsgerelateerde archiefbescheiden uit het bestand “Diversen A/B” afkomstig van het Agentschap van het ministerie van Financiën zijn afgescheiden.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief bevat:
instructies en procedures, 1949-1982
stukken betreffende deviezenbepalingen, 1956-1974
stukken betreffende de boekhouding van het Waarborgfonds Rechtsherstel, 1957-1977 en de Duitse Schade-Uitkeringen (CADSU), 1943-1999
genummerde N.O.-dossiers, betreffende de toe- of afwijzing van duplicaten van effecten of de tegenwaarde daarvan na nummerloze opposities, 1946-1980
genummerde CDE-dossiers betreffende de toe- of afwijzing van duplicaten van effecten of de tegenwaarde daarvan, met beschikkingen van de Directie Bewindvoering, later Juridische Zaken van het ministerie van Financiën, 1946-1984
alfabetisch geordende dossiers betreffende de toe- of afwijzing van duplicaten van effecten of de tegenwaarde daarvan, 1975-1984
stukken betreffende de afwikkeling van W-, L-, en M-claims (zie toelichting in het veld ‘opmerkingen’), 1943-1980
stukken betreffende inlevering en beheer van effecten in opdracht van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, 1952-1981
stukken betreffende de uitlevering van effecten in opdracht van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, 1949-1987
stukken betreffende de financiële afwikkeling van opbrengsten van effecten, 1943-1999
stukken betreffende de afwikkeling van vijandelijk vermogen, 1951-1975
stukken betreffende de afwikkeling van bijzondere zaken en Indonesische kwesties, 1943-1999
stukken betreffende de afgifte van stukkenverklaringen, 1954-1997
stukken betreffende het beheer en de afwikkeling van niet of te laat aangemelde effecten in opdracht van de Commissie Duplicaat Effecten, 1953-1998
stukken betreffende de afgifte van duplicaateffecten, 1946-1984
stukken betreffende het Waarborgfonds Rechtsherstel, in het bijzonder de afwikkeling van effectenkwesties, 1951-1955
stukken betreffende de Duitse Schade-Uitkeringen (CADSU), in het bijzonder de afwikkeling van de W-, L- en M-claims (zie toelichting in het veld ‘opmerkingen’), 1943-1982
stukken betreffende de overdracht van taken aan het Agentschap, 1960-1995
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archiefbestand 'rechtsherstel' van het Agentschap van het ministerie van Financiën is opgebouwd uit verschillende archiefbestanddelen. Gebleken is dat in het verleden bij de archivering van de stukken niet steeds een consequent onderscheid is gemaakt tussen dossiers van het Agentschap en
de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel,
de Commissie Duplicaat Effecten,
het Waarborgfonds Rechtsherstel,
het Centraal Afwikkelingsbureau Duitse Schade-Uitkeringen (CADSU),
de NV Belegging- en Garantiemaatschappij voor buitenlandse effecten (BELGA),
de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten,
het Afwikkelingsbureau voor Effectenzaken uit de oorlog.
Deze vermenging van archiefbescheiden is ontstaan omdat het Agentschap regelmatig nog niet afgewikkelde zaken overnam van de verschillende met het rechtsherstel belaste (opgeheven) instellingen en de stukken daaraan toevoegde aan reeds bestaande dossiers die het als 'uitvoeringsinstantie' had aangelegd.
Bij de inventarisatie van het archiefbestand ‘rechtsherstel’ zijn de nog bij het Agentschap berustende archiefdelen van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, de Commissie Rechtsherstel Buitenlandse Effecten, De Commisie Duplicaat Effecten en van de NV Belegging- en Garantiemaatschappij voor buitenlandse effecten (BELGA) van het archief afgesplitst en, ter completering van de reeds bij het Algemeen Rijksarchief aanwezige archieven, via de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) te Winschoten naar het Nationaal Archief overgebracht. Dit met uitzondering van de dossiers die betrekking hebben op door het Agentschap overgenomen en afgewikkelde zaken.
Het archiefbestand is geïnventariseerd en opnieuw gevormd. Bij de indeling van het archief is getracht om zoveel als mogelijk is rekening te houden met de relaties van het Agentschap met de verschillende instellingen belast met het rechtsherstel.
Het ministerie van Financiën, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de CAS hebben op 10 februari 2004 een projectconvenant afgesloten voor de bewerking van een aantal bestanden afkomstig van het ministerie van Financiën, deels aangevuld vanuit het Agentschap van het ministerie van Financiën die een prioriteitsaanduiding “A” en “B” hebben gekregen, waarbij “A” staat voor het eerste deel van oorlogsgerelateerde bestanden die een lichte bewerking moesten krijgen. Deze bestanden waren toegankelijk en waren voorzien van een (klassieke) inventaris of een plaatsingslijst. Prioriteitsaanduiding “B” betreft het tweede deel van oorlogsgerelateerde bestanden die (geheel) bewerkt moesten worden. Deze bestanden waren niet toegankelijk en niet of nauwelijks voorzien van een inventaris of plaatsingslijst. Eén van de bestanden die ingevolge het projectconvenant bewerkt moesten worden betrof een zogenaamd bestand “Diversen A/B”, afkomstig van het Agentschap van het ministerie van Financiën. De niet-oorlogsgerelateerde archiefbescheiden uit dit bestand werden afgescheiden.
De oorlogsgerelateerde archiefbescheiden bleken onder andere te behoren tot diverse bovengenoemde organistaties die zich hebben bezig gehouden met het na-oorlogs rechtsherstel, met name op het gebied van de effectenregistratie. Deze bescheiden zijn afgescheiden en beschreven in de betreffende inventarissen. Wat overbleef is aangevuld met een reeds op het Agentschap, door J. Visser, in concept beschreven inventaris van het archiefbestand 'rechtsherstel'.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Bockxmeer, J.M.L. van en P.C.A. Lamboo, H.A.J. van Schie, Onderzoeksgids Archieven Joodse oorlogsgetroffenen. Overzicht van archieven met gegevens over roof, recuperatie, rechtsherstel en schadevergoeding van vermogens van Joden in Nederland in de periode 1940-1987 (Den Haag 1998), 170-174.