Na 1945 werden de vele na-oorlogse kwesties op het gebied van de financiële verhouding tussen Nederland en Nederlands-Indië in behandeling genomen door de afdeling Buitenlands Betalingsverkeer van het ministerie van Financiën. Bij beschikking van 17 maart 1949 veranderde de organisatiestructuur van de afdeling Buitenlands Betalingsverkeer. De afdeling Buitenlands Betalingsverkeer werd een Directie (Directie Buitenlands Betalingsverkeer), die werd verdeeld in een aantal afdelingen. Een van de afdelingen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer was de afdeling Overzeese Gebiedsdelen. Na de souvereiniteitsoverdracht aan Indonesië in december 1949 werd bij beschikking van 16 januari 1950 de naam van de afdeling Overzeese Gebiedsdelen gewijzigd in de naam Indonesië en Overzeese Rijksdelen (I.O.R.).
Bij beschikking van 19 december 1957 werd de afdeling I.O.R. opgeheven. De werkzaamheden werden ondergebracht bij de Afdeling Algemene Zaken van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer.
Voorloper
Afdeling Overzeese Gebiedsdelen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer; Afdeling Buitenlands Betalingsverkeer
Opvolger
Afdeling Algemene Zaken van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer
Inrichting van de organisatie
1949-1950:
Afdeling Overzeese Gebiedsdelen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer:
Hoofd: R.H. Haentjes
Hoofdcommies: H.R.G. Mulder
1950-1958:
Afdeling Indonesië en Overzeese Rijksdelen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer:
Hoofd (tot 1951 tot 1958): R.H. Haentjes
Hoofd (vanaf 1951): drs. E.P.M. Tervooren
Plv. hoofd (tot 1951): drs. E.P.M. Tervooren
Hoofdcommies: H.R.G. Mulder
Referendaris 2e klasse (tot 1953): mr. C. van der Tak
Referendaris (vanaf 1953 tot 1957): mr. C. van der Tak
Referendaris (vanaf 1953): G. Roels
Referendaris II (vanaf 1957): mr. W.A. Winckel
Positie binnen de organisatie
De afdeling Indonesië en Overzeese Rijksdelen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer van de Administratie viel onder het Algemeen Beheer der Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën.
Taken
De taken van de afdeling Buitenlands Betalingsverkeer / Directie Buitenlands Betalingsverkeer hadden betrekking op:
buitenlandse financiële betrekkingen
internationaal betalingsverkeer
monetaire accoorden
buitenlandse leningen en credieten
deviezenbeleid en vraagstukken verband houdende met de deviezenpositie van Nederland
prognose van de betalingsbalans
uitvoering van de Overeenkomsten van Bretton Woods
Archief van de Afdeling Indonesië en Overzeese Rijksdelen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer van de Administratie; Algemeen Beheer der Generale Thesaurie
Omvang: 59 pagina’s. De inventaris bevat een historische en archivistische inleiding (blz. 7-15).
Omvang
5 meter
Aantal inventarisnummers
321 inv. nrs.
Archiefordening
Chronologisch
Thematisch
Anders
Toelichting
Het toenmalige hoofd van de Afdeling I.O.R., dr. E.P.M. Tervooren, heeft voor zijn afdeling een archiefcode opgesteld, in verband met het omvangrijke terrein van economische onderwerpen op het gebied van Indische zaken c.q. Indonesische zaken, waarmee de Afdeling I.O.R. zich heeft beziggehouden. De inventarisatie van het archief is geschied aan de hand van deze code.
Informatiedrager
papier
Openbaarheid
volledige openbaarheid
Verloren geraakt
Niet bekend
Selectie en vernietiging
Tijdens de bewerking van het archief is vernietigd volgens van de lijst van de te vernietigen archiefbescheiden van het Ministerie van Financiën die is vastgesteld bij beschikking van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, en de minister van Financiën d.d. 20 september 1983. Het oorspronkelijke archief bedroeg 25,5 meter, hiervan is 20,12 meter vernietigd.
Analytische beschrijving van het archief
Het archief van de Afdeling Indonesië en Overzeese Rijksdelen van de Directie Buitenlands Betalingsverkeer is thematisch ingedeeld. Het archief bevat onder andere bescheiden uit de periode 1946-1955 die betrekking hebben op de Japanse bezetting van Nederlands-Indië ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en de directe nasleep daarvan. Het betreffen onder andere:
stukken betreffende de Japanse herstelbetalingen
stukken betreffende de afwikkeling van het vijandelijk vermogen in Indonesië
stukken betreffende de regeling van het rentevraagstuk in Nederlands-Indië ten tijde van de Japanse bezetting
stukken betreffende de rechtspositie van overheidspersoneel in Indonesië
stukken betreffende Indische pensioenen en wachtgelden, rehabilitatie-uitkeringen aan oorlogsslachtoffers en de Algemene Oorlogsongevallen Regeling (A.O.O.R.)-uitkeringen
stukken betreffende de betaling van R.T.C.-wachtgelden en A.O.O.R.-uitkeringen in overzeese rijksdelen
stukken betreffende de financiële schuldverhouding en de regeling van de schulden tussen Nederland en Nederlands-Indië/Indonesië
stukken betreffende besprekingen inzake staatkundige aangelegenheden en financieel-economische verhoudingen tussen Nederland en Indonesië
stukken betreffende de Commissie van Achterstallige Betalingen van vorderingen daterende van voor de souvereiniteitsoverdracht (CAB)
Het archief bestaat grotendeels uit nota's en correspondentie en bevat geen financiële administratie en geen persoonsdossiers.
Deelarchieven/ gedeponeerde archieven
Het archief bevat een aantal gedeponeerde archieven, waaronder het dagboek van prof. dr. A. Mey, raadadviseur, over zijn reis naar Indonesië (mei-juni 1947) en stukken betreffende de reis van minister P. Lieftinck naar Nederlands-Indië in mei 1948.
Archiefstukken van organisatie/persoon in andere archieven
Als gevolg van de invoering van het dossierstelsel voor de archivering van stukken van de Directie Buitenlands op 1 oktober 1954, is het archief op deze datum afgesloten. Stukken en/of dossiers die zijn ontstaan op en na deze datum, zijn opgenomen in het dossierstelsel van het Bureau Post- en Archiefzaken.
Opmerkingen
De afdelingen van het ministerie van Financiën hebben tot de invoering van het dossierstelsel per 1 mei 1953 hun archieven geordend middels het verbaalstelsel. Bij dit systeem werden besluiten chronologisch geordend op datum van afdoening en per dag afgenummerd.
Veel directies en afdelingen, waaronder de Directie Buitenlands Betalingsverkeer, hebben in de praktijk niet gekozen voor deze wijze van centrale archiefordening. Nadat de betreffende stukken waren geregistreerd in de centrale afdoeningsagenda, werden ze uit het verbaalarchief gelicht en geordend tot bundels op onderwerp. Aan elk nieuw onderwerp werd een nummer toegekend. De Afdeling Overzeese Gebiedsdelen/Indonesië en Overzeese Rijksdelen kreeg een nummer: 1190.